Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1925 (1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1925
Afbeelding van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1925Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1925

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.91 MB)

Scans (87.58 MB)

ebook (6.53 MB)

XML (2.22 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1925

(1925)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 93]
[p. 93]

Varia

De heer H.P.C. POELHEKKE, een van de pioniers der leving in Nederland herdacht den 20 December zijn 60e verjaardag. Hij werd gehuldigd in ‘Opgang’ door E.P. Kerstens, in de Nieuwe Eeuw, door Bernard Verhoeven.

* * *

 

Frederik van Eeden, heeft volgens de N.R.C. eenige kisten met handschriften, waaronder wij noemen de manuscripten van ‘De kleine Johannes’, ‘Johannes Viator’, ‘De passielooze Lelie’, het nimmer vertoonde tooneelstuk ‘De Idealisten’, vertalingen van werken van Rabindranath Tagore, enz., aan de letterkundige verzameling van de gemeente 's Gravenhage gegeven.

Na zijn dood heeft hij toegezegd de brieven in zijn bezit van Kloos, Van Deyssel e.a. bekende personen uit den Nieuwe-Gidstijd.

* * *

JAN VAN NIJLEN BEKROOND. - De driejaarlijksche Vlaamsche letterkunde, 16de tijdperk 1921-1923, is toegekend aan den dichter Jan van Nijlen voor zijn verzenbundel.: ‘Het Aangezicht der Aarde’.

De jury was samengesteld uit de hh. prof. Scharpé, voorzitter; prof. A. de Ridder, sekretaris; prof. Aug. Vermeylen; prof. Verdeyen en Mr A. Cornette, leden.

Jan van Nijlen is een van onze gevoeligste Vlaamsche dichters. Hij is een stille werker, maar wat hij geeft is gezonde, sterke kunst.

Van Nijlen is te Antwerpen geboren. Hij schreef o.a. de volgende verzenbundels: Verzen, Het Licht, Naar het Geluk, Het Aangezicht der Aarde.

Jan van Nijlen schreef ook interessante studies over fransche letterkunde o.a. over Peguy en Francis Jammers.

De prijs werd hem met algemeene stemmen toegekend.

HENRI BOREL OVER HET JONGSTE STREVEN IN

De vrijzinnige schrijver van ‘Het Jongetje’ gaf in het Haagsche ‘Vaderland’ (14 Dec.) een artikel, waaruit wij gaarne, als katholieken een en ander citeeren:

‘Ik kan mij volkomen begrijpen, schrijft hij, al ben ik niet Roomsch-Katholiek, dat er een generatie van Roomsch-Katholieke schrijvers en dichters is opgestaan, die niet tevreden meer zijn met enkele litteraire waarden, bepaald door een, in den grond redeloozen, cultus van absolute kunst om de kunst alleen, maar die, beroerd en doordrongen van de groote problemen, die het leven stelt, geslagen ook door de ontzaggelijke vragen van leven en dood, en door allerlei andere mysteriën, en vol van religieus verlangen onmogelijk weer in de begrensde wereld van het ‘letterkundige’ kunnen leven.

Het is niet de nieuwe Roomsch-Katholieke generatie, die dit voor het eerst heeft ingezien en uitgesproken. Twintig jaren geleden, toen hij nog niet Roomsch-Katholiek was geworden, is, met andere woorden, dit alles reeds door Frederik van Eeden gezegd in zijn Studies,

[pagina 94]
[p. 94]

vooral in de opstellen daarin.

Frederik van Eeden is de éénige onder de Tachtigers geweest, die inzag, dat letterkunde nog iets hoogers is dan de kunst van letteren alléén en die de geestelijke, cultureele waarde er van boven alles stelde. Als hij maar eerst zoo beleefd is te sterven - dit schijnt in ons onlitteraire landje zoo langzamerhand een conditio sine qua non te worden - zal men de juiste cultureele waarde van van Eeden's werk wel gaan inzien, en het nageslacht zal zich afvragen, hoe het in Godsnaam mogelijk is geweest, dat Van Deyssel en Kloos, wier werken véél minder cultureele waarde hebben dan dat van van Eeden, als de heroën der Nederlandsche litteratuur be-Leeuwd werden, terwijl de regeering van Eeden's zestigsten verjaardag onopgemerkt voorbij heeft laten gaan als die van den eersten den besten tramconducteur. Ons onlitteraire volk, en blijkbaar ook onze regeering, is zoo geimponeerd en overdonderd geworden door de lofliederen, in onzen letterkundigen tempel aangeheven, om het idool Litteratuur-Woordkunst te adoreeren, dat zij geheel en al in de war zijn geraakt, en de cultureele waarde van Litteratuur geheel over 't hoofd hebben gezien.

De nieuwe Katholieke generatie is er, vooral de laatste twee jaren, weder met kracht aan begonnen, juist in den tijd toen de regeering de voornaamste hoogepriesters van het idool de hoogste onderscheidingen toekende en hen tot dragers onzer cultuur proclameerde. Ik ding hiermede vooral niets af op hun (enkel) letterkundige verdienste, die ongetwijfeld buitengewoon groot is. Ik wijs er slechts op, dat men cultuur niet met litteratuur moet verwarren, en dat Frederik van Eedens werk, naast groote litteraire, een niet minder groote cultureele verdienste heeft, welke tot nog toe onrechtvaardig miskend en genegeerd is.

 

CARL SPITTELER de groote Zwitsersche dichter is te Luzern, op 80-jarigen leeftijd overleden. Hij wordt door de meest gezaghebbende critici geprezen als de grootste Duitsche woordkunstenaar van dezen tijd. Zijne voornaamste werken zijn: ‘Prometheus und Epimetheus’, ‘Balladen’, ‘Literarische Gleichnisse’, ‘Lachende Warheiten’, ‘Olympischer Fruhling’, ‘Imago’.

Wie meer wenscht te weten over Spitteler's leven en werk, zie Dietsche Warande en Belfort, nummer 1, 1921; op Warande-wandel, door Dr. J. Persijn, blz. 116-122.

 

PUVIS DE CHAVANNES. - Den 14 December ll. was het de 100e verjaardag van Puvis de Chavannes' geboorte. Veertig jaar lang heeft deze groote kunstenaar, ondanks de miskenning, voortgearbeid, aan zijn levensdroom en Frankrijk met eene nieuwe monumentale kunst verrijkt.

 

* * *

 

LITTERAIRE PRIJZEN. - De prix Lasserre werd toegewezen aan den zestigjarigen priester-dichter Louis de Cardonnel, voor zijn boek: ‘De l'une à l'autre aurore’; de prix Goncourt, aan M. Thierry Sandre, voor zijn roman: ‘Chevrefeuille’ en de prix Femina voor Vie heureuse, aan M. Charles Derennes.

 

* * *

 

BERNARD ZWEERS, de nestor der Nederlandsche Componisten is deze maand overleden.

[pagina 95]
[p. 95]

* * *

G. en C. SCHARTEN-ANTINK. - Bij de maatschappij voor goede en goedkoope lectuur te Amsterdam verschijnt een drieledig roman van het echtpaar Scharten-Antink: Het Leven van Francesco Campana. De twee eerste deelen: ‘De jeugd van Francesco Campana’ en ‘De Duistere waarheid’ beleefden in enkele maanden tijds, respectievelijk 3 en 4 uitgaven.

Van Sprotje is de 4e druk verschenen.

 

* * *

ARTIBUS PATRIAE herdenkt haar 601-jarig bestaan met eene tentoonstelling van door haar aan het Antwerpsch museum geschonken doeken en etsen. Bij de ontvangst ten stadhuize zegde burgemeester Van Cauwelaert o.m. over de beteekenis der kunst en het leven van een volk:

‘De Kunst is geen weeldebedrijf. De kunst is een der meest verheven uitingen van ons kultureel leven en zij is een der beste dienaressen van de gemeenschap in wier schoot zij geboren werd.

Geen taal grijpt dieper haar gegeven uit het wezen van een volk, dan deze welke wordt gevoerd door de verbeelding en de schoone ontroering van zijn kunstenaars, en trots het eigen kenmerk dat de persoonlijkheid van iederen waren kunstenaar geslagen heeft op zijne voortbrengselen, kan het leven van een beschaafd volk de trekken van zijn geestelijk leven, de bijzonderheden van zijn stoffelijk bestaan, en de merkwaardigheden zelf van zijne natuurlijke omgeving, door geen middel trouwer en veelzijdiger worden weergegeven dan door de menigvuldige vormen en uitdrukkingsmiddelen over welke de kunst beschikt.

