Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 94 (1949)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 94
Afbeelding van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 94Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 94

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 94

(1949)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 131]
[p. 131]

Henriette Roland Holst
Aan Hubert van HerreweghenGa naar voetnoot(1)

 
Gij arme mensch, die hebt vergeten
 
hoe zachtjes God de zielen streelt
 
en hoe genadig Hij de diepe beten
 
van de verholen zonden heelt.
 
 
 
God schenkt ons alle goede dingen
 
des levens: licht en lucht en zon;
 
de zoete geur van meidoorn en seringen,
 
het heldre water fonklend in de bron;
 
 
 
de Liefde in haar duizend dageraden,
 
allen weer anders, allen even schoon.
 
God schenkt haar als Zijn heerlijkste genade,
 
zij heeft de lieflijkste en volste toon;
 
 
 
de lente met haar verrukkende geuren,
 
de zomer met zijn rijke vruchtbaarheid,
 
de herfst, hoe schoon zijn ooft in vuur'ge kleuren,
 
de winter met zijn kleed van stemmigheid.
 
 
 
Onze oogen verzwelgen die schoone dingen,
 
onze ooren luisteren verrukt
 
naar het getoover der vooglen die zingen
 
en d'edele muziek die ons ontrukt
 
 
[pagina 132]
[p. 132]
 
aan het lagere aardsche, het gemeene,
 
en op haar vleugelen ons voert omhoog;
 
zij voert ons mede in een wijde boog,
 
waar wij van vreugde en verrukking weenen.
 
 
 
Van de kleine dingen van het leven
 
en de verwarring van het aardsch gevoel
 
worden wij door de muziek ontheven;
 
ons te verheffen is haar eenig doel.
 
 
 
O, hoe vol verrukkelijke uren
 
is het leven vol betoovrend schoon,
 
maar het kan niet eeuwig duren
 
en wij hebben hier geen vaste woon.
 
 
 
Broeder Dood is naderbij gekomen
 
en hij ziet ons vragend aan:
 
‘Ge voelt toch voor mij geen schromen?’
 
Zie: Dat is een kinderlijke waan.
 
 
 
Dan reikt Christus ons zijn milde handen.
 
Wij grijpen ze en voelen ons gerust.
 
Ginds verscheemren de lage levenslanden
 
en wij varen naar de hemelsche kust.
voetnoot(1)
Naar aanleiding van zijn gedicht ‘Aan de Dood’ in het Januari-nummer van de ‘Dietsche Warande’ 1949.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Henriette Roland Holst-van der Schalk

  • over Hubert van Herreweghen