Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 101(1956)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 537] [p. 537] Michel van der Plas Mamre Die avond laat - wij zaten voor 't huis onder de eik; de hemel vergoot zijn sterren, als was hij tranen rijk - dacht ik aan duizend dingen geen ding zo gretig als dit: viel nu van die regen één druppel waar zij te zwijgen zit. En als de vreemde zou komen uit die oude, oude droom, dan vroeg ik hem te rusten bij ons, onder de boom. Ik wilde het haar zeggen, maar de stilte tussen ons woog te zwaar voor nieuwe woorden, en de hemel stond te hoog. Ik wilde het haar zeggen; mijn hand lag op haar mouw. Toen lachte zij als Sara, en ik dacht dat ik stikken zou. Vorige Volgende