Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 96 (1951)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 96
Afbeelding van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 96Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 96

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 96

(1951)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 361]
[p. 361]

Henriette Roland Holst-van der Schalk
In memoriam Pater Vertenten

Met zijne Eminentie Kardinaal van Roey, aartsbisschop van Mechelen, Baron van Harinxma Thoe Slooten, gezant der Nederlanden te Brussel, Zijne Excellentie Dr. Frans van Cauwelaert, voorzitter van de Tweede Kamer in België, en tal van andere hoogwaardigheidsbekleeders heb ik zitting in het eerecomité voor Pater Vertenten. Deze Belgische priester was een missionaris van het H. Hart, geboren in 1884 te Hamme.

Zooals vele begaafde geestelijken was hij van eenvoudige boeren-afkomst. Hij had talrijke broers en zusters, waaraan hij met groote teederheid hing. Priester gewijd in December 1909, was hij van 1910 tot 1926 werkzaam als missionaris in Nederlandsch Nieuw Guinea en van 1927 tot 1939 in Belgisch Congo.

Ik kwam in aanraking met hem doordat hij mij een boekje stuurde met herinneringen uit zijn kinderjaren. Naar aanleiding daarvan ontspon zich tusschen ons een korrespondentie en het einde was, dat ik hem uitnoodigde, een paar dagen bij mij te komen op de Buissche Heide.

Pater Vertenten verklaarde zich dadelijk bereid aan mijn verzoek te voldoen en toen hij op een goeden morgen uit Zundert kwam aanstappen, vertelde hij mij, hoe hij een zijner bekeerlingen uit de Congo, die in een seminarie in de buurt studeerde, ontmoet had in de tram, die Antwerpen met Zundert verbond.

Van alle logé's, die ik na den dood van mijn man gedurende de bezetting hier had, zijn er eenigen, die bij de bewoners van de Buissche Heide voortleven in onverzwakte herinnering: Mevrouw A. Jansen-Baelde met haar drie kinderen; de heer J. Post, importeur van tijdklokken in Amsterdam; Jan Goubitz, een Joodsche communist, van beroep meubelmaker, in de wandeling Oom Jan genaamd. Laatstgenoemde woonde bij zijn zuster op het atelier in. Hij was in Amsterdam bij mij geweest en had mij uitdrukkelijk gevraagd of ik het risico van hem te herbergen op mij wilde nemen. En ook pater Vertenten behoorde tot deze onvergetelijke gasten.

In Nieuw Guinea (nu Iziel) had hij de volksstam der Kaja-Kaja's bekeerd en gered van de ondergang door tegennatuurlijke ontucht. In de Congo stond hij aan het hoofd van een opleidingsschool voor 300 inheemsche jongens, waar hij niet slechts geestelijk maar ook stoffelijk zorg voor droeg.

[pagina 362]
[p. 362]

Na van 1910 tot 1939 bijna onfagebroken in funktie te zijn geweest, keerde hij in 1940 met ziekenverlof in Vlaanderen terug, kort voor het uitbreken van den tweeden wereldoorlog. Aanvankelijk was hij nog in staat om de Mis te lezen en ik herinner mij, dat hij mij vertelde ook biechtvader te zijn van een vrouwenklooster.

In het klooster van het H. Hart, waar pater Vertenten verbleef, werden alle hulpmiddelen der moderne wetenschap beproefd om de kwaal, waaraan hij leed, nl. ontkalking, een tropische ziekte, te genezen.

Aanvankelijk schenen zij goede resultaten te hebben, maar weldra bleek dit een dwaling; de kwaal werd steeds erger en de pijnen heviger, tot pater Vertenten ten slotte op 13 Februari 1946 in het ziekenhuis te Wilrijk overleed.

Zo lang hij in staat was geweest zich vrij te bewegen, had hij geregeld Mej. Belpaire en Mej. Duyckers opgezocht. En wanneer ik ook na den dood van mijn man hun mijn jaarlijksch bezoek bracht, belde zij het klooster van het H. Hart op om te vragen, of pater Vertenten kwam eten.

Hoe verblijd was ik, wanneer ik zijn opgewekt, schrander, edel, nadenkend en vriendelijk gelaat zag verschijnen en hij mij op zijn hartelijke manier naar mijn welstand en die der andere bewoners van de Buissche Heide vroeg.

Terwijl Mamieke de soep opschepte - een heerlijke groentesoep met vele geurige kruiden - waren wij reeds in druk gesprek gewikkeld en hij vertelde levendig over zijn ervaringen in Nieuw Guinea en in de Belgische Congo.

Vaak was ook August van Cauwelaert, de aangenomen zoon van Mamieke, van de partij.

Als pater Vertenten binnentrad en ons met zijn diepe, opgewekte en muzikale stem begroette, ons warm de hand drukte en met zijn heldere, levendige oogen ons trouwhartig aankeek, dan was het of de ietwat deftige atmosfeer van Mamieke's eetkamer lichter en vroolijker werd. Ik geloof niet, dat er iemand was, die pater Vertenten kende en hem geen hoogachting en warme genegenheid toedroeg.

Hij had een open oog voor de schoonheden der natuur; hoe verblijd was hij met de sierpompoenen en droogbloemen, die ik eens voor hem meebracht naar het ziekenhuis, zorgvuldig op een schaal geschikt.

Pater Vertenten had een dichterlijke gave; ik neem hier een gedichtje over, dat hij gemaakt heeft toen ik eens een mooie kinkhoren voor hem had meegebracht, een der laatste uit een verzameling schelpen, die door den vader van mijn man was bijeengebracht.

 
De kinkhoren is er een beeld onzer ziel,
 
die levend, zooals zij uit Gods handen viel,
 
in God liggend rust en daar groeit en daar bloeit.
 
Maar buiten Hem dood is haar kracht en vervloeid,
 
 
 
dan sterft er de ziel, is nog enkel een schulp.
 
Doch hoe dood en verstoken van godlijke hulp:
[pagina 363]
[p. 363]
 
in haar wezen, haar diepste, daar draagt ze steeds mee
 
het geheimvol geruisch van haar oorsprong, de Zee...
 
 
 
en 't heimwee, 't verlangen - al sloeg zij het stuk -
 
den oneindigen dorst naar oneindig geluk!

Zoo heeft pater Vertenten zijn heimwee naar de oneindige zaligheid der ziel, die tot God is opgestegen, uitgesproken; de zee is in dit gedichtje het symbool van het eeuwige leven.

Ik herinner mij niet hoevele jaren pater Vertenten ziek is geweest; hij is in 1946 gestorven, maar het valt moeilijk te zeggen wanneer hij was begonnen te kwakkelen. Ziekte valt somtijds als een donderslag op een mensch, soms ook besluipt zij hem en dan kan men niet het precieze tijdstip aangeven, waarop zij feitelijk begon. Wel echter heeft pater Vertenten geschreven, dat het hem verheugde zoovele jaren te hebben mogen lijden voor de eere Gods en de bekeering der zondaars. Toen zijn krachten hem begaven, verlangde hij te biechten en de heilige sacramenten te ontvangen. Hij stierf rustig en gelaten, overtuigd door Gods genade na een tijd van loutering de eeuwige Zaligheid deelachtig te worden.

Pater Vertenten was van de stof, waaruit in de eerste eeuwen van het christendom de martelaars voortkwamen en in later eeuwen de groote stichters der kerkelijke orden. Het mengsel in hem van zin voor het practische en idealisme, de vereeniging van liefde voor alle schepselen en afkeer van het kwade, herinneren aan deze groote figuren, in de eerste plaats aan St Franciscus.

Het valt niet te zeggen, welk een invloed ten goede pater Vertenten uitgeoefend heeft op alle menschen, waarmede hij in aanraking kwam. In de folder van het Vertenten-comité, waarin de namen der leden zoowel van het Eere-comité als van het plaatselijke comité zijn opgenomen, zien zijn rustige, schrandere en vriendelijke oogen den lezer aan, terwijl de welgevormde mond even bereid schijnt in een vroolijken lach te zullen uitbarsten als een ernstig vermanend woord te gaan uitspreken, terwijl de bouw van den hoogen schedel op buitengewone geestelijke gaven wijst.

In enkele woorden staat de taak, die pater Vertenten vervuld heeft, omschreven: ‘Door zijn liefde en geduld redde hij een volk van den ondergang en won het voor christendom en beschaving’.

Eere zij zijner nagedachtenis.

 

Buissche Heide, 14 Juni '51.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Henriette Roland Holst-van der Schalk

  • over Petrus Vertenten M.S.C.


datums

  • 14 juni 1951