Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 11 (1898)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 11
Afbeelding van Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 11Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 11

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.91 MB)

Scans (297.47 MB)

ebook (5.10 MB)

XML (1.02 MB)

tekstbestand






Genre

proza
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande. Nieuwe reeks 2. Jaargang 11

(1898)– [tijdschrift] Dietsche Warande–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 267]
[p. 267]

Omroeper.

Letterkunde.

Koninklijke Academie. - Zitting van 14 Februari. - Voor de tentoonstelliug van Parijs in 1900, werd eene commissie gekozen, bestaande uit de heeren van den Berg, Groeneveld, de Louter, de Goeje en Kern om het ontwerp te overleggen eene wetenschappelijke inzending naar de tentoonstelling te sturen.

Dr. C.P. Burger Jo's strijd tusschen Kome en Sammium werd besproken door de heeren Boot en Valeton; er werd besloten deze verhandeling in de werken der Academie op te nemen. Prof. de Goeje geeft lezing eener verhandeling over het onvoltrokken werk van wijlen prof. Kosters betrekkelijk de Psalmen van Salomo en welk door prof. Oort voltooid is geworden.

 

Adam en Eva. - De Deensche schrijver Henrite Pontoppidan is op den wonderlijken inval gekomen, het Bijbelverhaal over de schepping van Eva tot eene novelle te verwerken.

Adam, zoo verhaalt ons de heer Pontoppidan, verveelde zich schrikbarend in het Paradijs. Zijn eenzaamheid dreef hem tot allerlei wonderlijke streken. Soms lag hij uren lang op zijn rug in het gras, nu het eene, dan het andere been oplichtend en de dierengeluiden of het geratel van den donder nabootsend; dan verschrikte hij de vogels, zette de jonge beren achterna, of vervolgde onschuldige eekhorentjes. De Heer zag zijn droevigen toestand en besloot hem te troosten met eene zusterziel. Eva werd uit een van Adam's ribben geschapen, en aan Adam, toen deze ontwaakt was, als zijne levensgezellin voorgesteld.

Toen des avonds de Heer weder in het Paradijs kwam om te zien hoe het met Adam in zijn nieuw geluk ging, riep hij hem met luider stem. Adam kwam uit de struiken te voorschijn, met gloeiende wangen en takken en bladeren tusschen de haren. Bevend viel hij op de knieën en riep: ‘Heer! Meester! neem al mijn ribben en maak er mij vrouwen van!’ Toen werd het aangezicht van den Schepper somber, en toornig wendde hij zich van Adam af. Zwarte wolken pakten zich samen boven het Paradijs, en de Schepper beval den Cherub met gouden vleugels: ‘Ga, en verjaag den mensch en zijn wijf uit mijnen hof, opdat zij in de woestijn van ellende en uitputting omkomen!’

Smakeloozer kan het wel niet!

 

Othello. - In de archieven van een Venetiaansch klooster is een curieus handschrift ontdekt. Het bevat de aanteekeningen, een soort van dagboek, in 1542 door een afgezant van Candia bij de Republiek Venetië opgeschreven. Het is vol eigenaardige bijzonderheden, maar belangwekkend is vooral de geschiedenis van Othello. De Candioot heeft hem in Venetië zien aankomen, door den doge zien ontvangen; hij vertelt verder van zijn krijgsmansloopbaan, zijn vertrek naar Cyprus en zijn dood. Hij is dus inderdaad met Desdemona getrouwd, maar, zooals uit het manuscript blijkt, lang vóór haar gestorven. Ook hun beider karakter komt er anders in uit dan in Shakespeare's drama; misschien zal uit een latere vondst nog blijken dat Desdemona in een aanval van jaloezie den Moor onder een kussen gesmoord heeft.

 

Antoon Bergmann. - Reeds werd gemeld, dat de Gemeenteraad van Lier had ingewilligd een gedenkteeken op te richten voor Antoon Bergmann, te Lier overleden en als schrijver gunstig bekend. Het gedenkteeken, dat den 11n Sept. zal ingehuldigd worden, zal het werk zijn van Joris van Antwerpen, en Fleerackers van Lier. Er zal een feestrede worden gehouden en een cantate uitgevoerd worden van Benoit en Hiel.

[pagina 268]
[p. 268]

Payn. - De bekende Engelsche romanschrijver James Payn is te Londen overleden.

Payn was in 1830 te Cheltenham geboren; hij zou eerst militair worden, later geestelijke, maar besloot van zijn pen te leven. Hij schreef tal van romans, o.a. Lost Sir Massingberd, By Proxy, Cecil's Tryst, Married beneath Him, Not Wooed, but Won, High Spirits, Kit, The Luck of the Darrels, The burnt Million, The Mystery of Mirbridge, A Modern Dirk Whittington, A Trying Patient, Ln Market Overt.

