Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 97 (1952)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 97
Afbeelding van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 97Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 97

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 97

(1952)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 501]
[p. 501]

De laatste ronde

Geprefabriceerd kerkhof van de Vlaamse literatuur
aangelegd en met passende grafschriften versierd door drie doodgravers

Tweede perk

Maurits Bilcke
 
Van al wat ik heb geschreven
 
schijnt mij één regel
 
onder deze tegel
 
lichtelijk overdreven:
 
‘Thans weten we onszelve leven’.
J.L. de Belder
 
Al kunt gij met geen smidsvoorhamer
 
Bonkend op mijn kelder
 
Jozef L. De Belder
 
Nog wakker maken,
 
Toch zal uit de gesloten kamer
 
Eens Epimenides ontwaken.
Bert Decorte
 
Nabij een bessenbos moest ik een meisje vinden.
 
Daar wacht ze nog steeds op mij,
 
Want ik lig bij een trouwere beminde
 
Voorgoed waar een ander mij lei:
 
Bij de aarde onder de rozen en linden
 
Vol gehommel van horzel en bij;
 
Boven ons wiegelt de hagewinde
 
In de zacht aangeblazen winden
 
Met de aromen van de eeuwige Mei;
 
En het meisje dat ik bij het bosje moest vinden
 
Zoals ik het haar gisteren zei,
 
Weet niet dat ik mijn harp aan de wilg moest binden
 
En dat Orfeus voorgoed is voorbij.
[pagina 502]
[p. 502]
Maurits de Doncker
 
Gedoofder Vuren As
 
In 't laatste dichterheem:
 
Een houten kas
 
en rondom leem.
Luc Indestege
 
Waer mach men bat
 
dan in dit gat
 
Syn neergeleghen,
 
Bepeynst hier thans,
 
Oud-Nederlands,
 
Luc Indestege.
Reninca
 
Zelfs ons ontroert het: te vroeg gestorven.
 
En een grijs man, die voorbij strompelt,
 
schrikt op, ziet het jaartal, en mompelt:
 
‘Nog zo jong, en reeds zo bedorven.’
Maurice Roelants
 
Alles komt terecht.
 
We hebben Maurice
 
onder eigen devies
 
hier nedergelegd.
 
‘Maurice’ is overdreven,
 
van wat hij was in 't leven
 
is dit de weerglans niet:
 
er rest onder 't gesteente
 
alleen nog wat gebeente,
 
maar, hoe alles hem verliet,
 
een troost is hem beloofd:
 
al zijn haar blijft op zijn hoofd.
Firmin van Hecke
 
Ik lig hier al meer dan drie dagen
 
En ik kan nog lang wachten, wie weet.
 
Het is hard om dragen
 
Als ge Lazarus heet.
[pagina 503]
[p. 503]
Jozef van Mierlo s.i.
 
Och, hoe goet eest in hemelrike
 
Daer rast ende vrede is ewelike
 
Ende ons verblyt Gods fellen scyn!
 
Die stat is rike; die daer in wonen
 
Sy spannen alle der minnen cronen,
 
Ende ic hebbe Hadewych gesien!!
Jan van Nijlen
 
Hier ligt Jan Van Nijlen.
 
Hij dichtte bijwijlen.
Anton van Wilderode
 
Deze dode
 
heette Van Wilderode,
 
En in civiel
 
Coupé Cyriel.
 
Maar Piet Hein
 
Die een Rob Roemans moet zijn,
 
Stak hen saam onder de zoden.
Gerard Walschap
 
Toen de dood mij omver had gekegeld
 
Bekeken ze mij maar zuur.
 
Nu is alles prachtig geregeld:
 
Ik kreeg voor de duur
 
Van een maand - zoveel aflaten 's jaars -
 
In de bibliotheek van het vagevuur
 
Het werk van Joris Baers.
Wie een put graaft...
 
Hieronder soest Jan Pieter Kanarie
 
En niet ver vandaan ligt
 
Zijn vriend, Cornelis Maenlight:
 
Apekool én Larie!
Envoy
 
Wij moeten van dit perk weer voort,
 
terug naar het papieren leven,
 
maar keren ons nog even
 
om met een laatste woord:
[pagina 504]
[p. 504]
 
Dat Jezus Christus, de Vergelder,
 
genade geve aan al wie helder
 
of somber slechte verzen schreef,
 
of, als ik, anonieme schelder,
 
in deugd zo ver ten achter bleef,
 
en niet onze gebreken tell',
 
anders roept de zwarte melder:
 
Vlaamse dichters, naar de hel!
 
 
 
Dat Hij de zonden en hiaten
 
in 't levens- en in 't letterspel
 
wel in zijn Groot Essay wil haten,
 
maar ieder recenseert met mate,
 
en ons niet vastschroeft in zijn knel.
 
Groot Criticus, geef elk ‘zeer wel’.

j.p. kanarie

c.a.w. maenlight

b.r. baervoet

Een nieuwe generatie?

Jean Lacroix schrijft in Esprit (Meinr.): ‘Si nous ne nous trompons, une nouvelle espèce de catholiques est en train de naître. Inébranlablement attachés à la personne du Christ et à l'Eglise, ils estiment aussi que leur foi, pour être vivante, a besoin de participer à toutes les tâches temporelles de notre temps. Ils pensent qu'un chrétien n'est pas privilégié dans les questions scientifiques ou politiques et qu'il ne saurait déduire aucune solution précise de principes moraux ou religieux. Sur ce plan, la collaboration avec les incroyants leur est aisée, car ils se sentent exactement à égalité avec eux: seuls comptent l'intelligence et le dévouement. Mais si leur foi n'est pas une panacée, elle est une présence en eux et par eux, sans qu'ils le recherchent précisément: elle n'est pas une solution technique, mais une manière d'être dans la quête et la réalisation de la solution. Jamais peut-être chrétiens aussi attachés à l'Eglise ne se sentirent en même temps aussi libres. Cette attitude, comme toute autre, a son endroit et son envers, ses mérites particuliers et ses dangers propres. On voudrait qu'une théologie vivante en prît acte d'abord, la précisât ensuite, pour la parfaire en quelque sorte et dégager son orientation valable. Un immense travail aujourd'hui s'accomplit. Il n'aboutira qu'après avoir surmonté toutes les oppositions et évité bien des écueils.’

 

BERICHT: Er worden te koop aangeboden, 22 dln ‘Dietsche Warande’, I-XV ( 1855-1886) en 1893-1899, de eerste 5 delen met een blz. persoonlijke aantekeningen van A. Thijm. Eventueel belangstellende lezers, gelieven zich in verbinding te stellen met Z.E.P.J. Gerver S.J., St Ignatius-college, Hobbemakade 51 Amsterdam-Z.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Maurits Bilcke

  • over J.L. de Belder

  • over Bert Decorte

  • over Maurits de Doncker

  • over Luc Indestege

  • over Reninca

  • over Maurice Roelants

  • over Firmin van Hecke

  • over Jozef van Mierlo

  • over Jan van Nijlen

  • over Anton van Wilderode

  • over Gerard Walschap