Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1 (1900)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1
Afbeelding van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1

(1900)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 759]
[p. 759]

Omroeper.

Het Alg. Ned. Verbond hield den 11en Mei eene bijeenkomst. Er bevonden zich vijftig heeren en damen. Baron van Wassenaer van Rosande wees op het nut dat het Verbond in Zuid-Afrika kon stichten, nu men eenmaal de stamgenooten met de wapenen niet kan bijstaan. De Secretaris van 't hoofdbestuur, Kiewit de Jonge, uit Dordrecht, hield daarop eene voordracht over gewestspraak, enz., zeggende: ‘Een strijd voor de taal is een strijd voor de natie’. Hij kwam terug op onze taal in Zuid-Afrika en beval ten slotte het Nederlandsch aan de zorg van koningin Wilhelmina's hof.

 

M.H. Bisschoff, leeraar van de Hoogschool te Luik, werkt aan eene bibliographie der Duitsche letterkunde in België. Alle vertalingen zoo in 't Nederlandsch als in 't Fransch van Duitsche dichters en letterkundigen, alsmede studiën en critische beoordeelingen van allen aard zullen hierin opgenomen worden.

Vriendelijk verzoek aan onze lezers M. Bisschoff (hoogleeraar te Montzen) opmerkzaam te maken op de werken van zulken aard die zij kennen.

 

Onze broeders de Walen.

Het Volksbelang van 26 Mei knipt uit L'âme Wallonne van 22 Februari 1900: Les flamands sont gourmands, sensibles, friands de grosse matérialité, frondeurs et jouailleurs.

Les ripailles et les beuveries ont trouvé en eux leurs apôtres les plus convaincus.

La Flandre est le pays des franches lippées, des amours faciles, des scènes de ‘haulte graisse.’

 

Prins Albert sprak Nederlandsch te Gheel den 20 Mei, ter gelegenheid van de Jubelfeesten der Heilige Dymphna. Hij sprak het beter dan in de Vlaamsche Academie en dan te Eecloo, 't was minder Duitsch. Bravo!

 

De Van Eycks gehuldigd.

Er is spraak den grafsteen van Hubert Van Eyck, die nu vergeten in het museum der St. Baasabdij ligt te Gent, over te brengen naar de St. Baafskerk, waarvoor hij beschikt was.

Jul. Dillens heeft een ontwerp gemaakt om rond den grafsteen twee monumentale figuren te schikken, de roem en de onsterfelijkheid, die het floers der vergetelheid oplichten; daarboven een medaillon met de beeltenissen der beide broeders en eenige versierselen.

 

Meyerbeer's kleindochter, doctor in wijsbegeerte.

Den 3en Mei l.l. werd Gabriële, gravin Wartensleben, aan de hoogeschool te Weenen gepromoveerd tot doctor in de philosophie. Uit de toespraak van den rector-magnificus Prof. W. Neumann: ‘Gij hebt alles bereikt wat de philosophische faculteit vordert van de candidaten voor het doctoraat. Gij hebt echter tevens bewezen, hetgeen door de helderdenkenden reeds lang is ingezien, dat de vrouw zich in hetgeen zij op wetenschappelijk gebied vermag, weinig of niet van den man onderscheidt, en althans

[pagina 760]
[p. 760]

niet staat beneden het gemiddelde van den arbeid der mannen. De grootste beteekenis der vrouw voor het aankweeken der hoogste idealen in het gezin wordt door niemand geloochend....

Zulke door geest en kennis, door genie en werkkracht zich onderscheidene vrouwen zijn een zegen voor het gezin, uitnemende sieraden van haar geslacht, de trots der natie. Als een sieraad van onze Universiteit begroet ik u, als de eerste vrouwelijke doctor van onze philosophische faculteit.’

 

Uit Eduard Douwes Dekker. Multatuli. Eene karakterstudie door J.B. Meerkerk. Noordhoff, Groningen 1900 268ste bl. ‘Hoe minder men van Dekker's leven weet, des te meer is men ingenomen met zijne werken; men zoekt dan geene tegenstelling als Wahrheid und Dichtung zijn - en de Dichtung alleen blijft, die dan Wahrheit is. Van Eeden vertelt ergens iets van de waterlelie, waarvan men den stengel niet uit den modder moet trekken: laat de mooie bloem drijven op de watervlakte en zich spiegelen. Wat hebben we met de modder te maken, waarin ze wentelt! Ik ben hierin van zijn gevoelen en van zijn smaak. Maar zoo iets kan men niet zeggen omtrent de menschenziel en den literairen arbeid des menschen, want die arbeid is dikwijls niet uit de ziel voortgekomen alleen, die heeft zich niet alleen maar naar de oppervlakte gestrekt, dáár vertoonend het loutere en verborgen latend het smerige - maar die arbeid is dan de ziel zelve. Is die onrein, dan zal er geene reinheid zijn in de geschriften, waar zij alleen zich zelve geeft. En zoo ze toch poogt rein te schijnen, zal de aandachtige lezer, die ze in zich opneemt, leugen proeven.’

