Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1910 (1910)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1910
Afbeelding van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1910Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1910

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.79 MB)

Scans (52.66 MB)

ebook (4.24 MB)

XML (2.67 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1910

(1910)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

[Deel 1]

[Koning Leopold II]

Met onzen koning Leopold II verdween een der merkwaardigste kroondragers van de moderne tijden.

Onze pers en de Fransche heeft bij den dood van dezen groote haar gewoonte niet verloochend de de ongezonde nieuwsgierigheid van 't pukliek naar hartelust te laten azen op zwakheden en gebreken, die ongetwijfeld een uitstekende gelegenheid tot feuilleton-kitteling gaven, en die wel zeker een sterke vlek werpen op den luister der bladzijden die deze vorst aan onze vaderlandsche geschiedenis heeft toegevoegd.

Hij was nu eenmaal verre van te zijn voor zijn volk wat de koninklijke waardigheid toch ook, naar Gods orde, moest besluiten in zich: een voorbeeld van zedelijk leven. Maar, wat hij heeft gezondigd, ook door verergernis, 't is niet de taak der menschen het vonnis uit te spreken. En dat hij, op elk ander gebied, waar zijn taak van koning hem plichten voorschreef en rechten gaf, een voorbeeld is geweest - wekkend en trekkend - daar liggen voor zijn onderdanen redenen genoeg om hem tot de verste nageslachten dankbaar te zijn.

Hij was een voorbeeld van wilskracht. Dwars door alle moeilijkheden heen, die zich op een koningsbaan, omdat ze hooger ligt dan alle andere, met meer gevaren voor struikelen en vallen voordoen dan overal elders heeft hij zich heengewerkt, en, dank zij een nooit falende volharding, bereikt wat hij zich bij 't aanvaarden van zijn hooge bediening tot ideaal had gesteld: Zijn klein land een groote koloniale mogendheid.

Hij was een voorbeeld van beleid. Om het heil van zijn land te bewerken had hij iets meer noodig dan persoonlijke energie. Hij moest een volk hebben dat meewilde, en zich liet voeren naar zijn geluk. Vóor zoo 'n volk stond Leopold nu juist aanvankelijk niet. Wat hij van op zijn hoogte zag in 't verschiet dat konden zijn onderdanen niet onderscheiden, en

[pagina 2]
[p. 2]

al wat menschelijke vindingrijkheid kon uithalen om overtuiging te wekken, en moed in te spreken en geestdrift te ontvlammen, heeft hij moeten besteden om den Belgischen aard, die in al zijn ontwikkeling toch nog bleef hokken binnen zijn grenspalen, te doen beseffen dat er voor den echten ondernemingsgeest geen andere grenzen zijn dan die van den aardbol zelf.

Hij was een voorbeeld van werkzaamheid. Geen gevaarlijker staat om tot rentenierschap over te slaan dan 't koningdom. Men behoeft maar te wenken en de dienaars vliegen aan, dienaars die werken en dienaars die denken in 's konings plaats. Een koning kan ook op dezen dag zijn land regeeren in pantoffels. Maar Leopold heeft gewerkt, elken dag van zessen klaar. Al wat nog aan krachten sluimerde in Belgischen grond heeft hij gewekt: Ons financiewezen bracht hij op een hoogte die duizelen doet, onze nijverheid en onzen handel dreef hij tot waar ze stegen in wedijver met de grootste grootmachten der wereld. Niet zooveel, helaas, heeft hij gedaan voor de geestelijke grootheid van zijn land: aan 't onderwijs heeft hij niet geraakt, kunst en letteren liet hij zichzelve redden. Maar kon zijn geest van nutsbegrippen vol, de hoogste en fijnste zielsuitingen niet smaken, - millioenen had hij over voor de meest stoffelijke der kunsten, de bouwkunst, die zijn Brussel tot een paleizenstad moest maken en zijn strand tot een feërie. Ook voor de natuurwetenschappen en de vaderlandsche geschiedenis vergat hij niet een Maecenas te zijn. 't Was verder zijn recht te meenen dat ook het werken aan de stoffelijke grootheid van een land een koningsleven koninklijk vullen kan.

Hij was, alles ineens, een voorbeeld van vaderlandsliefde, niet zoozeer met woorden, die vergaan, maar met daden, die blijven zullen, zoolang België zelf een vaderland blijft.

Het dankbaar aandenken van zijn zeven millioen onderdanen heeft Leopold II in de ruimste mate verdiend. En wij bidden in vertrouwen voor het eeuwig loon van Hem die op zijn sterfbed, met een laatste schoon, groot voorbeeld, niets heeft verzuimd om het waardig te worden.

 

* * *

[pagina 3]
[p. 3]

‘Prins Albert heeft de voornaamste deugden van zijn ras. Zin voor 't practische leven en kalm geduld. Evenzeer als Leopold II heeft hij den arbeid lief. Misschien meer dan eenig ander Europeesch vorst stelt hij belang in staathuishoudkundige en maatschappelijke vraagstukken. Hij is niet beducht voor de volksbeweging, die zoovelen verontrust. Hij ziet haar met frisschen moed en wellicht met vreugde te gemoet. Niemand is meer dan hij kind van zijn tijd. Hij staat niet voor zijn eeuw met gebalde vuist, maar reikt haar zijn hand. Hij wil dat zijn gouwen haar welstand putten uit menigvuldige hulpbronnen. Ook hij droomt van de zee bij den aanblik er van. Voor de toekomst op zee heeft hij een korps van scheepsjongens gevormd; het schip Ibis, dat hij hun heeft geschonken, is hun drijvende school geworden... Hij bezoekt hen dikwijls... Hij ontdekt onder hen de nakomelingen van verschillende rassen, die in den loop der tijden het Vlaamsche strand bewoonden. Zijn stem klinkt luider als hij uit eigen studie beschrijft, aan welke afstamming ons kustvolk zijn zwijgende kracht en zijn stille volharding dankt. Hij ziet de Belgische koopvaardijvloot reeds met volle zeilen op de wereldzee. Hij haat pronk, omslachtigheid en onoprechtheid. Daar opgeruimdheid de kenmerkende eigenschap der Belgen is, schept hij er vermaak in haar om zich heen te verspreiden. Het kost hem geen moeite zich eenvoudig en hartelijk te geven. Men meent soms dat hij schuchter is, schuchter zooals iemand die zijn kracht verbergt. In Afrika reed hij alleen op het rijwiel langs de kronkelpaden van het woud, om van station tot station de voorgeschreven ontvangsten te vermijden. Zijn wensch ware met het minst mogelijk vertoon een vorst, maar met den hoogsten graad van waarheid een mensch te zijn. Hij is een goed ruiter. Menigmaal laat hij zijn paard dwars over 't veld rennen in 't behaaglijk gevoel vroolijk en vrij te zijn in wind en zon.

Prinses Elisabeth vergezelt hem op deze dolle ritten. Ook zij bemint deze plotselinge verjonging, die geput wordt uit de bron van de levendige en krachtige natuur... De prinses bezit de zeldzame en kostelijke eigenschappen van een moeder en een gade. De prins getuigt dat zij degene is geweest, die de kunst in zijn huis binnen voerde. Nu

[pagina 4]
[p. 4]

heeft hij de kunst leeren liefhebben. De prinses is misschien de eenige aan het Brusselsche hof, die de goede letterkunde kent. Wanneer zij kiest raakt zij onder de boeken, die in de mode zijn, niet verdwaald... Zij ademt den bloesem der dichtkunst in, waarmee zich België thans kranst. Daarom mogen we zeker zijn dat de troonsbeklimming van den nieuwen koning de wedergeboorte en de verheerlijking van de letterkunde zal meebrengen... De teekenen waaronder de nieuwe regeering begint zijn dus gelukkig. Het land en zijn vorstelijk paar hebben elkander onderzocht en gemeten en hebben elkaar sedert lang begrepen als twee vrienden, die op elkaar rekenen. Allebei jong, blijken ze vastberaden tegenover het leven. Misschien zullen zij door wederzijdsch begrijpen er toe komen, vele al te hoog gaande plannen te fnuiken, maar dit alleen, om te werken aan het innerlijk en diep leven van het volk zelf. Eens dit werk gelukkig en langzaam ten einde gebracht, kan het werk van Leopold II worden hervat. En godweet welke zeldzame en nieuwe krachten het nog zullen bevestigen en ontwikkelen.’ (Dichter Verhaeren, in 't Fransch).

Voeg nu daarbij dat een levendige christelijke geest onze vorsten bezielt, dat het Vlaamsch ook zijn plaats heeft in hun hart en dat Albert I zijn grondwettelijken Koningseed in beide landstalen heeft afgelegd, dan kan Verhaeren's karakterschets om haar volledigheid bij velen welkom zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken