Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 24 (1924)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 24
Afbeelding van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 24Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 24

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.16 MB)

Scans (50.88 MB)

ebook (4.21 MB)

XML (2.19 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 24

(1924)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Overzicht van tijdschriften

Mijn herhaalde pogingen om in ‘Het Overzicht’ mijn achterlijke domheid, zoo goed en zoo kwaad als 't gaan kan, wat bij te werken, zijn voor deze maal weer mislukt. Ik zal ditmaal de verzen maar terzij laten, doch, al kost zetten duur, een staaltje geven van het proza waarvoor ik gestaan heb in deemoed en mijn onmacht bekend. Ik neem het uit ‘Wit of zwart’ een artikel dat tusschen haakjes ook genoemd wordt: ‘Ideeën over muziek’.

- ‘Als we de densiteit onzer gevoelens konden vast leggen in cijfers, zouden we tot een meetkundige reeks komen, met een rede naderende tot o; dan zouden we in die reeks een lijn kunnen trekken, die aan de eene zijde de poëzie zou begrenzen en aan de andere de muziek, beide wel afgeteekend. Door eeuwenlange verwarring is ons die lijn ontgaan en bedekken beide kunsten elkaar gedeeltelik. In de toekomst zullen we ook deze lijn te zoeken hebben.

- Daar waar de dichter zijn toevlucht neemt tot symbolen, is hij op het terrein der toonkunst. Daar waar de komponist aan programma-muziek doet, is hij op het gebied der letterkunde.’

Ik zou echter onhoffelijk wezen als ik niet aanstipte een paar ‘vertaalde’ artikelen die wetenswaardigheden bevatten en begrijpelijk zijn, waaronder ongetwijfeld het voornaamste over ‘De nieuwe kunst in Polen’ door Jan Brzçkowski. Tusschen door blijven echter de dichters aan 't woord en een van hen doet - met permissie der lezers - in een vers de zelfbekentenis van belang: ‘Mijn zitvlak is van eikenhout’.

Al weinig minder geneert zich deze maand ‘Vlaamsche arbeid’ met ‘Vier korte vertellingen van Paul van Oostaeyen. Het begin van de eerste vertelling luidt:

‘Akwarel drijft rood. Blauw en geel. Omheen kleurbellen spoelt het water. In ontmoeting worden het rood en het blauw mild: mauve trilt ver tot aan de grens van het ervaarbare. Wattmanpapier vloeit mauvedoordrongen. Het mauve water wordt korrels Wattmanpapier. Ofwel: het geel vervloeit kinderlik begeren naar het oplossen van het stabiele. Het blauw rust, begrenst de trilling en bepaalt ze verhouding naar binnen: kern. Kinderen blinken zeer lang schitterappels.’

[pagina 574]
[p. 574]

Waarna volgt de ‘vertelling’ van Anais die haar maandloon ontvangen heeft en het door het venster werpt; van een harmonikaspeler die zijn eigen arm afrukt en de dokter zet bij vergissing de harmonica op de plaats van den arm (sic!) en en van... de ‘kraplak-karmijnroode’. Victor Brunclair is met zijn dramatis personae op weg naar ‘mystiek of waanzin’.

Van zijn suggestiefste proza, genomen uit ‘Het Leven van Herman Coene’, liet Ernest Claes plaatsen in het meinummer van ‘De Beiaard’. Naast hem die zeker een onzer beste prozaïsten is op 't oogenblik, een onzer beste dichters, Wies Moens, met een vers ‘Inham’. Niet te vergeten de pracht van dezen inzet:

 
‘Nu luidt uw wil, dat dit leven
 
niet zal verwaaien, brokken muziek
 
in werelds tempeest...’

en van dit einde:

 
‘Iets van dit gedicht
 
moet door alle aderen, als bloed,
 
zijn weg vinden naar het hart
 
dat zwijmelt in het gedruis
 
of dronken zijn weg verliest naar u:
 
brede, gestrekte vogel
 
die hangt aan de nacht
 
met de sterren gespijkerd door uw vlerken.’

In een, zooals altijd, allermooist Meinummer van ‘Bouwgids’ wijdt Pol de Mont een artikel aan de hollandsche kunstenares Rie Cramer, de vrouw van den gekenden tooneeldirecteur der Haghespelers, Edward Verkade. Wie niet van deze artiste de fijne illustraties kent der sprookjes van Grimm en Andersen en van eenige stukken van Shakespeare kan zich hier te gast doen aan enkele teekeningen die kenschetsend en alleszins vleiend zijn voor het talent van deze pas 35-jarige en dus, ook ‘quoad annos’, nog veelbelovende vrouw.

Nog over schilderkunst belangwekkends gevonden in het ‘Wil- en Weg’ nummer van 15 April, namelijk over moderne fresko's. Geestig weet daarover Herman Hana, iemand die scherp en ruim ziet, te schrijven. Hij heeft het over de muurschilderingen van Joep Nicolas, een jonge schilder die in '23 den Vigilius - prijs (1000 gulden) behaald en over die van Joan Colette in de R.K. kerk te Dongen. Hij maakt zich druk om goed te praten en te prijzen, misschien soms dingen die, zelfs in hun genre gebreken zijn en andere die duidelijk genoeg voor hun artistiek - emotieve waarde pleiten tot al wie ook maar eventjes kan meewillen.

‘Pogen’. Een frissche Meigroet van Wies Moens. In zijn aesthetica Nr 2 ‘metaphysica en schoonheidsleer’ houdt het Pater Oswald O.F.M. bij de thomistische definitie op een wijze die misschien niet zoo thomistisch is. - Alhoewel hij slechts omschrijving mogelijk acht vindt hij de bepaling ‘pulchrum est quod visum placet’, ‘zoo juist, zoo klaar, zoo bondig als mogelijk is’. Ik niet. Een definitie moet geven genus en ‘differentia specifica’. Deze laatste is hier ‘visus’. Dat is onvolledig.

[pagina 575]
[p. 575]

Men neemt niet aan dat de smaak, ook een zintuig, schoonheid waarneemt. Pater Oswald zegt: ‘Het genot welke de waarneming van het schoone vergezelt is zoo blijkbaar van mindersoortige genietingen onderscheiden dat alleen een den mensch-onwaardige grofheid van zinnen in staat is het schoonheidsgenot te verwisselen met ander zingenot, b.v. dat van den smaak.’ Zoo is het gemakkelijk, als men conclusies trekt uit wat men moet bewijzen. Uit de definitie zou P.O. afleiden wat schoonheidsgenot is, maar hij leidt uit schoonheidsgenot af wat de definitie moet zeggen en niet zegt. Verder is P.O. onvolledig over wat waarheid is in de kunst. ‘Waarheid in de kunst is de gelijkvormigheid van het kunstprodukt met de regels der kunst’ maar welke die regels der kunst zijn zegt P.O. niet. Waar hij zegt nopens die regels: ‘hij (de kunstenaar) beheerscht ze; hij is de levende norma’ is hij onduidelijk. Tusschen heerschen en de levende norma zijn ligt het verschil waar het vaak precies om gaat.

Mooie gedichten van Paul Verbruggen, Wies Moens, en Pater Schreurs maken de kennismaking met dit nummer heel aangenaam.

‘Ter Waarheid’ vertaalt oorlogsliteratuur van Bernard Shaw. De sceptieker is er met de schudding en het romantisme dier 5 benepen jaren niet op veranderd. Al de kleine kantjes van de groote zaak, al de duizend manieren waarop de gemeenheid van hebzucht en lafheid zich bloot gaven heeft hij gezien. Hij schrijft daar over met de hem eigen geestigheid en het onverstoorbaar fanatisme van zijn socialistische overtuiging. Shaw is de pessimist met den eeuwigen glimlach, de zedeprediker die zedewet verafschuwt. Aan den ondergrond van zijn luim en geestigheden ligt bitterheid. Zijn geest is een Charlot Chaplin wien het schrijnend ernst is. Een zonderling, maar altijd een groot schrijver.

Volgt een korte inhoud van Shaw's laatste tooneelwerk ‘Back to Methuselah’, waarover Raoul Hoornaert zegt: ‘Dat vijf avonden te reke de Londensche élite naar Chelsea is geweest om dit werk te zien opvoeren, bewijst dat Shaw, die schrijft zonder gevoel, zonder poëzie, zonder moderatie in de alleenspraken, een interessant auteur is’

Ten slotte een objectieve, degelijke studie van hoogleeraar Hans Eibl, der Weensche universiteit ‘zu politischen thesen des Kardinals Mercier’ betreffende den vastenbrief 1924.

Over ‘literatuur en zedelijke vorming’ een artikel van K. Elebaers in ‘Onze Jeugd’.

Breed van inzicht en mooi van gewilligheid om in den schoot van katholiek leven op te nemen ook de nieuwste vormen die literatuur aanneemt en ze daarin, louterend, te orthodoxeeren.

In verband met wat ik in ons vorig nummer schreef over Byron is misschien dit getuigenis van zijn vrouw interessant. Het wordt geciteerd door Pater Gielen in ‘Boekenschouw’ (15 Maart):

- Hij is absolute monarch over woorden en hij gebruikt ze, gelijk Bonaparte menschenlevens, om te veroveren, zonder verder te letten op hun innerlijke beteekenis, hen beschouwend alleen als cijfers, die hun waarde ontleenen aan de plaats

[pagina 576]
[p. 576]

waar hij hen zet in het getal en hen rangschikt met een volmaakte routine... Ik heb nooit iemand ontmoet, die habitueel zoo verstoken was van de geestdrift, welke hij zoo schoon kan uitdrukken en tot welke hij zijn verbeelding weet op te werken.’

Een nieuw nummer van ‘Tooneelgids’ is verschenen. Wat mager, zooals ongeveer gewoonte gaat worden bij ‘Tooneelgids’.

Op dees wijze geeft dit tijdschrift niet op twee jaar tijds wat ‘Pogen’ verleden maand presteerde op tooneelkundig gebied in één enkel nummer.

 

G.W.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken