voltooit het de goddelijkste werken; het kan immers angst bedaren, droefheid verjagen, vreugde wekken en medeleven verhogen. Dat dit zo is, zal ik bewijzen, maar ik moet ook zijn macht bewijzen op de overtuiging van de toehoorders.
Dichtkunst als geheel vat ik op en definieer ik als woord dat door maat gebonden is. Wie poëzie beluistert, ervaart een angstvolle siddering, een betraand medeleven en een pijnlijk gevoel van gemis; bij het aanschouwen van gelukkige of rampzalige gebeurtenissen in het bestaan van mensen die hem totaal vreemd zijn, ervaart de toeschouwer een persoonlijk lijden door de invloed van het woord.
Maar nemen we een andere vorm van het woord. De bezielde incantaties kunnen inderdaad genoegen wekken en droefheid weren door het woord. Indien immers de macht van het betoverend lied mede inwerkt op de overtuiging, betovert en overreedt ze de ziel en overhaalt ze door haar toverkracht. Betovering en verstrikking gebeuren op twee wijzen: door het verblinden van de ziel en door het misleiden van de overtuiging.
Zowel vroeger als nu werden zo talloze mensen in alle mogelijke domeinen door bedrieglijke woorden overtuigd. Indien iedereen zich alles herinnerde uit het verleden, inzicht had in het heden en de toekomst kon voorzien, dan zou het woord die kracht niet bezitten. Maar het blijkt niet gemakkelijk zich het verleden te herinneren, het heden te verstaan en de toekomst te voorzien, zodat de meeste mensen zich bijna steeds laten leiden door hun overtuiging. Welnu, de overtuiging is bedrieglijk en onbestendig en wie zich daarop verlaat, geraakt verstrikt in bedrog en onzekerheid.
Waarom niet aannemen dat ook Helena op dezelfde wijze door het woord getroffen werd en dat ze tegen haar wil met geweld werd ontvoerd? Hier is de macht van de overreding toch duidelijk: ze verschijnt wel onder een andere vorm dan dwang, maar heeft dezelfde uitwerking. Wanneer het woord de ziel overtuigd heeft, dwingt ze haar aan de woorden geloof te hechten en met de daden in te stemmen. De man die iemand overreedt, doet onrecht omdat hij dwang uitoefent; de vrouw die zich laat overreden, verdient geen verwijten omdat ze gedwongen wordt.
Dat de overreding die aan het woord inherent is, de ziel van de toehoorder vormt zoals ze wil, leren we uit de ervaring. Zo verstoort het woord van de sterrenkundigen een bepaalde overtuiging en wekt een andere mening, zodat de mens zelfs het ongelooflijke en onbekende met eigen ogen meent te zien. Ook in heftige discussies kan één enkele rede een groot aantal mensen behagen en overtuigen, niet omdat ze met de waarheid overeenstemt maar omdat ze kunstig geschreven werd. Ten derde zijn er de disputen van filosofen; ze bewijzen ons duidelijk hoe een beweeglijke gedachte de over-