nen die Timmermans in zijn Harp heeft gebruikt door Louis Vercammen. Ook de gegevens over de relatie van Timmermans met Mgr. Giuseppe Pronti verdienen speciale vermelding.
In de reeks Poëtisch erfdeel der Nederlanden (Uitg. Heideland, Hasselt) verscheen een bloemlezing uit het werk van Jan Prins Dankbaar om ieder ding, samengesteld en ingeleid door Hans Roest. Een mooie keuze uit het werk van deze heldere, realistische dichter. Ook Jan Veulemans bundelde een keuze uit zijn gedichten, Elke dag leven, in dezelfde reeks. Van hem zijn vroeger reeds een vijftal dichtbundels verschenen, die getuigen van discrete gevoeligheid en rustig talent.
Clem de Ridder heeft zijn leven aan de actieve Vlaamse strijd verpand, vroeger als secretaris van het Davidsfonds, nu als directeur van het Vlaamse Centrum te Brussel. Onder de titel Lied van mijn Land (Uitg. Davidsfonds, Leuven) verzamelde hij 248 gedichten waarin het thema van de Vlaamse strijd wordt bezongen. Afgezien van het bekende Aen de Belgen van Jan Frans Willems, dat dateert van 1818, werden alle gedichten gekozen uit de periode 1830-1975. Dit is in feite een leesboek voor ‘flaminganten’, doch ook in poëtisch opzicht is deze historische bloemlezing lezenswaard. Men vindt er alle poëtische generaties van Ledeganck, Van Duyse, Theodoor van Rijswijck tot Van Wilderode, Clem. Schouwenaars, Jan Veulemans.
Joos Florquin is aan het elfde deel toe van zijn gebundelde interviews Ten huize van... (Uitg. Davidsfonds, Leuven). Ieder kent de documentaire waarde van deze gesprekken. Ditmaal zijn volgende bekenden aan het woord: Annie M.G. Schmidt, Jan Vercammen, Dr. Annie Romein-Verschoor, Prof. Dr. K.C. Peeters, Prof. Dr. Frits van der Meer, Anton Pieck, Prof. Dr. Gaston Eyskens.
In de aforismen- en citatenreeks Dwarsliggers (Uitg. Orion, Brugge) verschenen vier nieuwe deeltjes, samengesteld door Gerd de Ley. Het is aangenaam deze kleine en dunne boekjes te doorbladeren om er pittig geformuleerde gedachten of typische citaten van auteurs in te lezen. Er werd hier gebloemleesd uit het werk van Henry Miller, Johan Daisne, Willem Elsschot en Simon Carmiggelt. De laatste twee lijken mij veruit de beste.
Bij de firma Manteau (Brussel) verscheen een nieuwe reeks literaire schoolboeken onder de titel Omtrent. Het gaat hier om ontledende beschouwingen, bibliografisch-biografisch-historische bijzonderheden, vragen en antwoorden over een bepaald boek, dat op school gelezen wordt. Er verschenen deeltjes van 40 à 50 bladzijden van Paul van Aken over Vondels Lucifer, van Fr. du Mong over Van Eedens De Kleine Johannes, van Paul van Aken over Suiker van Hugo Claus en van Jan-Emiel Daele over Wierook en Tranen van Ruyslinck.
In de Profielreeks, die eveneens bij Manteau (Brussel) verschijnt, zag een deeltje over Jos. Vandeloo het licht. Een zeer leesbaar boekje met foto's, documenten, autobiografie, bibliografie en diverse beschouwingen over de schrijver.
Er bestaat te Brussel een Navorsings-