Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1911 (1911)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1911
Afbeelding van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1911Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1911

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.43 MB)

Scans (55.31 MB)

ebook (4.76 MB)

XML (2.63 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1911

(1911)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 516]
[p. 516]

Allerlei

Tot heden bleef uitgesteld een woord over den Franschen advocaat Barboux die, vóor maanden reeds, te Parijs is gestorven.

't Zou niet gaan hem beter te teekenen dan het ‘Journal des Debats’ dat dit katholiek toonbeeld van alle advocaten van dichtbij heeft gekend, hem heeft geschetst: ‘Durant trente ans, aucune grosse affaire ne s'est plaidée sans qu'il y eut le principal rôle, et il a soutenu ainsi le labeur le plus formidable que jamais homme ait osé accepter... C'était un incomparable avocat. Cela, tout le monde le sait. Ce qui est peut être moins connu, c'est que, avec les dons les plus brillants, une faculté de parole sans rivale, une intelligence merveilleusement prompte à tout saisir et à tout s'assimiler, personne n'eut plus de minutie dans la préparation d'une affaire. Quand un client était admis dans ce cabinet, le travail commençait aussitôt. C'est le moment le plus difficile peut-être dans la profession de l'avocat, celui où il doit démêler à travers les affirmations péremptoires d'un financier, d'un industriel, à travers les sanglots d'une femme - la vérité. Il lui faut, pour y réussir, beaucoup de finesse et le sens pratique le plus aiguisé. C'étaient précisément les qualités éminentes chez M. Barboux; il pouvait être, suivant les causes, juriste très savant, homme d'affaires consommé, psychologue parfaitement averti de toutes les faiblesses humaines. Assis contre la cheminée, la main caressant les lèvres rasées, il interrogeait le client avec une dextérité qui consistait, tour à tour, à le faire et à le laisser parler, jusqu'à ce qu'il en eût tiré tout ce qu'il voulait savoir.... Toutes les pièces étaient lues et étudiées comme à la loupe. Le secrétaire qui avait préparé le dossier était longuement interrogé lui aussi. Chemin faisant, l'affaire s'esquissait, se modelait peu à peu devant les yeux de M. Barboux. Quand il était sûr enfin de la voir tout entière, il se mettait à l'oeuvre et composait la plaidoirie. Allant et venant dans son cabinet, il composait, le plus souvent à voix haute et de mémoire, le fait serait incroyable de tout autre; mais sa mémoire à lui était prodigieuse. Il était assuré de retrouver à l'audience, fixé par des notes brèves, cet immense travail.... Cette étonnante faculté qu'il ne cessa d'entretenir servait un esprit qui s'était fixé de bonne heure, par réflexion et par choix, dans une forme définitive. Il entendait démontrer et convaincre, ce qui est toute la tâche de l'avocat. Mais, disposant des ressources les plus complètes - clarté et méthode, science juridique, vigueur pressante du raisonnement, imagination habile à découvrir l'argument comme à le présenter dans le jour même oû elle l'aperçoit - il en usait d'une manière qui lui était propre et qui imprimait à chacun de ses plaidoyers la marque d'une personnalité énergique, consciente, volontaire. Il avait des croyances profondes, inébranlables. Il croyait au

[pagina 517]
[p. 517]

Droit, effort séculaire des hommes pour régler les rapports de leur vie publique et privée suivant la raison et la justice. Il croyait que ni la hauteur ni la noblesse ne sont interdites à la pensée humaine et il en trouvait la plus parfaite expression dans notre littérature du 17e s., dans la peinture de la Renaissance Italienne. Il avait la foi religieuse. C'est pourquoi, ayant vu, de si près, l'infinie variété des misères morales, il était d'autant mieux tendu vers ce triple idéal du droit, de la beauté classique et de la foi. La religion, il l'honorait en serviteur respectueux, par des pratiques régulières, et avec une sorte de pudeur grave’.

Henri Barboux was geboren te Chateauroux in 1834. 't Was een mager manneke met een reuzenwilskracht. Hij mocht het zeggen: ‘Je n'ai jamais parlé que pour agir’... ‘A la barre on le sentait fémissant de cette volonté. Si menu, avec des gestes sobres et rares de la main pâle, il avait ces deux moyens essentiels de l'orateur: la voix et le masque. La voix surprenait d'abord par ses résonnances nasillardes; mais tout de suite, elle semblait saisir les mots, les pétrir ou les caresser, et elle connaissait au surplus toutes les nuances, celles qui fixent l'attention, celles qui charment, qui amusent, qui émeuvent. Quant au masque, la vivacité des yeux aigus, la fermeté des lèvres minces le faisaient admirablement expressif; parfois, à la fin d'une phrase où se ramassait le désir de convaincre, la tête blanche se jetait en avant, d'une secousse, comme pour porter droit, à la raison ou au coeur du juge, le coup auquel ils se rendraient.’

 

‘Met Krogh-Tonning is een der uitstekendste theologen van Scandinavië heengegaan.’ Zoo schreef het grootste blad van Denemarken, de ‘Berlingske Tidende’ toen de groote bekeerling in Februari l.l. stierf. Ook al de Noorsche bladen spraken over hem met een achting, die evenzeer de pers als den doode eert. Alle getuigen dat hij een zuil voor de Luthersche kerk had kunnen zijn, en tot het laatste toe altijd dezelfde groote denker en beminnelijke mensch is gebleven.

Aan zulk een lof van protestantsche zijde moeten wij eigenlijk niets meer toevoegen.

Krogh zelf heeft in zijne herinneringen breedvoerig den gang zijner geestelijke ontwikkeling beschreven... Eigenlijk was hij niet zoozeer de man der daad. Hij was de stille vorscher, de man der theorie. Hij hing daarbij eenmaal met al zijn liefde en met de grootste taaiheid vast aan de Luthersche Staatskerk. Dat moet men vóór oogen houden, wil men de volle grootheid zijner bekeering verstaan.

Stap voor stap kwam hij nader tot de Katholieke Kerk, maar zoolang zijn verstand nog éen plekje vasten grond in de Luthersche Kerk bespiedde, stond hij er op... Eindelijk stond hij op het punt, van waaruit hij met Manning en Newman zag dat er volstrekt geen werkelijke overheid buiten die der oude Katholieke valt te erkennen.

Teekenend voor den langzamen gang zijner bekeering is de volgende episode: Hij had als goed Lutheraan de beeltenissen van Luther en Melanchton in zijn werkkamer hangen. Reeds lang had hij een zekere korzeligheid tegenover den geweldi-

[pagina 518]
[p. 518]

gen ‘reformator’. Maar toch kon hij niet scheiden van 't portret. Nu trokken Luther's leerreden op het huwelijksleven zijn aandacht, en, toen hij het schandaal van het Hessisch dubbelhuwelijk van dichterbij had leeren kennen, nam hij plechtig Luthers beeld van den muur af. Maar Melanchton's beeld bleef hangen. Tot het bleek welk een deel de zwakke Melanchton aan Luther's uitspraak in bedoelde aangelegenheid had gehad, en zoo werd ook het tweede portret weggenomen.

Intusschen gaf Krogh-Tonning met ondersteuning van het Wetenschappelijk Genootschap te Christiania een reeks schriften uit, waaruit langs om duidelijker bleek dat hij het Lutheranisme niet langer logisch verdedigen kon. Niemand waagde het hem tegen te spreken. Hij was voor allen te geleerd; en de Luthersche ‘Dogmatik’ van Krogh-Tonning bleef onaangevochten.

En nu - juist als hij op het toppunt stond van zijn faam, juist als hij de schoonste vooruitzichten had op de hoogste plaats in de Staatskerk - gaf hij alles op, verkoos hij onrust en armoede.

Want Krogh-Tonning was niet enkel een geleerde, hij was een man der waarheid, een karakter zoo vast dat hij het grootste offer bracht liever dan ook maar een duimbreed van zijn overtuiging te wijken.

Zijn ontslag baarde ongehoorde opschudding in Noorwegen. Den 13n Juni 1900 werd Krogh in de Katholieke Kerk opgenomen, te Aarhus in Denemarken. Een heele literatuur dreigde op te schieten rondom de gebeurtenis; maar Björnstjerne Björnson verdedigde Krogh en bracht alles tot bedaren. Voortaan kon de geleerde stil en bescheiden te Christiania leven. Altijd preekte hij aan al wie 't hoorde wilde: zelfstandig denken. Daarom boog hij zich voor de waarheid, waar hij ze vond, hoe hard ze ook was... Men spreekt zooveel van persoonlijkheid, Dr. Krogh-Tonning was werkelijk een persoonlijkheid. Door arbeid, lijden, nederigheid en liefde was hij een groote, sterke, christelijke persoonlijkheid geworden. Wat wij zeggen, lezen en bewonderen, dat deed hij; (naar ‘Hochland’).

 

Het Komiteit der Nederlandsche Vacantieleergangen te Leuven verzoekt ons het voorloopig programma van het vijfde jaar dier leergangen aan onze lezers mee te deelen:

(28 Augustus tot 2 September 1911).

Deze leergangen zijn bestemd voor de leeraars aan de Colleges en Athenaea, de priesters, de studenten uit het laatste seminariejaar en de Drs in de verschilllende vakken.

De volgende onderwerpen zullen behandeld worden:

E.H. Dr. J. Berghs, Bestuurder der Limburgsche Ambachtschool te Hasselt: Natuurkunde.

E.P. Claeys-Bounaert, S.J. Antwerpen: Latijn.

Dr. E. De Jongh, Hoogleeraar: Het Koloniaal Museum te Tervueren.

E.H.F. Drijvers, Willebroeck: Godsdienstléer.

E.H. Dr. J. Nagant, Leeraar aan het Klein Seminarie te Rolduc (Nederland): Aardrijkskunde.

Dr. J. Persyn, Leeraar aan het Hooger Handelsgesticht te Antwerpen: Letterkunde.

[pagina 519]
[p. 519]

E.P. Dr. C. Piepers, S.J. Studieprefect van het Canisius College te Nijmegen (Nederland): Grieksch.

Dr. J. Quangel, Leeraar aan het Koninklijk Athenaeum te Antwerpen: Wiskunde.

Dr. A. Smedts, Repetitor aan de Hoogeschool te Gent: Sterrekunde.

E.H. Van de Velde, Brugge: Engelsch.

Dr. Van der Essen, Hoogleeraar: Geschiedenis.

E.H.A. Van Langendonck, Opziener over het Middelbaar Onderwijs te Mechelen: Meer godsdienst in de opvoeding.

Mr. E. Vliebergh, Hoogleeraar: De Nationale Bank van België.

E.H. Dr. Hugo Verriest, Ingoyghem: Gezelle.

E.H.A. Walgrave, Leeraar aan het Klein Seminarie te Hoogstraten: Kunstonderwijs.

Verder zullen de deelnemers toegelaten worden op de voordracht die Mevrouw Steenhoff-Smulders, Utrecht (Nederland) over Letterkunde, in het gesticht der Dochters van Maria (Paridaens) zal houden.

Op Dinsdag, 29 Augustus, zal Albert Vogel uit Den Haag de Forumscene uit Julius Caesar van Shakespeare en een fragment uit Antigone van Sophocles voordragen. Hij zal daarbij nog twee uren les geven over het tooneel.

Van verscheidene lessen zal een syllabus gedrukt worden.

Bij het stichten der Vacantieleergangen werd het plan onderworpen aan hunne DD. HH. de Bisschoppen, die er hunne volle goedkeuring aan hechtten.

Ter gelegenheid van de Vacantieleergangen zal in het St Pieters College, Minderbroedersstraat te Leuven, eene tentoonstelling van vakboeken, betrekking hebbende op de behandelde onderwerpen, worden ingericht. Iederen dag zal de E.H. De Wals, leeraar aan het St Pieters College te Leuven, zich ter beschikking houden van de bezoekers, voor 't verstrekken van inlichtingen.

De inrichters zorgen, op aanvraag, voor tafel en verblijf, die te Leuven kunnen geschat worden op 5 frank daags. De priesters zullen, zooals verleden jaar, in H. Geestcollege mogen verblijven tegen 2,50 frank per dag.

Het volledig programma zal in Juni en de uurrooster einde Juli verschijnen.

De inschrijving kost 5 frank.

Namens het Inrichtend Komiteit: De Voorzitter, E. Vliebergh; De Ondervoorzitter, Fr. Van Cauwelaert; De Schrijver, Jul. Kleyntjens, Geldenaaksche vest, 43; De Boekbewaarder, E.H.K. De Wals; De Penningmeester, E.H.C. Fransen.

N.B. - De inschrijvingen en alle briefwisseling te sturen naar de Keurboekerij, Groote Markt, 17, Leuven, met vermelding op den omslag: Vacantieleergangen.

De lessen beginnen op Maandag 28 Augustus, te 10½ uur, en eindigen op Zaterdag 2 September, te middag.

Bezoek aan de Bibliotheek, de Museums, Laboratoriums, enz. der Hoogeschool. Iederen avond van 6¼ tot 7¼ en van 9 tot 10, gezellige bijeenkomst.

De deelnemers kunnen het Gedenkboek der eerste Vacantieleergangen verkrijgen tegen 3 frank (handelsprijs 4.50 fr.).

[pagina 520]
[p. 520]

Wij vernemen met genoegen dat de heer Vermaut, de welbekende Vlaamsche uitgever, die op kunstgebied ons reeds verscheidene malen bewezen heeft dat hij waarlijk op de hoogte is en de Vlaamsche schrijvers zeer genegen, besloten heeft eene album-editie van Caesar Gezelle's hoog geprezen werk: Uit het leven der Dieren uit te geven.

Deze editie zal waarlijk een prachtwerk zijn: gedrukt op kunstpapier, versierd met gekleurden omslag, sterken band, bijzondere initialen en boekversiering, een honderdtal penneschetsen, ft. 23×3; het zal een allermooist geschenk uitmaken voor al de boekenliefhebbers alsook voor hen die zoeken naar Vlaamsche prachtwerken om ze op tafels in spreekplaatsen voor te leggen.

Uit genegenheid voor onze Vlaamsche lezers heeft de heer Vermaut gaarne toegestaan deze albumeditie met vermindering van prijs aan onze lezers af te staan.

In plaats van 12 fr. zullen zij, die hunne bestellingen doen rechtstreeks aan ons beheer, Markgravelei, 176, vóór 1 Juni, het boek ontvangen tegen 10 fr.

Wij hopen dat alle liefhebbers van deze gunstige gelegenheid gebruik zullen maken.

 

Zooeven verschenen bij J. Vermaut, uitgever, Kortrijk: School en karakter, door Prof. Fr. W. Föster, uit het duitsch vertaald door G. Siméons, hoofdopziener te Luik, met inleiding door Volksvertegenwoordiger Dr. Frans van Cauwelaert. Prijs 3.00.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken