Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 107 (1962)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 107
Afbeelding van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 107Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 107

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.97 MB)

ebook (3.63 MB)

XML (1.86 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 107

(1962)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 643]
[p. 643]

Gedichten

Herman de Coninck
Vrede

 
Ik ga rustig voort met leven,
 
lig als in een sofa in mijn lichaam, rijp
 
en rustend, en een wolkje komt gedreven
 
uit Gods vredespijp.
 
 
 
Achter mijn ribben, trouwe kade,
 
ligt mijn hart veilig gemeerd.
 
Ik heb nog nooit zo weinig begeerd.

Maria Pas
Eenmaal...

 
Eenmaal lichtend
 
als een vuurbol boven de oceaan
 
roekeloos
 
ontembaar lijk de nacht
 
wie lacht om gekke gedachten?
 
Kijk de trein van zwarten naar het land van weemoed
 
Kijk de dingen vergroeid en gestild in een hopeloze regen van herfst.
 
Sta niet open voor het land
 
wacht af
 
wacht af de dingen die niet gebeuren zullen.
[pagina 644]
[p. 644]

Albert Speeckaert c.ss.r.
Soms

 
Soms ben ik het water vergeten.
 
 
 
Dan is er een zeil
 
dat gespannen staat
 
boven een kim
 
die geen mensen weten,
 
en glijdt op de adem
 
van uw passaat
 
tot binnen dat ruim,
 
nooit te bereiken
 
langs zeeën die 't zoekende
 
woordschip bevaart.
 
 
 
Tot uw windstille handen
 
de zeilen strijken
 
en de oceaan van uw zwijgen
 
zich openbaart.
 
 
 
Elk dieplood faalt,
 
elke naald blijft zwerven.
 
Ontvaren aan elke
 
meridiaan,
 
lig ik geankerd
 
buiten leven en sterven:
 
de laatste haven
 
werd aangedaan.
[pagina 645]
[p. 645]

Willy Spillebeen
Wandeling

voor mijn dochtertje
 
Haar kinderhand, een smalle vlam
 
tekent mijn vlees weldadig
 
met blijde pijn. Het zweet dat klam
 
als doodszweet wordt breekt ongenadig
 
 
 
mijn poriën uit. 't Tergend besef:
 
dit rozig kind zal mij begraven,
 
wordt een bot mes dat kerft en kerft
 
door vlees en geest. Ik ben de vader.
 
 
 
Dra word ik als een holle huls,
 
niet eens een urne in zee voor later,
 
maar van verrotting gans vervuld,
 
binnen wat planken, aarde in de aarde.
 
 
 
Enkel een vreemde dode meer,
 
die wetten stelt als nooit bij 't leven,
 
een schim, onraakbaar om haar heen,
 
een dode die blijft leven.

Piet Thomas
7 manieren van zwijgen

 
Zeven manieren van zwijgen
 
zocht ik in woorden te vangen.
 
De eerste heette pijn
 
en had schone, vloeibare ogen.
 
De tweede heette arglist
 
en plooide haar lippen gevaarlijk.
[pagina 646]
[p. 646]
 
De derde heette aandacht
 
en woonde aan gevouwen handen.
 
De vierde pleegde verraad.
 
Ze liet al haar vrienden in steek.
 
De vijfde naaide geheimen dicht
 
en bewaarde haar geld in een kous.
 
De zesde vond de woede uit
 
en wou geen vinger verleggen.
 
De zevende zocht een plaats bij het raam.
 
Zij was de schoonste van allen.

Jos Vandeloo
Kortstondig

 
Op een naakte ochtend
 
zeer wit ontbrandt de dag
 
zal ik onschuldig bewandelen
 
de pampa's van verloren huizen
 
het stenen vlees
 
de oranjegroene melkzwam zomer
 
 
 
misschien hoor ik de stem
 
van mijn moeder
 
de haast onhoorbare vleugelslag
 
van haar woord
 
vleermuizen verstenen
 
en ver weg de ratelklepper
 
van mijn bedroefde antwoord
 
 
 
alleen met dit geluid
 
zal ik het stratenspinrag
 
van gisteren bewonen
 
de eetbare lucht
 
de dode stemmen van vroeger
 
misschien zul je mij zien gaan
 
(en herkennen ongevaarlijk)
[pagina 647]
[p. 647]
 
door de helle verkeerslichten
 
door de kleurklank der dagen
 
macht van het mana
 
dwars doorheen drijvende mensen
 
 
 
en eens boven de daken
 
zal ik je minzaam groeten
 
de glimlach van een vlinder.

Piet Vandeloo
Ballerina

 
Op haar Tabor geheven luisterend
 
naar wat in muziek bovenal bestaat
 
gehoorzaamt zij blind vooruit
 
wandelend in wonderen voor de vervoerden
 
der drie tenten die zij in de mening
 
van die nevelen laat
 
en dan zich openbaart
 
ontsluierd de priesterlijke waanzin
 
van haar ogen, ontbonden het haar
 
tot protuberanzen van de dans.

Jan Vanhaelen
Militair

 
Zevenenveertig generaals
 
lopen in een rij
 
zoveel generaals
 
en ik ben er niet bij.
[pagina 648]
[p. 648]
 
de rode generaal
 
van de oorlog
 
de blauwe generaal
 
van de nood
 
en ook nog
 
de zwarte generaal
 
van de dood
 
 
 
zoveel generaals lopen in een rij
 
maar ik ben er niet bij.

P. Max van Leeuwen

 
Junilicht hangt
 
in de kamer
 
laag en een kind
 
klopt met een hamer
 
tegen de plint.
 
 
 
De wereld buiten
 
hangt heet
 
van opzet
 
en verraderlijk zweet
 
gerucht door
 
het venster te snuiten.
 
 
 
Een ruk van de wind
 
scheurt zon door,
 
het venster schudt
 
een schijf wereld
 
op glas. Het kind verloor
 
de hamer
 
en tegen de kamerdeur
 
is het ingedut.
 
 
 
Het deert de pijlen
 
niet die blijven
 
breken in het tover-
 
bos van behang
[pagina 649]
[p. 649]
 
en samendrijven
 
tussen het lover
 
aan de wand van de gang.
 
 
 
Het leven vliedt
 
met trage sprong
 
en vangt de zucht
 
uit de dag.
 
Aan een ongekende wrong
 
van liefde geniet
 
het kind een glimlach
 
alsof iemand het kust.

Andre Vansteyvoort
De poel

 
In het droomwoud van ons zijn
 
Hebben wij de dood vernield
 
De slang de wenteling
 
Naar de prooi ontzegd
 
Wij gaan de bloem bevrijden
 
Uit de zwelging van de poel
 
Maar vergeten dat wanneer
 
De nevel onze schreden dooft
 
De poel zich tot een glimlach plooit
[pagina 650]
[p. 650]

Nic Verlo
Cantos por la niña andalucia de noche

 
nachtwarm je stem - wanhopig klein
 
staat het verdriet getekend in je ogen
 
hasta mañana zeg je als een kind
 
dat met zijn pop de dag te slapen legt
 
 
 
hasta mañana isabel de zomer
 
is te kort voor half-verdronken woorden
 
de vuuraanbidders zitten druipend in hun holen
 
en onze vingers zijn met elk geheim vertrouwd
 
 
 
en morgen vaart opnieuw columbus uit
 
en gaan de straten zich voor ons verbreden
 
we lopen hongerig en moe op open pleinen
 
en een na een vallen de huizen in de nacht
 
 
 
alleen de pijn kan ons nog samen houden
 
ons standbeeld geeft zijn zekerheden prijs
 
je stem - wanhopig klein - loopt reeds terug
 
hasta mañana isabel - onmenselijk droef


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Herman de Coninck

  • Maria Pas

  • Willy Spillebeen

  • Jan Vanhaelen

  • Nic Verlo

  • Albert Speekaert

  • Piet Thomas

  • Jos Vandeloo

  • Max. van Leeuwen

  • Andre Vansteyvoort