Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 112(1967)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 415] [p. 415] Erik van Ruysbeek Opgang voor Pol Le Roy Ik ga het bos in het woud de wildernis de eenzaamheid een ster midden miljoenen sterren verbonden door het licht en trillingen overwerelds. Ik ga de regen in de herfst de humus de sijpelingen het knisterende worden in mij het vuur dat aarde mens en eenzaamheid verteert verklaart en omzet in broederschap van lucht in kiemgeboorten van het licht. Ik ga de avond in de nacht de middag van de geest waarin een andere zon de klaarten van het weten spreidt. Ik ga doorheen de ogen van de tijd doorheen de adem van de ruimte naar een dageraad glans van wat ik eeuwig was en ben doorheen de dageraad naar de middag van het zijn. [pagina 416] [p. 416] Mijn donker Mijn donker is grijs mijn donker is wit en de dag is donker rond mijn donker wit het water is breed en de zee is kalm en de lucht is oneindig en haar blauw wordt bleek wind in de zeilen wind in de zon zon in de parels waar de nacht begon dragen dragen tot de dageraad wonderbaar vlees waar de dag in daagt sintels en mieren, tij van het schuim vloed van het wit in het zwarte ruim ritselend licht dat in schilfers knistert asters en vlammen uit de humus der bossen groeiend tot waaiers naar een wit vergezicht. Grijs is mijn donker wit wordt het grijs uit de doorzichtige nacht de spiegels van het licht. [pagina 417] [p. 417] Intuïtie Ik moet in een bloem de wereld vatten in de kelk van een bloem, in de holte van een kelk, in de kiem van de holte. Ik moet in een klank de stilte vatten in het gefluister van een klank, in de geboorte van een fluistering, tussen de korrels van de zang. Ik moet in een gedachte de aarde vatten in de aarde het licht der gedachte, in het vlees der gedachte, in de bronnen der aarde de eenheid der liefde. [pagina 418] [p. 418] Noordzee Duistere zee duister geweld der stilte ruisend van leven aan uw zoom. Branding is het leven dat wij voelen luttele franje gebruis, zee is het leven dat wij zijn een grote deining der stilte. Daarin lost ons gemurmel zich op zonder einde en waar was het begin? Een glimlach straalt uit mijn oog nog een glimlach doorzindert mijn rust: laatste zoom van mijn ziel. Maar ook mijn glimlach vervluchtigt en wordt in de klaarten van d'oneindigheid helder uitgewist. Vorige Volgende