 

De Nederlandsche Kunstenaar.

‘De echte, rijk begaafde Nederlander leeft nooit naar buiten. Zelfs zou men kunnen aannemen, dat het zich uiten, het mededeelen van innerlijke gewaarwordingen voor den Nederlander van groote gave een groote opoffering, minstens genomen iets onaangenaams is. Wel doet hij het, maar hij doet het bijna zijns ondanks, bijna ontbewust. En juist deze eigenaardige hoedanigheid geeft aan de kunstuiting van werkelijk begaafde Nederlandsche kunstenaars en kunstenaressen een bijzondere wijding; er is iets van een priester of priesteres in elken Nederlandschen kunstenaar.

Er is nog iets dat den Nederlandschen kunstenaar van echten stempel onderscheidt van al zijne buitenlandsche vakgenooten: de eenvoud en de waarheid waaraan hij in het gewone leven, in al zijn doen en laten blijft vasthouden. Aldus Dan. De Lange in een artikel Mevr. A. Noordewier-Reddingius, in Eigen Haard van 26 Mei 1900.

 

De Boeren. - In de Strassburger Neuesten Nachrichten (28 April 11.) schreef Hoogleeraar Dr. Ernst Martin, - hier te lande meest bekend om zijn studiën over den Reinaert en zijne uitgave van dit gedicht, - briefwisselend lid der Kon. Vl. Academie, - een warmen oproep tot milden steun onzer Transvaalsche stamgenooten. Op aangrijpende wijze schetst hij de geschiedenis van het kampende volk, en welsprekend toont hij aan hoe nauw de band is welke ook het Duitsche volk eraan verbindt. Daarbij heeft hij het voornamelijk over de taal der Boeren, en haar eigenaardig wezen; de oproep voert overigens als opschrift: die Sprache des Burenvolkes. Wij vertalen eenige zinsneden uit het slot:

- ‘Maar de Boeren, deze tak der Nederlandsche bevolking, ze blijven ons veel nader staan dan Engeland, en niet alleen hunne taal, maar ook geheel hunne levensopvatting is, evenals bij alle Nederlanders, Germaansch, en ze steunen daar zelf op.

[pagina 761]
[p. 761]

Ja, juist deze oorlog legt ons met verbazing bloot hoe taai de hoofdtrekken van het Germaansche wezen hier behouden bleven, en nu ten deele weer krachtig te voorschijn treden. Menig bericht over de strijd der Boeren maakt ons den indruk als van een hoofdstuk uit Tacitus. Bij de Boeren nemen de vrouwen deel aan het gevecht, ze brengen de mannen schietvoorraad, spijs en drank aan. De Boeren vechten als de oude Germanen, bij gezinnen: het kind met zijn vader en soms ook met grootvader. De aanvoerders strijden voorop, hun voorbeeld doet meer dan hun woord. Ja, zelfs de eigenaardige wijze van strijden, - het achteruitwijken tot aan een gunstige kampplaats, - wordt door Tacitus uitdrukkelijk als een Germaansche krijgslist bestempeld. Zeker, de oude Germanen stormden dikwijls met onweerstaanbaar geweld op hunne vijanden los, maar ze moesten niet zelden toch wijken voor de betere uitrusting en de krijgsgewoonte der Romeinsche legioenen, juist lijk de Boeren het koele staal der Engelsche bajonetten duchten. 't Is evenzoo met de ongeschiktheid van de Boeren om een versterking in te nemen; ook de Germanen immers toonden zich onbedreven vóór de Romeinsche forten.

De moreele grondregels bij de Boeren zijn eveneens oud-Germaansch. De Romeinen bekenden gaarne dat de Germanen niet wreed waren tegenover overwonnenen, zoo ze zelven vroeger niet het ergste hadden ondervonden. Evenzoo verdient het menschlievend gedrag van de Boeren jegens gewonden en gevangenen den hoogsten lof. Hoe ging het er anders in de Zuid-Amerikaansche vrijheidsoorlogen toe! Hoe dikwijls zijn niet al de gevangenen afgemaakt! In de laatste kampen nog in Brazilië werden al de vijanden verminkt, die op 't slagveld waren achterlaten, zoodat ze in de woestenij moesten omkomen....

Jacob Grimm heeft het Engelsch de toekomende wereldtaal genoemd; uit Duitsche en Fransche bestanddeelen gevormd, is het aan de voornaamste van de beschaafde talen schatplichtig. Zijn eenvoudigheid en bondigheid maken het ten zeerste tot omgangstaal geschikt......