 

Souterliederen. - Verschenen: D.F. Scheurleer, De souterliedekens. Bijdrage tot de geschiedenis der oudste Nederlandsche psalmberijming, met 24 gefacsimileerde titelbladen. Gedrukt in honderd exemplaren.

 

Blancefloer. - De heer Léonce Du Catillon werkt aan een opera in één bedrijf, Blancefloer, waarop de heer Ernest Brengier van Vyve St. Elooi muziek zal maken. Op een anderen opera-tekst van denzelfden schrijver maakt de heer De Boeck, leeraar in het orgelspel aan het Conservatorium te Brussel, de muziek.

 

Everaert. - De Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden heeft de uitgave op zich genomen van den Brugschen dichter Cornelis Everaert, die in het begin der 16e eeuw leefde. Hij schreef een dertigtal tooneelstukken, die alleen in handschrift ia de Koninklijke Bibliotheek te Brussel zijn bewaard gebleven. Daaruit deelden reeds Jan-Frans Willems, Dr. J. Van Vloten en anderen uittreksels mede, maar het meerendeel zijner werken bleef voor het publiek een gesloten boek. Dr. J.W. Muller van Leiden en Dr. L. Scharpé van Gent hebben de uitgave op zich genomen. Eerlang verschijnt het eerste deel er van. Het werk is vies, gemeen, onzedelijk.

 

Cyrano de Bergerac. - Iedereen weet dat Rostand's drama C. de B. te Parijs reeds meer dan honderdmaal werd opgevoerd. Maar niet iedereen weet dat de ware Cyrano de Bergerac, die een tijdgenoot van Molière was, een kluchtspel schreef getiteld Le Pédant joué, en dat in het tweede bedrijf (vierde tooneel) van dit stuk voorkomt het ‘gevleugeld woord’:

‘Que diable allait-il faire dans cette galère!’

Molière heeft het dus aan Bergerac ontleend voor zijn Fourberies de Scapin, tweede bedrijf (elfde tooneel), en door hem werd het beroemd.

E. Rostand, de dichter van Cyrano, werkt aan een vertaling in verzen van Faust. De dichter hoopt, dat Sarah Bernhardt den Méphisto (travesti) zal willen spelen!

 

Is verschenen: L'Egalité des langues, lettre ouverte à M. Tournoy- Detilieux. sénateur, par Lucius Vindex, eene brochure waarvan wij de lezing aan al onze lezers aanbevelen.

Toonkunst.

Franciscus, van Tinel, is den 12en Mei te Bonn a.d. Rijn, in de Beethovenhalle uitgevoerd, ter gelegenheid van het 25jarig jubelfeest eener Koormaatschappij en zooals overal met buitengewonen geestdrift ont-

[pagina 269]
[p. 269]

vangen. Het werk zal ook te Insterburg (Oost-Pruisen), het 2de Lithausche Muziekfeest (29-31 Mei), opluisteren. Op het program der drie feestdagen komen ook het ‘Requiem’ van Brahms, Beethoven's ‘Negende’ en Wagner'sche werken voor.

 

Berlioz' opera Les Troyens is met groot succes te Keulen uitgevoerd. Men weet dat de meester bij zijn leven het stuk nooit in zijn geheel opgevoerd kon krijgen. Te Carlsruhe werd het, eenige jaren geleden, voor het eerst, onder Mottl's leiding uitgevoerd.

 

Opera te Berlijn. - Er is sprake van een nieuwe opera, een van den eersten rang te Berlijn. Waarschijnlijk zou Lautenburg de technische leider zijn en er wordt onderhandeld met Weingartner, d'Albert en Siegfried Wagner voor het dirigentschap. Het plan zou zijn engagementen voor niet langer dan maanden en weken af te sluiten.

 

Weingartner zal zich te München vestigen, hij is voor tien jaren geëngageerd als directeur der Kaim-concerten aldaar.

 

Mascagni's opera Ratcliff is te 's Gravenhage voor de eerste maal uitgevoerd. De ontvangst was groot, de bijval klein.

 

Dvorak's oratorio De H. Ludmilla moet zeer schoon zijn. Leest daarover een artikel van William Ritter in het Magasin littéraire van 15 December 1897.

 

Karel Mestdagh. - In afl. 1-2 der Vlaamsche School komt een artikel voor over den Meizanger van Brugge en diens innige, fijn getoetste liederen.

Mestdagh heeft thans een drama-libretto van Pol de Mont, zijn lievelingsdichter, in handen, heel en al opgevat in den landelijken geest, waarin de toonkunstenaar tot nog toe de beste inspiraties vond.