Cijfer de kunstgewrochten uit onze geschiedenis weg en niet alleen zal het zoo glorierijk verleden van ons volk een wanhopige verarming ondergaan, maar de lijnen zelf van onze geschiedenis zullen hunne zichtbaarheid in groote mate verliezen. De kunst is niet alleen een sieraad, de kunst is niet alleen een adeltitel, de kunst is niet alleen een waardevol bezit omdat haar werken op de markt der goud-magnaten tot een hoogen prijs worden opgedreven, de kunst is in het leven van een volk de beste getuigenis van zijn verleden, een sterke schakel in zijn voortbestaan, een band van samenvoelen voor allen die zich tot een zelfde beschavingsgemeenschap bekennen, een klare wekroep van de toekomst, opdat het geslacht van heden onverzwakt den schoonen arbeid van 't verleden zou voortzetten voor de glorie van hetzelfde bloed’.

* * *

OVER HEILIGENLEVEN. - In zijne inleiding voor de zoo pas verschenen Levensbeschrijving van Pater Dominicus, apostel van Engeland, door een ordebroeder van den Eerbiedwaardigen Passionist, schrijft Dr. Gerard Brom over de ongenietbaarheid der meeste heiligenlevens:

‘Oneindig royaler deden de Evangelisten, schrijft hij, door eenvoudig te vertellen wat er gebeurd was en de gebreken van de apostelen, Petrus' groote zonde zelfs, volstrekt niet te verzwijgen. Sint-Frans van Sales, patroon van de schrijvers, heeft er dan ook uitdrukkelijk op aangedrongen, volgens het voorbeeld van heiligen, die over heiligen schreven hoegenaamd niets te verbergen’.

We willen een vrome in al zijn eigenaardigheden zien, met zijn wonderbare kracht in het gelooven, met zijn groei en zijn strijd, die ons het noodige vertrouwen geeft om hem na te volgen. On-

[pagina 96]
[p. 96]

der de aureool moet een levend wezen in plaats van een wassen pop zichtbaar zijn. Maar te veel heiligelevens zijn helaas volgens de regels van een wetboek opgezet als pleidooi voor de heiligverklaring, waarbij ieder hoofdstuk weer een nieuwe deugd bewijzen moet, al is 't volslagen buiten de voelbare werkelijkheid om. Het eenig gevolg van die manier is dat de verheerlijkte figuur in de wierook hangt te zweven, zonder dat we bepaalde trekken op zijn gezicht of bijzondere kenmerken van zijn omgeving kunnen waarnemen. Pijnlijk vallen die schoonste portretten bij de boedwarme levensbeelden op, die romanschrijvers van erg onbelangrijke personen weten te geven; en 't vloekt wezenlijk tegen alle verhoudingen, wanneer de grootste zielen met de minste wetenschap en de minste kunst behandeld worden.

 

* * *

EMIEL CLAUS. - Besloten werd den schilder van de Leie een standbeeld op te richten, in den kruidtuin te Gent. Het beeld wordt vervaardigd door M. Janne Serruys, echtgenoote van den Franschen publicist Pierre Mille en leerlinge van den schilder.

 

* * *

R.K. LETTERKUNDIGEN. - De tweede vergadering van R.K. Letterkundigen had plaats te Amsterdam, den 27 December. De vergadering staat onder leiding van onzen mederedacteur Ing. J.L.M. Feber.

 

* * *

Dr. G. KALFF Jr. zoon van den geleerden Leidschen professor, arbeidt aan een werk over Frederik Van Eeden, waarin ook de heele tachtiger-beweging historisch-wetenschappelijk behandeld

 

Van STIJN STREUVELS verscheen in het najaar een bewerking van de Tristan-legende.

* * *

 

BAEKELMANS heeft het eerste deel van een driedeelig roman voltooid.

* * *

MAURICE BARRES. - Den 31 Augustus is onder voorzitterschap van Poincaré een gedenksteen aangebracht te Metz aan het huis waar M. Barrès verbleef. Toen hij het plan ontwierp van Colette Baudoche.

* * *

K. VAN DEN OEVER heeft een nieuw boek voltooid. Het zal heeten: ‘Geestelijke Peilingen’ en verschijnt bij Romen te Roermond.

* * *

HOMEROS IN DE BIOSCOOP Homeros' Ilias werd door Hans Kyser bewerkt voor een film: Helena, de ondergang van Troje.

* * *

TE WAASTEN werd het graf ontdekt van Robrecht van Cassel, zoon van Robrecht van Bethune, graaf van Vlaanderen, wordt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken