Moeilijke leeftijd. Ik vrees dat Myriam hem te streng opvoedt, zei hij. Bea dacht aan de bleke, zindelijke Myriam. Vroeger kwamen ze soms een keer of twee per jaar samen, voor een etentje. Erik heeft weinig vrienden, zei hij, en hij zou ook meisjes moeten leren kennen. Ik vrees dat hij zich verveelt. Hij zit maar op zijn kamer, met zijn boeken, zijn postzegelverzameling. Een jongen van zestien jaar!
Robert verzamelde ook postzegels, zei ze, mannen zijn verzamelaars.
Nou ja, ze wist hoe weinig hij zich met de jongen kon bezighouden. We werken allemaal te veel.
Op een keer was Hans al thuis van de kleuterschool toen Dirk binnenviel. Hij speelde met hem op de vloer, treintje. Hield intussen haar steels in het oog, merkte ze wel. Soms liep hij ook 's avonds nog eens langs, als de kinderen naar bed waren. Hij dronk dan een whisky, praatte over zijn werk, over Erik. Zij hield zich op afstand, vriendelijk, koel. En wachtte af.
Ze vroeg hem eens of Robert ook de bars-met-rode-lampjes had gefrequenteerd. Hij haalde de schouders op. Ze schonk hem nog een whisky in. Jij dan ook nog eentje, probeerde hij te gekscheren, ik vind niks zo akelig als alleen drinken.
Zeg het me maar, zei ze, ik zal er niet om huilen.
Och, weet je, deed hij vaag, in ons beroep... Je moet al eens een klant trakteren. Eens klinken op een geslaagde transactie. Dat gaat soms beter in zachte fauteuils, met een paar aantrekkelijke poppetjes in de buurt.
Hoe dicht in de buurt, wilde ze weten. Kom nou, Bea! Hij lachte ongemakkelijk. Er zit toch geen kwaad in. Je... je trekt er eens een op je schoot, een kusje, in ons beroep moet je vlot zijn, kunnen meedoen. Een mens is een mens. Je moet dat begrijpen.
Toen bleef hij een paar dagen weg. Maar hij kwam toch terug, op een avond, keek mee televisie, als het programma klaar was en ze de knop indrukte, schonk hij zelf de glazen nog eens vol. Hij moest wat vragen. Ja, ze kregen een nichtje op bezoek voor het weekend. Nou hadden ze gedacht, wel, het was zijn idee eigenlijk, maar Myriam had (schoorvoetend, dacht Bea) het ook goed gevonden. Als Karin nou ook eens kwam logeren, dat zou zowel voor Erik als voor het nichtje prettiger zijn. Erik kon zo onhandig doen tegenover meisjes. Als ze met twee waren, hadden ze wat aan elkaar, dan lag er minder druk op Erik, hij zou spontaner... dacht ze dat ook niet? Hij moet verdomme toch man worden!
Ze knikte. Maar er was nog iets. Kon ze dat weekend Hans niet ergens kwijtraken? Bij de schoonouders of zo? Want - hij dronk zijn glas leeg - hijzelf moest dat weekend voor de firma naar Parijs, er was een expositie, een paar contacten... En ik neem je mee, Bea, zo ben je d'r ook eens uit.