Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 98 (1953)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 98
Afbeelding van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 98Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 98

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 98

(1953)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 282]
[p. 282]

Jongere dichters

Frank Meyland
In memoriam
Voor grootmoeder

 
Waar z' in haar zetel zat, stram en gevouwen
 
- gelijk een dorre tak de bijl verwacht -
 
en met de handen frutseld' aan de vouwen
 
van haren sjerp; mijn God: hier dreef het zacht
 
 
 
en ijl avondgeruis uit de landouwen
 
de kamer in, en lei de zon haar vacht
 
over een leven lang van Godsbetrouwen:
 
een leven lang, waarin Uw liefde lacht.
 
 
 
Hier staat het huis nog met de kleine ramen
 
gelijk een nijvre biekorf neergezet,
 
en al wie gingen, God, en al wie kwamen
 
 
 
roemden haar leven als een lang gebed
 
van ootmoed en van trotse liefde samen:
 
Maria in het huis van Nazareth.

Jan D'Haese
Jeruzalem

 
Ik reed met Christus door Jeruzalem:
 
De vaandels wuifden tussen kermistenten.
 
Wij hoorden, boven het gejuich, de stem
 
Van iemand die met speelgoed liep te venten;
 
 
[pagina 283]
[p. 283]
 
Zijn Hosannah klonk scherp gelijk een dolk,
 
Hij trachtte iedereen opzij te duwen...
 
En Christus sprak, de blikken star op 't volk:
 
‘Hij is 't, die in mijn aangezicht zal spuwen.’
 
 
 
De ezels stapten traag, lijk droevig, voort
 
En Christus zweeg, in zichzelve verloren.
 
Er vielen bloemen en van poort tot poort
 
Kon men 't gedruis der feestelingen horen.
 
 
 
Toen keek ik Christus plots'ling in de ogen:
 
Hij lachte stil, maar 't leek mij eerder wenen.
 
‘Zie,’ sprak zijn mond, ‘'k word eens te meer bedrogen,
 
Vandaag werpen ze bloemen, morgen stenen!’

Frans Babylon
Herfstelijk

 
De uitgevlamde bomen gloeien na
 
in avondnevels, die ze langzaam doven.
 
Ik wandel eenzaam door verkommerd lover
 
mijn schuldbedrukte heimwee achterna.
 
 
 
Vervreemd zie ik de boeren 't ritueel
 
van zaden werpen toegewijd voltooien;
 
en meisjes diep-gebogen knollen rooien
 
op velden vóór de desolate Peel.
 
 
 
Ik ben geïsoleerd in dit verband
 
van namelozen in hun trouw aan 't leven.
 
Ik heb geen taak meer en geen enkel streven
 
en zwerf absurd door mijn geboorteland.
 
 
 
Ik zoek de vrede van mijn vóórbestaan
 
en in de plantenbedden van moerassen,
 
met boomskeletten in de grijze plassen
 
zou ik verzinken willen en vergaan.
[pagina 284]
[p. 284]

Vincent de Wever
Jeugd

 
Eens heb ik wand'lend aan de hand van vader
 
Een ooievaar ril door een wei zien gaan.
 
Wij kwamen uit de vroege mist vandaan
 
En snel kwam van de kim de zomer nader.
 
 
 
Vader stond stil, ik keek hem vragend aan,
 
- Tussen het riet was even fel gesnater -
 
Zijn grote hand wees over lis en water:
 
Als een gedachte bleef de vogel staan.
 
 
 
Toen hief hij zich onrustig uit het gras
 
En tussen vreugd en heimwee dreef hij heen,
 
Een leegte latend in het jong gewas.
 
 
 
En daarna, zwijgend aan mijn vaders hand,
 
Wist ik mij voor de eerste keer alleen.
 
Hoog vliegt de ooievaar over mijn land.

Hektor van den Eede
Ik sluit dit huis

 
Om wat ons hart niet mag vernoemen
 
en om het bloed dat niet beklijft,
 
al sterft de brand bij het verbloemen
 
van wat aan dromen overblijft;
 
 
 
nu gij u keerde van de tegels,
 
waarop mijn blik uw spoor nog zoekt
 
en te vergeefs de levensregels
 
die in de vakken staan geboekt
 
door hen die hier reeds vroeger kwamen,
 
vóór zich aan ons de deur ontsloot,
 
de luister binnen en de ramen
 
op 't aller morgens morgenrood;
[pagina 285]
[p. 285]
 
om de vergeten tafelbloemen,
 
het koud komfoor zonder geruis,
 
en om wat 't hart niet mag vernoemen,
 
Euridyce... sluit ik dit huis.

P. de Prins
Mijmering

 
Kent gij het leed der stillen
 
die droomrig in het gras gezeten
 
willen roepen, willen schreeuwen, of willen
 
vloeken doch die elk woord vergeten
 
 
 
zijn want hun pijn is te ijl. Woorden
 
zijn scherp, te week de tranen.
 
Zij leven in 't geluk van het Vergane,
 
schuwen het lis dat op de boorden
 
 
 
hangt, maar kunnen uren staren
 
naar 't vijvervlak, dat in het maanlicht
 
rilt en willen steeds de nacht bewaren
 
tot God zijn hand naar hun verlangen richt.

Joz. Murez
Mijn ziel...

 
Mijn ziel, de kleine schelp die men gevonden heeft
 
een zomer op het strand en die men wil bewaren
 
om een te ver geluid waarin de zee herleeft
 
en om het eigen hart tot stilte te bedaren...
 
 
 
Want uwe slag, mijn ziel, valt voller dan de baren
 
en breder dan de zee zwelt uwe stroom en rust.
 
Gij golft mij roerloos toe of zuigt mij naar gevaren,
 
uw eindeloos gebied kent beddingen noch kust.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Frank Meyland

  • Jan D'Haese

  • Frans Babylon

  • Jan van Bakel

  • Pieter de Prins

  • Jos Murez

  • Hektor van den Eede