Wel zou de invoering van eene wereldtaal menig voordeel hebben, in zake ten minste van handel en verkeer; maar nadeelen ook; en, wij Duitschers toch stellig, wij hebben geen reden om het voortschrijden van 't Engelsch naar de alleenheerschappij te verhaasten. We telden dan enkel als natie van tweeden of derden rang naast het heerschersvolk der Engelschen. Van 't verkeer mocht en zou die autocratie eens verder gaan. Onze taal, hoe moeilijk en ingewikkeld zij ook moge zijn, is toch de uitdrukking van den Duitschen geest. Menig Duitsch dichter weliswaar zal in de wereldbeschaving nooit worden vergeten. Goethe zal immer zijn invloed op de hoogere gedachtenwereld van alle volkeren behouden. Maar Schiller dan? Geen vreemde natie, die hem algemeen huldigt; den vreemdeling schijnt hij overdreven, sentimenteel. Daarin ook verstaan ons de Nedelanders beter dan de Engelschen. Toen ik vóór 30 jaar in Holland was, zei me de oude prof. te Winkel, wien de Nederlandsche taalkennis veel is verplicht, dat hij telkenmale hij zich eens wilde te goed doen, naar Schiller greep. Holland leeft in een gansch andere verhouding tot de Duitsche letterkunde dan 't zij gelijk wat ander volk. De Duitschers en de Hollanders moeten malkander achten, helpen en steunen. En Zuid-Afrika zou ons daartoe de schoonste gelegenheid hebben geboden.’

 

Het Groeninger gedenkteeken. - De keurraad, die over den wedstrijd moest oordeelen, heeft het ontwerp van MM. De Vries en Verhellen samen met dat van M. Lagae als eerste uitgeroepen. Tusschen hen zal nu een nieuwe wedstrijd plaats hebben; degene wiens werk niet wordt uitgevoerd zal eene vergoeding ontvangen van 2000 fr.

[pagina 762]
[p. 762]

Vlaamsche Academie. - Zitting van 12 Mei.

Worden benoemd:

Tot briefwisselende leden, de heeren Ridder de Corswarem, volksvertegenwoordiger te Hasselt; J. Mac Leod, hoogleeraar te Gent; Is. Teirlinck, romanschrijver te Brussel; Kanunnik Waltmann Van Spilbeeck, van de abdij van Tongerloo, geschiedschrijver.

Tot buitenlandsche eereleden: de heeren Dr. Boekenoogen en Muller, medewerkers aan het groot Nederlandsch Woordenboek te Leiden, en Pater Baumgartner S.J. te Luxemburg, de vermaarde schrijver die Vondel in Duitschland doen kennen heeft.

De jaarlijksche plechtige zitting zal plaats hebben den Woensdag 27 Juni, te 11 uren 's morgens. Dr. Schaepman zal er het woord voeren, alsmede de bestuurder van het loopende jaar, Kanunnik S. Daems.

 

Davids-Fonds. - Uit het Jaarboek van het Davidsfonds voor 1900 blijkt dat deze degelijke en nuttige inrichting in 1899 niet minder dan 5821 leden telde: 1492 in Antwerpen, 1148 in Brabant, 343 in Limburg, 101 in Luik en Namen, 1683 in Oost-Vlaanderen en 1054 in West-Vlaanderen. De afdeeling Gent staat aan 't hoofd met 550 leden. Het Davidsfonds beschikt over eene begrooting van ruim 25.000 fr. Wij nemen deze gelegenheid te baat om nogmaals Het Davids-Fonds aan allen warm aan te bevelen. Het is eene nuttige, degelijke en schoone inrichting. - In de liederenverzameling is weer een nieuw stuk verschenen: Het Sneeuwklokje, minnedichtje, woorden van A. Winkeler en muziek van J. Compaeus.

 

Moderne dichtkunst. - Eene zekere dame, liefhebster van roman-lectuur, ontmoet den schrijver van een zeer realistisch verhaal, zeggende! ‘o, uw laatste roman is zoo natuurlijk, dat mij het hart daarbij omdraaide.’ ‘Ach, mejuffrouw,’ antwoordt de schrijver gevleid: ‘Ik heb zooveel lof niet verdiend.’

 

Leopoldsorde. - Bij den laatsten kruiskensregen werden ook vereerd met het ridderorde de Vlaamsche schrijvers Virginie Loveling en Julius Vuylsteke.

 

† Mgr. W. Everts, geboren in 1827, kannunik van het bisdom Roermond, leeraar in Godgeleerdheid, lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van Nederland, buitenlandsch eerelid der Koninklijke Vlaamsche Academie. Bijzonderste werk: zijne hoog gewaardeerde Geschiedenis der Nederlandsche letteren, die reeds vele uitgaven beleefd heeft.

 

† Graaf de Marsy, te Compiègne, bestuurder van de Société française d'archéologie, een man vol kennis en belezen heid in zijn vak. - Falateuf, een der grootste meesters van de Parijzische balie. - Michiels, Bestuurder der zusters der Kindsheid te Hasselt, schrijver van ‘Het Godsdienstig Onderwijs in de scholen, gevolgd door de methodeleer van Mgr. Lambrecht.’ - Priester Iribarnegaray, medewerker aan ‘L'Univers’. - Eugène Lambert, te Parijs, kunstschilder van talent en bijgenaamd de kattenschilder. - Aïvazowsky, stichter der Russische schilderschool. - Frans Nys, Antwerpsche landschapschilder.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken