Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 103
(1958)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–
[pagina 623]
| |
Er zijn de meubeltjes; er is 't gevoel
dat alles leeft; er zijn de doodgewone
portretjes die zij aan elkaar kan tonen
en laten spreken, en de lege stoel.
Er is het klein bestek van daaglijks leven,
en 't ijle zuchten soms, en 't broze schijnen
van zon daarbuiten zeker, en 't zich geven
zomaar, aan niets. De denderende trein
van tien na tien doet alle dingen beven.
Zij luistert tot hij ver, heel ver zal zijn.
|
|