Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 107 (1962)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 107
Afbeelding van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 107Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 107

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.97 MB)

ebook (3.63 MB)

XML (1.86 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 107

(1962)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Spaanse peper

Er is niets zo goed om de Vlaamse fierheid onzer jeugd, die met de jaren en naarmate we onszelf en ons fiere volk beter leren kennen een beetje weeps dreigt te worden, weer wat te pigmenteren, als een reis naar Spanje. Vooral in Spanje vernemen we hoe we in de wereld heel wat zijn... geweest. We zien hier Vlaamse kunstwerken, warvan we het bestaan niet vermoedden. Aanhoudend spreekt men van Vlaamse kunstenaars, van wie wij nooit gehoord hebben: Juan de Flandes, de Campania (De Kampeneer), Danckaert enz. En we beluisteren de volgende conversaties.

- Wel, wat denkt u van ons land, vraagt de Heer Hinojar, die uitstekend Frans spreekt.

- Hm, groot land... Eigenlijk veel te groot om geen autostrades te hebben.

- Nja. Maar we hebben 15 km Vlaams tapijtwerk, zegt hij trots.

.........

In het Alhambra te Granada treffen wij een gids, die zich aandient als een ‘Hispanologue arabisant’. Gewoonlijk heeft het

[pagina 72]
[p. 72]

geen zin aan een gids vragen te stellen. In het beste geval zet hij zijn mechanisme opnieuw in beweging en herhaalt hij het deuntje, dat hij zo pas heeft ten beste gegeven. Hij is een juke-box met slechts één plaat.

Deze man is anders. Hij is beslagen, erudiet en zelfs poëtisch. Hij evoceert het Alhambra, zoals het vroeger was. De sterren die flonkerden tussen de gouden naden van het netwerk der doorprikte arcades en weerspiegelden in het lauwe water, dat bestendig over de marmeren vloeren stroomde. De Moren waadden door de sterren, tussen twee hemels.

Onze gids leest en vertaalt de citaten uit de Koran, die de wanden versieren en knoopt er beschouwingen aan vast over de wijsheid en de levenswijze der Moren.

Ik wil ook mijn duit in het zakje doen en laat opmerken dat de Spaanse ‘j’ (chotta) ook van de Arabieren overgenomen is. Maar hij wijst mij terecht. Wat nu chotta is, zegt hij, werd oorspronkelijk geschreven en uitgesproken als de Franse ch. Dus: don Quijote werd uitgesproken Quichotte, zoals de Fransen het doen. Maar de Vlamingen in het gevolg van Karel V, die trouwens geen gebenedijd woord Spaans kende, lazen de ch zoals de Nederlandse ch. Daar de Vlamingen toen in Spanje de toon aangaven, werd dat mode en zo ontstond de chotta.

Bij mijn terugkomst heb ik daarover een leraar Spaans aangesproken, maar hij antwoordde mij droevig dat hij de kwestie nog niet had ingestudeerd.

.........

Soms bekomt die Spaanse peper echter helemaal niet.

Gesprek in het Prado: Curieus dat men hier niets meer van de Vlamingen ziet na de 18e eeuw.

- Bent u ooit in Antwerpen of Gent geweest?

- Neen. (kleine leugen uit nieuwsgierigheid)

- Wel tussen de Vlamingen van vroeger en die van nu is ongeveer evenveel verschil als tussen de Atheners van Pericles en die van... Jamais le Dimanche!

P. LEBEAU

 

‘BAND EN ZUIDERKRUIS’

 

In 1942 werd in het voormalige Belgisch-Kongo een Nederlandstalig kultureel tijdschrift gesticht door en voor Vlaamse kolonisten: ‘Band’. In januari 1960 werd door jonge Nederlandstalige beoefenaars van de letterkunde in onze voormalige kolonie ‘Zuiderkruis’ opgericht. Beide tijdschriften zijn nu versmolten, en herdenken hun vierde lustrum in de sombere stemming na de katastrofe. Zij willen zich in België handhaven en zich, voorlopig althans, bezig houden met het sociaal probleem van de wederinschakeling van de oud-kolonialen in de nationale gemeenschap. Nadien hoopt het tijdschrift uit te groeien tot een band onder de Vlamingen die overal ter wereld buiten het vaderland leven.

Die hoop wordt geformuleerd ter inleiding van het vierde lustrumnummer (december, 1961). Het bevat hoofdzakelijk literaire bijdragen van Vlaamse auteurs, die in de jongste jaren een literaire studiereis naar Kongo ondernamen: Walschap, Demedts, Coole, Van Hemeldonck, Jonckheere, Buckinx. Daarnaast vinden wij heel wat bijdrage van kolonisten of missionarissen die jarenlang in Kongo verbleven. Hier en daar heeft ons een bijdrage met enige kwaliteit getroffen, o.m. van de missionaris Jac. Bergeyck, die o.i. een der weinig zeer begaafden is in die sector, en van Albert van Hoeck. Voor de rest lijkt ons het peil van wat men de ‘Vlaams-Afrikaanse’ letterkunde wil noemen, maar dit o.i. nooit is geworden, vrij zwak. Alle sociale sympathie van het streven van ‘Band en Zuiderkruis’, mag ons niet beletten dit verschijnsel met ernstige literaire normen te beoordelen.

ALB. W.

Miniatuurgolf Menaggio

 
Zij spelen golf. Of liever leren
 
De kans met ballen te bezweren.
 
Het zou nog zin hebben, alleen;
 
Doch àl die kijkers om hen heen.
 
Ze zijn verplicht een rol te spelen.
 
Aanstellerij: niet te vermijden;
[pagina 73]
[p. 73]
 
Want toeschouwers en spelers beiden
 
Zoeken verpozing bij vervelen.
 
De banen rood, en groen het gras,
 
Met lampen die het park beschijnen:
 
Een schouwspel schier als achter glas.
 
De rosse maan zal dra verschijnen.
 
Maar onverstoord wordt voort gestoten:
 
Zovele gaten, zoveel schoten,
 
En 't spel moet kloppen: evenwicht.
 
Banale mensen, strak gericht
 
Op bezigheden zonder zin.
 
Het wordt mij duidelijk, 't valt mij in,
 
Waarom de gekkenhuizen bloeien,
 
Terwijl musea vlug vermoeien.
 
Jan SCHEPENS

Vers

 
Ik was nog zestig meter van mijn huis,
 
Toen kwam het vers, en met bekwame spoed
 
Schoot ik naar binnen, langs de regenbuis...
 
Een sleutel had ik niet, maar muzen klimmen goed.
 
 
 
Ik schreef vlug op: De lucht blinkt rond de zon,
 
 
 
Een mus beoefent etnische muziek,
 
Een koe speelt in de verte bombardon,
 
Een melkwegsuite witte romantiek.
 
 
 
Voilà, alweer een vers, en... vrij origineel!
 
Zou de Warande het niet publiceren?
 
Nu, voor de zegel die 'k ermee verspeel
 
Kan ik het best wel eens aldaar proberen.
 
 
 
Hoewel het altijd voeten in de aarde heeft
 
Eer men het plaatst, - zij hebben geen metode!!!
 
Als het verschijnt, is het voorbijgestreefd
 
En zit ik in een andere periode.
 
Louis VERBEECK

Brief aan redactie

‘Mag ik U even wijzen op het eigenaardige gebruik van de titels: Zuidnederlands, Noordnederlands en Vlaams in de lopende jaargang van Uw tijdschrift?

Het is mogelijk, dat de redactie Nederlands-Nederlandse en Belgisch-Nederlandse literatuur om bepaalde redenen als afzonderlijke gegevens wil behandelen. Maar waarom H. Vos (p. 971) dan niet, en M. D'Haese (p. 674) wel ‘Vlaams’ wordt genoemd, is me niet duidelijk. Ook heb ik me de vraag gesteld waarom die verhalen van D'Haese ‘Vlaams’ en niet ‘Zuidnederlands’ worden genoemd, zoals het werk van Walschap (p. 510), Lampo (p. 285) en Vansina (p. 133). Dat is waarschijnlijk wel toevallig! Ook de overige betitelingen van dit soort zijn waarschijnlijk niet om principiële redenen aanwezig (of niet aanwezig).

De poëzie heet ook afwisselend Zuidnederlands en Vlaams, zonder dat de lezer duidelijk is waarom. Beide termen behoorden eigenlijk toch niet door elkaar te worden gebruikt.

In veruit het grootste aantal gevallen kon een dergelijke etikettering beter weggelaten worden, geloof ik. Want meer dan de geboorteplaats van de schrijver is er gewoonlijk niet als grondslag daarvoor aanwezig. Of anders zou het tijdschrift eens een duidelijke verklaring in dit verband moeten afleggen. Maar tot een dergelijk provincialistisch anakronisme acht ik het gelukkig niet in staat!’

 

G.G. (Leiden)


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken