Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 24 (1924)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 24
Afbeelding van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 24Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 24

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.16 MB)

Scans (50.88 MB)

ebook (4.21 MB)

XML (2.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 24

(1924)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Overzicht van tijdschriften

De heer en mevrouw C. Scharten Antink kwamen nog lang niet tot literaire rust! Zooeven, d.w.z. in het Maartnummer van ‘De Gids’ beginnen zij het tweede deel hunner trilogie over ‘Het leven van Francesco Campana’. Het heet naar ondertitel ‘De duistere waarheid’. Het derde deel zullen zij noemen ‘De extazen van Francesco Campana’.

Tegelijkertijd trekt hier Frans Erens de parallel tusschen den Willem van Van Deyssels' ‘De kleine republiek’ en Van Looys ‘Jaapje’ en blijkt dit laatste ventje niet bijster genegen al wil hij ook de gebreken van Willem zien.

Met jaargg. '24 van ‘De nieuwe Gids’ begon J.A. Simons-Mees niets minder dan een historisch drama uit den Hugenotentijd. Wel is het opzet niet een beeld te geven van een historisch tijdperk doch in het beeld van een historisch tijdperk te doen zien de werking van een zoo machtige drijfkracht als het geloof in een verscheidenheid van menschen en karakters. Wat we zullen moeten afwachten is het volgende: of deze allerfijnste vrouw, wier kracht toch hoofdzakelijk ligt in de innerlijke tragiek van gedachten- en gevolsbotsingen zich hier, waar het ook zal aankomen op historische plastiek, niet vergrepen heeft. We hebben den tijd om te wachten. Met de twee eerste nummers van 24 zijn we de eerste der 4 afdeelingen (16 tafereelen) nog niet door.

‘Binnengedachten’ van Willem Kloos zijn dood-gewone verzen met de habitueele dosis pretentie erin waarvan deze dichter ons nooit kan vrijlaten.

Suggestief proza plaatst L. Van Deyssel onder titel ‘Jonge liefde en oude bergen’. Waar het heenwil is nog niet klaar uit te maken.

Bernard Verhoeven voltooit zijn prachtstudie over Henriette Roland Holst in het Maartnummer van ‘De Beiaard’. Na de analyse van ‘Tusschen twee werelden’ besluit hij: ‘Wie om dit veelbeproefde leven de allerbitterste beproevingen ziet samenpakken kan niet nalaten te denken dat hier de uiterste worsteling is aangevangen. En dat Eén, machtiger dan allen, en Die communisten als Henriette Roland Holst in zijn Gemeenschap, de opperste, de Gemeenschap der Heiligen, kan binnenvoeren, dit vlammend apostelhart voor zich begeert:

‘Ik kom nog eenmaal met u worstlen om uw ziel...’

Het Aprilnummer geeft, een studie over Kardinaal Mercier

[pagina 381]
[p. 381]

uitgezonderd, louter scheppende literatuur. Twee primeurs van vlaamsch werk, een passiespel van Hilarion Thans en een fragment uit Ernest Claes' jongste werk ‘Het leven van Herman Coene’. Van beide zal D.W. en B. voor Vlaanderen de blijde inleider zijn. Van Willem de Merode deze slotverzen:

 
Jeugd is gelukkig en God geeft den slaap
 
aan zijn beminden, een vermoeide knaap
 
verzorgt hij teerder dan zijn mondige erven.
 
Jeugd is gelukkig in het groot gewoel
 
van veilge vree en levens' vaste doel.
 
Jeugd is gelukkig, maar een man moet zwerven.

In ‘Wil en Weg’ 15 Maart een vlotte studie over eenige werken van Frans Marc ‘een groot expressionist die met een buitengewoon sterke liefde van de dieren hield’, ‘in den oorlog doodgeschoten toen hij nog geen 26 was’.

Over een ander, een vlaamsch, maar blijkbaar heel wat minder genietbaar expressionist met name Victor Servranckx, - schrijft Wies Moens in de derde ‘Pogen’ aflevering. Zeer wijs betuigt steller dat hij geen ‘pleidooi’ bedoelde te houden voor de ‘wijze’ van een Servranckx en wil zijn lof wettigen door zijn ‘verwachtingen’ over hem. Vooralsnog schijnt me naast de drie reproducties het proza van Wies Moens te mooi om aan zoo'n werk te worden besteed.

Een fragment uit Antoon Van de Velde's ‘Christoffel’ en een vers ‘Gebed voor Lenin’ vormen al de scheppende literatuur van deze aflevering. Vast heel weinig, te weinig ‘pogen’.

Paul Colin kroniekt de Fransche literatuur in ‘Biblotheekgids’ en heeft het deze maand over de ‘katholieke stuwing in de Fransche literatuur’. Henri Massis heeft niet malsch met hem af te rekenen, ‘het zal bekend worden dat de vriendschap van Massis, samen met zijn overtuiging te koop is en daarbij nog niet bijster duur kost’.

‘Tooneelgids’ is deze maand vermeldenswaard om de bijdragen ‘Strijd om het decor’, door Leo Van Dorpe en ‘Ed. Verkade over modern tooneel’ door Jan Boon.

Het tijdschrift dat zich tegenwoordig met een ernst van belang gewoon-weg belachelijk maakt heet ‘Vlaamsche Arbeid’ onder leiding van Jozef Muls. Het is nooit ons inzicht fanatiek af te breken en ondanks onze vasthoudendheid aan persoonljike opvattingen, stellen wij steeds denken en voelen voor alle richting en uitdrukking open. Wat hier echter aan vlaamsche poëzie verschijnt is van het onbenulligste en komiekste dat ergens is te vinden. En niet alleen dat. Het is deze maand den katholieken redacteur van dit vervallen tijdschrift zelfs wenschelijk gebleken een tooneelproeve te publiceeren van een zeker heer Victor Brunclair, tooneelproeve die, alhoewel letterkundig onbeduidend, toch den gemeenen durf heeft weinig minder dan pornografisch te wezen. Het is onze plicht hierop te wijzen. Er is ruimheid en ruimheid. Er is een ruimheid die eerbaarheid en beginselvastheid doet verliezen. Dat is de ruimheid van ‘Vlaamsche Arbeid’ en het katholieke Vlaanderen dient ertegen gewaarschuwd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken