Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1933 (1933)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1933
Afbeelding van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1933Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1933

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.76 MB)

Scans (45.08 MB)

ebook (3.73 MB)

XML (2.16 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1933

(1933)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 397]
[p. 397]

Kantteekeningen

Wetenschappelijke cacographie.

Voor een paar weken las men in een vl. dagblad een historische kroniek over Willem van Oranje waarin o.m. volgende verbazende zin voorkomt: Maar koning Philips hield zich den jongen man voor, om hem te dienen in het bestuur der Nederlanden.

Men kan zich een speculatie-vent ‘voor houden’ al is die wending foutief, maar dat koning Philips een jongen man zou gaan dienen, dat lijkt een al te onverwachte voortzetting van het goede-vrijdaggebruik der voetwassching. Een historicus heeft dit puzzle opgehelderd als volgt: Koning Philips hield dezen jongen man, Oranje, in reserve opdat deze hem later zou bijstaan in 't bestuur der Nederlanden.

Heel leerzaam voor onze studiekringen, dergelijke lectuur, maar toch zou een minimum van syntaxis onze historici geen kwaad doen. Un bon mouvement, Messieurs.

G.

Nos petits vicaires...

Een Fransch weekblad ‘Voilà’! heeft er een reporter op uitgezonden om na te gaan in hoeverre het nog waar is dat ‘tout homme a deux patries.’ Tijdens zijn reis in België, ‘la petite soeur’, heeft hij kennis gemaakt met onzen clerus. Hij geeft volgend synthetisch beeld van zijn bevindingen:

Le presbytère est sans poésie: une maison comme les autres, dans l'alignement. Mais c'est en vain que j'y demande M. le curé.

M. le curé est à son bureau. Une grosse maison, la plus grosse du bourg, neuve aussi, avec des vitraux verts aux fenêtres, une plaque de cuivre qui porte le mot: Boerenbond.

Cela signifie: association de paysans. Je trouverai la même maison dans tous les villages flamands. Et presque partout le même curé tout jeune, tout frais, bien musclé, qui a l'air d'un étudiant ou d'un vendeur d'automobiles, avec en plus la gravité de sa race.

Autour de lui, sur les murs, des diagrammes, des tableaux synoptiques, des statistiques et deux photographies: celle d'une betterave géante et d'un célèbre étalon.

- Je voudrais que vous me parliez de vos paroissiens...

- Le Boerenboud...

- Non! Vos paroissiens. Vos ouailles...

- Eh bien! le Boerenboud...

Il n'y a plus de paroissiens. Il y a des coopérateurs et M. le curé en perd quand le blé est à quatre-vingt-cinq, mais en gagne quand il atteint quatrevingt-dix.

Quelles sont les autres personnalités d'un village? l'Instituteur? Il est secrétaire de Boerenboud. Le médecin? Il est président d'honneur et conseiller technique. Le gros propriétaire, celui qui habite ce qu'on appelle le château? Il est membre bienfaiteur. Le pauvre type qui a tous les malheurs? Il est secouru par le Boerenboud.

Et M. le curé, au centre de tout cela, achète et vend du blé, des betteraves, des engrais. Il achète même des chemises de femme et des bretelles pour la coopérative de Boerenboud. Il fait des conférences sur la culture morâîchère dans les terrains maigres et sur l'utilisation des potasses.

[pagina 398]
[p. 398]

Il dirige l'équipe de football. Le Boerenboud joue contre le Boerenboud. Il organise les prochaines élections.

Tout à l'heure, ce curé de campagne enfourchera sa moto pour aller, à trente kilomètres de là, conférer avec un technicien qu'on a envoyé en Australie pour étudier la question des blés durs.

- Que désirez-vous encore savoir? me demande-t-il en signant son courrier.

Oui, quoi? Si la religion est en progression ou en régression? Si les paysans inclinent à gauche ou à droite? S'ils aiment ou s'ils n'aiment pas la France?

Je suis gêné d'avoir eu ces idées-là qui n'ont rien à faire dans le bureau net et simple, candide dans sa crudité, où s'alignent des échantillons de céréales.

Gelukkig dat deze ‘enquêteur’ zich nog om onze zielezorg bekommert, zooniet bleef er ons niets over dan het stichten van een Boerenbond-afdeeling van de vereeniging van letterkundigen. Et ‘voila!’

Het juiste woord.

Pater L. Brouwers heeft een woordenboek uitgegeven, dat ‘Het Juiste Woord’ heet. Het Juiste woord staat erin - al staan er een aantal zuiver fransche woorden in, met een wassen vlaamschen neus op - maar ge moet het er kunnen in vinden. Zooals het er nu ligt, is het zoo doelmatig en zoo gevaarlijk als een geweer. Een geweer kan op treffende wijze worden benuttigd, maar ge moet het kunnen hanteeren. En dat kunnen de meeste Vlamingen nog niet; dat is het teeken van onze onvolgroeidheid. We zeggen ongeveer of bijna juist wat we bedoelen; maar we zeggen het niet heelemaal juist. Het juiste woord, kan den ballast van bijvoeglijke naamwoorden en het gebruik van noodelooze diminutieven of verkleinwoorden missen.

Nonkel Jan lijdt vooral aan de diminutievenziekte. 't Zijn allemaal Yvonnekes en Germainekes en Godelievekes en Wilfriedekes; om er wee van te worden.

Zoo werd onlangs ‘een heel klein muzieknummertje’ aangekondigd, van Schumann... Een nummertje is al een klein nummer; een klein klein nummer wordt nog kleiner; en een heel klein klein nummer is haast niets meer. En eigenlijk was het een compositie van normale lengte.

Lt.

Op zoek naar Jef van Eyck.

Het J.F. Steinkopf-Verlag in Stuttgart heeft een biographie uitgegeven van den Zwijger: ‘Wilhelmus van Nassauen; Ein Mann und ein Volk’; door Kotze-Rottenrodt. Dat boek zal door Dr A. Goris in een volgende aflevering besproken worden; daarover dus niet. Maar in het begeleidend prospectus wordt als hooge autoriteit het zeer waardeerend oordeel geciteerd van ‘der vlämische Dichter Jef van Eyck’. Die zegt o.m. ‘Der Atem der Freiheit und die warme Liebe zum Germanentum sind aus jeder Seite zu spüren... Der Geist Vlaanderns spricht edel und stolz aus dem Werk. Meine Freunde, welche dieses Werk lasen, sind so begeistert wie ich. Der Dichter begreift das Niederländische Volk so gut, er begreift es vollkommen. Gewiß, wir Vlämen sind ein sehr glühendes Volk; aber wir erfuhren viel Leid und wenig Liebe. Wir müssen unsere Geschichte ganz mit Blut und Tränen schreiben. Es tut uns so gut, daß wir ein Freundesherz gefunden haben und einen Dichter “bij de genade Gods”, der uns begreift. Dieses Buch ist ein Zeichen, daß Deutsche und Niederländer Brüder sind.’

Maar de vlaamsche dichter Jef van Eyck zult u me vragen? Dat heb ik mezelf ook afgevraagd; en ik ben gaan kijken in de ledenlijst der vereeniging van

[pagina 399]
[p. 399]

Letterkundigen; maar geen Jef van Eyck te vinden. Vlaamsche dichters wel; en Jefs genoeg; maar geen Van Eyck. En het kan ook niet de hollandsche dichter Van Eyck zijn; want die heet Pieter Nicolaas; niet Jef. Hier is dus een vergissing begaan; tenzij er boerenbedrog werd gepleegd. Maar de vraag is: waar zit de vergissing of de drukfout? In den familienaam of in den voornaam? Ongetwijfeld in den familienaam; want het staat er te uitdrukkelijk, het is een Jef. Maar welke Jef? Jef Casteleyn, - de eenige vlaamsche dichter die een rijm heeft gevonden op bliksem, - kan het niet zijn; want die man is al jaren dood. Daarom dacht ik eerst aan Jef Muls; die heeft destijds nog verzen geschreven, en als woordvoerder van Vlaanderen op de Deutsch-Flämische Tage te Aken schijnt hij vorigen zomer blijk te hebben gegeven van een groote onbevangenheid. Het zou dus mogelijk geweest zijn... Maar het blijkt nu dat Jef Muls dat stuk niet heeft... bedreven. Het zou ook Jef Simons kunnen geweest zijn; al is hij vooral gekend als prozaschrijver, maar ze geven in Duitschland aan het woord Dichter een ruimer beteekenis dan in Vlaanderen. Doch het is ook Jef Simons niet. Wie dan? Jef De Vocht? Ik acht het niet waarschijnlijk. Vooreerst teekent hij gewoonlijk Jozef; en bovendien is de Zwijger geen man geweest naar zijn priesterhart. Wie dan? Jef Crick? of meester Jef Crets, die destijds nog een huldezang geschreven heeft voor Prins Albert? Ten slotte ben ik aarzelend blijven staan voor den naam van Jef Mennekes. Dit is ongetwijfeld een dichter; hij heeft zelfs voor twee, drie jaar zijn vijf en twintigjarig dichterschap herdacht. En even ongetwijfeld is het een Jef. Niemand heeft hem ooit Jozef, Jo of Josse geheeten; altijd Jef. Maar anderzijds is het niet waarschijnlijk dat Jef Mennekes, die voor, tijdens en na den oorlog, als dichter, als ambtenaar en als voorzitter van het Landjuweel blijk gegeven heeft van groote vaderlandsliefde en deze liefde zelfs ontboezemd heeft in een lyriek, die onze vooraanstaande toondichters niet ongevoelig heeft gelaten, dat deze Jef Mennekes zeg ik, thans, hetzij, buiten zichzelf geworpen door het zegevierend aantreden van den germaan Adolf Hitler, hetzij hiertoe gedreven door louter persoonlijke motieven, die wij niet te onderzoeken hebben, - thans, zeg ik, heel zijn vaderlandsche verleden en werkzaamheid zou hebben verloochend. Het is ondenkbaar. Maar wie is dan ‘der Vlämische Dichter Jef van Eyck’? Ik heb, ten einde raad, deze vraag overgemaakt aan de vereeniging van Vlaamsche Letterkundigen, met beleefd verzoek dienaangaande een onderzoek te willen instellen, opdat duidelijk blijken zou dat géén lid van deze vaderlandsche vereeniging eenigen blaam treft.

 

LANCELOOT.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken