Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1 (1900)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1
Afbeelding van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1

(1900)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 101]
[p. 101]

Omroeper.

Uitzet van kerkelijke kunst. - Deze tentoonstelling is ons te laat bekend geworden, dan dat wij in de 6e aflevering van 1899 daarover nog konden spreken.

Hierom ook moeten wij ons heden, tegen onzen zin en onze gewoonte, bij enkele regelen bepalen. Het onderwerp boezemt aan de Dietsche Warande, gelijk zij sedert het jaar 1855 bestaat, te groote belangstelling in, dan dat wij het niet van harte zouden toejuichen. Den wederbloei der kerkelijke kunst te bewonderen was steeds het streven van het tijdschrift.

Wij hebben dan ook al onze erkentelijkheid over voor de heeren Carton de Wiart, Henry Moeller en Vanden Bosch, die de ontwerpers waren der zaak.

Voor eene eerste dergelijke poging is de onderneming zeer wel gelukt, al ontbreken ook eenige namen van belang en is de beeldhouwen zoogenaamde kleinkunst niet overvloedig vertegenwoordigd.

Wij willen dan ook verder over sommige denkbeelden uitgedrukt ter inleiding van den catalogus niet strijden, al deelen wij die niet alle, maar wel ons liever hartelijk verheugen in de meer dan 270 kunstwerken, welke hier zijn bijeengebracht.

Daar is veel, veel te prijzen! Ziet even welke gelukkige gedachte en schoonheid van uitvoering in het Saint-Roch retabel van Joseph Janssens. Bewondert de groote vorderingen van den jongeren Wante, die meer en meer begint te denken en hooger op te streven!

Eekermans, Feldmann, verdienen zij niet onze aanmoediging? Puvis de Chavannes en Loureiw's Stanislas, niet onzen dank?

Begroeten wij niet gaarne de hertelijke, schoon wat kokette schilderwijze van Mej. von Oer?

Meer dan gewonen dank voor den alouden Guffens, Lybaert, van Hove, wegens hunne zoo oorspronkelijke bijdragen.

En van der Ouderaa, en de schilder van den kruisweg te Lanaeken, ook zij mogen niet vergeten worden.

Men vergeve, gelijk gezegd is, dat tijd ons ontbrak naar wensch bij nog vele andere merkwaardige zaken te verwijlen. Men neme dit weinige voor lief.

 

Alb. Th.

 

Jonge kunst - Een zeer begaafde maar erg jonge schilder treedt daags vóór de opening eener tentoonstelling van schilderijen in de zaal waar zijn laatste werk is opgehangen. Hij vindt het niet, vraagt den opzichter, deze wijst het hem.

‘Wat is dát?’ roept hij uit, ‘gij hebt mijn landschap 't onderste boven gehangen!’

‘O, mijnheer, verschooning’, is het antwoord.

‘Doch, laat zien’, gaat de kunstenaar voort, op zijn werk turend, ‘laat het zoo hangen; het bevalt mij eigenlijk aldus nog beter’.

 

Vlaamsche beweging. - Jean Finot heeft in de Revue des Revues aangetoond, dat, in België alleen sedert de laatste twintig jaren, het fransch door 348,000 personen minder wordt gesproken dan vroeger.

 

In de Nineteenth Century bespreekt Max Muller het aloude geheugen der Brahmanen die (evenals onze epische zangers in de 13e eeuw)

[pagina 102]
[p. 102]

duizenden veren konden opzeggen. ‘Wij strooien alle dagen hoopen van asch op dat goddelijk licht van ons geheugen’ (door allerlei vluchtig te lezen).

 

In Oud-Holland XVIII, 3, leest men eene bijdrage van Franz Dulberg over Die Nachkommen des Lucas von Leyden en eene studie van Heerings over de onzedelijken invloed der renaissance op P.C. Hooft.

 

Henri Lavedan, in de Académie française gekozen als opvolger van den tooneelschrijver Meilhac, kwam er den 28 December ll. zijn zetel innemen. Hij hield de lofrede op Meilhac van wiens onzedelijkheid hij enkel sprak om ze te verontschuldigen.

Markgraaf Costa de Beauregard moest er Lavedan verwelkommen.

Kwatongen beweren dat sommige al te bijtende zinsneden zijn achterwege gebleven.