 

Bach. - De wereldberoemde bestuurder van het Brusselsch Conservatorium, F.A. Gevaert, heeft thans het klavieruittreksel laten verschijnen van de door hem bewerkte, nl. naar Bach's aanduidingen geharmoniseerde Matthäus-Passion, waarvan hij ook dezen winter een prachtige uitvoering ten gehoore gaf. Aan de orgelbegeleiding, die op zich zelf een meesterwerk is, werkte Gevaert 25 jaren. Nu zal het aan sommige halfbakken orkestbestuurders niet meer mogelijk zijn phantastische uitvoeringen van dit grootsche werk te geven, zooals dit maar te dikwijls geschiedde.

 

Leoncavallo schrijft een hymne die te Weenen zal worden uitgevoerd bij gelegenheid van het 50-jarig regeeringsjubileum des keizers, op 18 Augustus.

 

Van Richard Strauss' te Keulen uitgevoerde Don Quixote-variaties, wordt in het algemeen niet veel goeds gezegd. Het Berl. Tbtt. zegt: ‘Die Komposition bietet an bizarren Extravaganzen und gesuchtesten Häszlichkeiten geradezu Unbeschreibliches. Die Grenze des im Konzertsaal musikalisch Möglichen wird an vielen Stellen in kaum glaublicher Weise überschritten.’

En hiermede valt het oordeel van de Köln. Ztg. vrijwel samen.

Schilderkunst.

Van Christus. - Er is tegenwoordig te Londen een tentoonstelling van negen levensgroote portretten van Christus, de opvatting van negen bekende Duitsche schilders aangaande het gelaat van Ons Heer.

[pagina 270]
[p. 270]

De kunstenaars zijn: Ferd. Brütt (Düsseldorf), Arth. Kampf (id.), Gabriel Max (id.), F. Skarbina (Berlijn), Franz Stuck (Munchen), Carl Marr (id.), Fritz von Uhde (id.), Ernst Zimmermann (id.), Hans Thoma (Frankfort a.d. M.).

Volgens de Vlaamsche School, die een goed oordeel in kunstzaken ontwikkelt, zou Franz Stuck's portret het best geslaagd zijn, het minst conventioneel, het meest mannelijk en goddelijk verheven en geheel het zoetsappige missend dat de meeste der overige Christustypen ontsiert:

‘Een overschoone lijn vormt de overgang van voorhoofd en neus, het donkere haar hangt welig op de schouders. In de diepste diepten van de fluweeldonkere oogen ligt een verheven uitdrukking van wilskracht en macht... De tengere hand, een hand van lijden..., is half als ter betoog geopend... De achtergrond heel donker, heel rustig, vormt bijna een geheel met het inktdiepe zwart van hoofd- haar en baard.’

Kampf schilderde een mooie, interessante, magere Jood, met al 't eeuwen lang lijden van het volk van God in de droeve, diepe, donkere oogen. De handen zijn echte martelaarshanden.

C. Marr. Zeer schoon, kalm en rein gelaat, met een roerende uitdrukking van weemoed en vrede.

G. Max. Een mooie, blonde man met een nietszeggend gelaat.

Skarbina. Een prachtig avondlandschap en daarin een half-krankzinnige in een wijdvlottend gewaad.

Thoma. Het sentimenteele type der Rheinländer toonend, breed, grof, kalm en geduldig. Het geheel bedorven door een gillende bonte lijst.

Von Uhde. Een leelijke man zonder distinctie, met de starre uitdrukking van half krankzinnigheid in de oogen. Is op louter effekt geschilderd.

Uhde's Christustype op zijn nieuw schilderij Christus bij den arbeider is daarentegen zeer schoon en edel.

Zimmermann. Schoon gelaat. De houding edel, eenvoudig en rustig. Maar het geheel bevredigt niet.

Brütt. Gewoon en alledaagsch. Het meest in den smaak van het gewone publiek vallend. C'est tout dire.

Allotria.

Militaire disciplien. - Kapitein: ‘De sergeant X. krijgt drie dagen arrest: hij ging uit en kocht een haring zonder sabel en kraag.’

In Pruisen dragen, zooals men ziet, zelfs de haringen een sabel..

 

Nieuwe tijdrekening. - Twee boeren van Bierbeek zitten laat in een herberg:

A. - Jongen, 't zal gaan tijd worden, da' me aangaan, zulle!

B. - Allo! zijde verveerd van Mieke?..

A. - Neeje! maar ze zullen gaan d'herberg sluiten; wal uur peisde wel dat 't is?

B. - Hewel! Is nog een pinte voor 12 uren...



illustratie


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken