geworden is, zodat hij, om een woord te variëren, dat de Duitse schrijver Heinz Risse ooit over zichzelf sprak ‘zijn gehele leven over niets anders meer kan schrijven dan over de menselijke eenzaamheid’.
Hoe het ook zij, al zijn boeken hebben die tot onderwerp en zijn verhalenbundel Bezoek in de Avond kreeg als ondertitel mee: Vijf metamorphoses over een oud thema. Dat thema is de menselijke eenzaamheid.
‘I thought how strange we grow, when w'are alone,’ dit citaat van Sassoon is de leidraad van deze bundel en eigenlijk, geloven we, van heel Hofstra's werk.
De sterkste verhalen in deze bundel zijn Valken, dat de trieste geschiedenissen van twee vereenzaamde mensen dooreenvlecht op sobere, maar gevoelige wijze, en het zeer korte Bezoek in de Avond, waar de kwellende eenzaamheid ons duidelijk getekend wordt. ‘Soms moet men de les duizend maal leren, alvorens de overgave komt’, staat er ergens. Inderdaad, men moet de les vaak leren, en de schrijver laat ons zien, hoeveel moeite allen er mede hebben.
In De Vrienden van mijn Vrienden zien wij de jonge, begaafde baron Lisborgh, Tjerre Weeruma, die na een ongeluk in zijn jeugd, zijn leven in eindeloze eenzaamheid slijt op een Friese state, tezamen met zijn wezenloos voortlevende moeder, en die eerst na zeer veel leed zijn bestemming vindt, waarna zich een nieuwe toekomst voor hem opent.
Brenda Blieck, een operazangeres, die de hoofdpersoon is in Een sterke Vrouw, wie zal haar vinden? is al veel ouder en ook zij weet er geen weg mee. Het werk is voor haar het enige wat betekenis heeft, maar ook zij wordt door de ene teleurstelling na de andere overvallen: de spijt over het aanzoek van de dirigent Witter die ze heeft afgewezen, wijl haar de moed ontbrak haar carrière vaarwel te zeggen; de teleurstelling om Tempe Seng, haar leerlinge, die na een glansrijk debuut haar nauwelijks begonnen loopbaan opgeeft om de jonge dirigent Christian Julius te trouwen, met wie zij - Brenda - het leven had willen verder leven.
In dit boek, waarin duidelijk de ingewijde in de wereld der opera om de hoek komt kijken, weet Hofstra met enige zinnen een wereld van eenzaamheid te schetsen rond velen: de oude professor Aage Valentijn, die in het wijde Friese land werkt aan een vergelijkende studie over Westerse en Oosterse mystiek; Michael Brengk, Brenda's jeugdvriend met zijn trotse egoïstische vrouw, in hun villa op de Veluwe; Taco Wegelin, die op Brenda verliefd wordt en haar niet vragen durft; en niet te vergeten de scène, waar Brenda haar vroegere lerares Victoria Emmius bezoekt; een bladzijde van grootse en gevoelige beschrijvingskunst.
In Een Man alleen maakt Hofstra ons getuige van het mislukte huwelijk van Corinne de Barral en Nico Wegelin, die elkaar huwden uit passie en na verloop van tijd diep ontgoocheld met zichzelf alleen blijven...
Doch zij vormen niet alleen de hoofdpersonen en zeker is hun geschiedenis niet de overheersende uit dit aangrijpende boek, dat getuigt van een