Boekbesprekingen
TIMMERMANS LIA: Het kleine Album van Martha - Uitg. Desclée De Brouwer - 172 blz. Ingen. 66 F. Geb. 90 F.
Geen boeiend verhaal maar werkelijk een album: bladen uit het leven van een klein meisje. Compositorisch dus zeer eenvoudig. Er zijn noch hoogten noch laagten maar elke bladzijde bezit een eigen, frisse bekoorlijkheid. De schrijfster deed een meestal geslaagde peiling in het zieleleven van het kleine kind, Opvallend goed weergegeven is het kinderlijk animisme. Bloem, rijst, koffie en andere levenloze dingen worden door de kleine Martha bezield. Avond, nacht en regen worden gepersonifieerd. Toch wordt de kinderlijke fantasie o.i. soms te hoog opgedreven (om de vlucht van de eigen fantasie van de schrijfster te volgen...) al neemt men graag aan dat men hier te doen heeft met een rijk begaafd meisje. Verder verbaast het ons dat de ouders - in tegenstelling met de grootmoeder - zo'n geringe plaats innemen in het leven van de kleine Martha.
De schrijfster kan de kinderlijke dialogen in al hun naieveteit treffend weergeven. Zij beschikt over een fijne opmerkingsgave en een goede intuïtie en zij schrijft een kleurige taal.
Het boek werd flink geïllustreerd door Tonet Timmermans.
LUC VERBEKE.
INGHELRAM DAAN: Om U treur ik, Jonathan. - Uitg. Desclée De Brouwer, 146 blz. Ingen. 39 F. Geb. 55 F.
Een jeugdboek dat de schrijver tot eer strekt. Het is goed gebouwd en heel wat soberder geschreven dan zijn vorige roman. Er steekt epische vaart in dit door de auteur goed gekozen en grondig ingestudeerd Bijbels verhaal. Het wordt boeiender naar het einde toe en vooral de heilige vriendschap tussen David en Jonathan, de zoon van Saül, is een ontroerend motief. Af en toe schoot toch het beeldend vermogen van Inghelram te kort. Zo werden wij in de eerste helft van het boek wel eens even ontstemd door hier en daar een verouderd beeld of door het gebruik van een te weinig persoonlijke taal.
LUC VERBEKE.
VAN ISACKER FRANS: Kortstondige Onthoofding. - Uitg. Sheed en Ward, Antwerpen - 115 blz. Geb. 95 F.
Een kort verhaal met een enigszins misleidende titel over een bevalling en de hiermee gepaard gaande reacties bij... de vader, de jonge advokaat Rutger Herman Jozef Baarle van Afsnee. Deze werd door dit gebeuren zodanig uit zijn evenwicht geschokt dat hij besloot, tot betere kennis van zichzelf, de verlossingsgeschiedenis neer te pennen. Om ons er van te overtuigen dat hij wel degelijk een ordelijk en evenwichtig man is met een onverstoorbare gemoedsrust, schildert hij eerst omstandig zichzelf af. Dit gebeurt op zakelijknuchtere wijze, zelfingenomen en droog-humoristisch. Na dit zelfonderzoek - dat als psychologische schets wel waarde heeft - wordt dan de rest van het boek (bijna honderd blz.) besteed aan het bevallingsproces. Zeer nauwkeurig worden hierbij de gedachten, gevoelens, verbeeldingen en handelingen van de advokaat geregistreerd en ook de verlossing zelf wordt van a tot z sterk gedétailleerd en uiterst realistisch verhaald.
Wij vragen ons af of er wel voldoende eenheid bestaat in de psychologische uitbeelding van de advokaat. Deze verschilt in het tweede deel nogal sterk van de man die zichzelf in het eerste deel heeft getekend. Ook valt er een verschil in toon en trant op tussen beide delen zodat het werk vrij tweeslachtig aandoet. Naar de inhoud is er een gemis aan gedrongenheid en verder zijn taal en spelling (hoe nieuw ook) niet altijd correct. Voor