Lavedan heeft onder veel bloemen en groen, het zijne mee gekregen, o.a.:

‘Donnez-nous donc un peu de vie humaine, au lieu de nous fabriquer tant de vie parisienne. Quand on a le coeur et l'esprit que nul ne nous marchande, il est une chose à dire de la vie que les amusements de quelques petits vicieux ou que les amours rancies de quelques vieillards à l'âme pouirie’.

 

Te Brussel is een hoogere leergang, een University Extension, geopend voor vrouwen.

Bravo!

Waatom verzwegen sommige bladen, die veel hierover schreven, stelselmatig de University Extension voor vrouwen die sedert drie jaar te Antwerpen bloeit?

 

Pennetwist tusschen een professor der Gentsche Hoogeschool en eenige zijner Collegas van Luik, over de wetenschappelijke waarde van een onlangs verschenen boek: Le livre des Islandais du prêtre Ari le Savant, traduit de l'ancien islandais, etc.

Waar er getwist wordt is er leven; waarom echter sommige onheusche, ja grove woorden?

 

17 December l.l. - Woordenkamp in de groote zaal van het Feestlokaal van Vooruit te Gent tusschen den socialist Anseele en den christen democraat Ducatillon over de Vlaamsche Hoogeschool.

Twee zinsneden uit het verslag:

M. Anseele ‘Ik ben en blijf lid der Société flamande pour la vulgarisation de la langue française’.

M. Ducatillon ‘Ik verklaar dat de flaminganten die geen leerplicht willen, hansworsten zijn’.

 

Vlaamsche Academie. - In de zitting van 26 December brengt de voorzitter Kanunnik Daems hulde aan Guido Gezelle, en drukt den wensch uit het marmeren borstbeeld van den grooten dichter in de galerij der Academie te zien prijken. Een prachtig beeld van Gezelle bestaat, vervaardigd door Lagae.

Na afhandeling van eenige huishoudelijke zaken maakt de vergadering eene dubbele lijst van zeven namen op, waaronder de Regeering den keurraad zal benoemen voor den vijfjaarlijkschen prijskamp van Vlaamsche letterkunde.

 

Davidsfonds. - Maandag 18 December hield de Gentsche afdeeling een concert-voordracht waarop oude kerstliederen der XVI, XVII en

[pagina 103]
[p. 103]

XVIII eeuw, door Florimond van Duyse bewerkt, uitgevoerd werden. Die naïeve, archaïsche en melodieuse zangstukken waren recht treffend.

Doch het was de voordracht, die aan de dubbele omstandigheid van den spreker en van het onderwerp een buitengewoon belang ontleenende, zeker met de gespannenste aandacht verbeid werd. Immers het was Verriest die over Gezelle ging spreken.

De eerw. heer Verriest schetste zijn ouden meester als student, professor, mensch, dichter en priester. Onmogelijk die anecdotische, bewonderende, dankuitsprekende en zoo diep gevoelde rede weder te geven, waarvan de zoetvloeiende taal, de zachtinnemende stem, het gelaat zoo ontvankelijk in zijne beweegbaarheid, en de meesterlijke muziek van den onovertroffen causeur, zoo welsprekend zijn als de woorden welke zijne lippen ontvloeien. Gebaren en uitdrukking, alles spreekt mede en op het gelaat leest men zoo duidelijk het gedacht als men het met de ooren verneemt. Verriest rukt u niet mede in forsch geweld, hij overstelpt u door zachtheid, onweerstaanbaar in haar diep gevoel en hare schijnbare zwakheid.

De vergadering is uiteengegaan, den koning onzer dichters meer waardeerende en beminende en zijnen lofuitspreker dankende voor het edel genot hem gehoord te hebben.

In November vierde het Gentsche Davids-Fonds een ander feest, namelijk de prijsuitreiking aan de laureaten in zijne prijskampen tusschen de vrije lagere en middelbare scholen der stad.

 

Letterkundige voordrachten. - Den 11 November opende deze letterkundige kring haren 8n jaargang in het ‘Café des Arcades’ te Antwerpen.

M.P. De Mey hield er eene voordracht over Italie, waar hij in den loop van 't jaar, als lid van het congres der Pers, eene reis deed.

Den 16 November droeg M. Ossenblok er eene studie voor over G. Gezelle en zijne werken.

 

Italië. - Een kluchtige dagbladschrijver bestempelde onlangs in dezer voege den huidigen toestand van Italie ‘eene mis zonder Gloria en zonder Credo, met een lang Offertorium, waarin er geen Pax gegeven wordt en het volk weggezonden wordt zonder Benedicite’.

Eene Requiemmis.

Zoo is 't: afwezigheid van allen roem bij in- en buitenlandsche ondernemingen: zonder Gloria.

Ongeloof en kerkvervolging: zonder Credo!

Het land, inzonderheid de mindere man, uitgebuit door onredelijke, wij zegden bijna oneerlijke belastingen: lang Offertorium!

Geen vrede in 't land: zonder Pax!

Armoede, gebrek, kwijnen van landbouw, handel en nijverheid: het volk zonder Benedicite!

 

Belangrijke ontdekking op het gebied der staatshuishoudkunde: Yves Guyot, in het ernstige Journal des Economistes van December l.l. vraagt: Quel est le critérium du progrès? Antwoord op bl. 332 ‘substituer la civilisation scientifique et productive à la civilisation sacerdotale et militaire’!

 

Beste lezers, weet gij wat aan onzen vlaamschen schilder Th Lybaert ontbreekt?

Ch. Buet zal het ons zeggen: ‘Il lui manque une consécration: celle que donne Paris à toutes les gloires, car la France, en fait d'art, élargit

[pagina 104]
[p. 104]

ses frontières, et demeure hospitalière à tous les génies, sachant que s'ils sont le patrimoine de leur patrie, elle est, elle, le patrimoine du monde, qui sait que Dieu a toujours fait de grandes choses par les Français!’

 

† Emeline Raymond, Fransche novellenschrijfster die zich een waren letterkundigen naam verworven heeft onder dezen deknaam en dien van Comtesse Diane. Zij heette Me la comtesse de Beausocq en sterft 71 jaar oud.

 

† Is. Dupont, inrichter der kunstvolksconcerten te Brussel en Lamoureux inrichter te Parijs der concerten naar zijnen naam genoemd en wereldvermaard.

 

† Madame Anna Christina Witwoud, Hollandsche schrijfster die onder den deknaam van Tine van Berken en Anna Koubert verschillende kinderromans uitgegeven heeft: Een klaverblad van vieren, enz.

 

† Clemence Hiers, groot-juffer van het Begijnhof te Kortrijk. Zij schreef de geschiedenis van haar gesticht, alsmede verschillende dicht-stukken.

 

† Hendrik Evenepoel, veel belovende schilder, van wien een doek in de laatste vierjaarlijksche tentoonstelling, te Gent, door den Staat aangekocht werd.

 

† Dr Julien Frederichs, leeraar van geschiedenis aan het atheneum te Oostende. Hij schreef De Kettervervolgingen van Philips van den Elzas, Le grand Conseil ambulatoire, De secte der Loïsten of Antwerpsche libertijnen, Robert le Bougre, Christophe Hérault, De slag van Kortrijk, Aardrijkskunde van den Congo, De Inquisitie in het hertogdom Luxenburg, enz. en eindelijk verleden jaar Histoire moderne, bekroond met den De Keynprijs. Hij was medewerker aan Volksbelang en Flandre libérale; hij werd geboren te Gent in 1867; hij was een overtuigde flamingant en een veel belovende geschiedkundige schrijver.

 

† G. Streel, volksvertegenwoordiger van Borgworm, landbouwschrijver en medewerker aan Journal des Juges de Paix, Revue de la Jurisprudence de la cour d'appel de Liége.

 

† Mgr. de Groutars, hoogleeraar te Leuven, vermaarde Hellenist en schrandere pae lagoog, die naast gewaardeerde werken over zijn vak, talrijke bijdragen liet verschijnen in Revue catholique, Musée Belge en Gazette de Liége.

 

† Jules Onraet, advocaat te Gent en dichter van niet oneigenaardige fabelen, waarvan vele destijds verschenen in Le Magasin Littéraire.

 

† Lazarine de Monosque, Provençaalsche dichteres. Mistral sprak op haar graaf te La Blancarde, bij Marseille.

 

† Louis Lebrun, kunstschilder geboortig van Gent. Onder zijne beste werken behoort het groot doek in het stadhuis van Aalst en verbeeldende: Van Artevelde sprekend tot het Gentsche volk.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken