Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 123 (1978)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 123
Afbeelding van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 123Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 123

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 123

(1978)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 390]
[p. 390]

Boekbesprekingen

Informatie over letteren

Het vijfde jaarboek van het Felix Timmermans-Genootschap (1977) verzamelt en bekijkt de Eerste Pennevruchten van de beroemde Lierenaar. Wie zijn eerste verzen en verhaaltjes leest, constateert daarin reeds in wording de latere gemoedstrekken en zelfs stijlplooien van de schrijver. Zijn poëtische meester is O.K. de Laey. Alles is nog onrijp. In literairhistorisch opzicht is deze uitgave, verzorgd door Louis Vercammen, die geholpen werd door A. Speeckaert, interessant. Enkele andere bijdragen o.m. over de kwartierstaat van Timmermans, de huisnamen in diens werk, Rubens en Timmermans, zullen de bewonderaars van de Fé boeien (Uitg. Orion, Brugge).

 

Verschenen is Kritisch Akoord 1977 (Uitg. Manteau, Brussel), een verzameling kritische opstellen uit Noord- en Zuidnederlandse tijdschriften van 1976, gebloemleesd in opdracht van de Conferentie der Nederlandse Letteren. Het boek bevat kritische opstellen, over diverse onderwerpen, van Herman Verhaar, Paul de Wispelaere, J.H. Donner, Hugo Brems, Pierre H. Dubois, Maarten 't Hart, Tom van Deel, Aad Nuis, Marcel Janssens, Claude van de Berge, Ivo Michiels.

 

In de reeks ‘Dwarsliggers’, kleine boekjes waarin Gerd de Ley aforismen en citaten van een bepaald auteur verzamelt, verscheen een deeltje over Jan Vercammen en een over Fernand Auwera. Wanneer men deze korte uitspraken leest, constateert men dat zij meer dan eens halve waarheden zijn, die men even goed op hun kop kan zetten.

Spektakel, een literair en cultureel radio-tijdschrift van de K.R.O. te Hilversum, gaf met de signatuur van Jan Starink een boekje uit over Mark Prager Lindo (1819-1877) alias De Oude Heer Smits, een Nederlandse realistische auteur die drie romans schreef, o.m. Janus Snor, onlangs heruitgeveven door Wim Zaal. Smits stond zeer sterk onder invloed van de Engelse humoristen en satiristen (Thackeray, Sterne e.a.). Hij vertaalde vrij goed de Tristram Shandy van deze laatste. Hij muntte vooral uit in korte stukjes en schetsen, waarin soms een bekoorlijke ironische humor ligt. De brochure over zijn voorgeslacht, leven en werk is uitstekend gemaakt.

 

Het Vlaamse P.E.N.-centrum, waarvan men zelden iets hoort, heeft een tweetalige bloemlezing uitgegeven van enkele Franstalige en Zuidnederlandse dichters. De samensteller en vertaler is Albert Bontridder. Er zijn gedichten van de francofonen Roger Foulon, Philippe Jones, Jean Tordeur, Edmond Vander-

[pagina 391]
[p. 391]

cammen; van de Vlamingen Ludwig Alene, Ben Cami, Roland Jooris, Marcel Wauters.

 

Ontmoet de dichters (Bezige Bij, Amsterdam) is een in bibliografisch opzicht nuttig boekje. De Bezige Bij geeft een bloemlezing uit, waarin één gedicht van circa veertig dichters, die bij haar publiceerden, wordt afgedrukt, samen met hun bibliografie op poëtisch gebied. De bedoeling van de firma is de dichters en hun werk nader bij het publiek te brengen; iets wat zij ook tracht te bereiken door middagvoordrachten van dichters in boekhandels.

Ten behoeve van leraars en leerlingen die de kunst van het voordragen willen beoefenen, liet Ria Scarphout een tweede bundel verschijnen, getiteld Prosit, proza, poëzie (Uitg. Orion, Brugge), korte stukjes van alle pluimage.

 

Wie een mooi boek wil schenken, kan zich de luxe-uitgave van Pallieter aanschaffen (Uit. Van Kampen-Standaard) voor 595 fr. De zeer mooie versiering is van Anton Pieck.

 

Wie van Zeeland houdt, zal zijn gading vinden in Zeeuws Landschap, een uitgave van het Zeeuws Kunstenaarscentrum te Middelburg. Rond de vijftig beeldende kunstenaars en dichters bezingen of verbeelden in dit boek een of meerdere facetten van de provincie Zeeland, die zo wondermooi is. Men treft er naast oudere dichters als J.C. van Schagen en W. Enzinck ook heel wat jongeren aan.

 

De Vlaamse schrijver René Declercq werd voor enkele maanden gehuldigd in zijn geboortedorp Deerlijk naar aanleiding van de honderdste verjaardag van zijn geboorte. Gilbert Depamelaere, secretaris van het plaatselijke Davidsfonds, schreef een biografie, die rijk werd geïllustreerd en tevens werd ingeleid door André Demedts. De titel luidt: René Declercq, uit liefde alleen... Men kan het boek bestellen bij het Davidsfonds te Deerlijk.

 

In de reeks ‘Grote Ontmoetingen’ Orion, Brugge) heeft B.F. van Vlierden zijn vroegere inleiding tot het werk van Willem Elsschot breder en dieper uitgewerkt. Het is een voortreffelijke studie geworden over inhoud, evolutie, vorm en stijl van Elsschots werk, bovendien rijkelijk geïllustreerd.

In dezelfde reeks verscheen bij Orion een overzichtelijke studie over De romantiek, samengesteld door Jan van der Hoeven, Jaak Fontier en Herman Sabbe. De politiek-sociale achtergrond in Europa wordt breedvoerig geschilderd, daarna wordt een overzicht gegeven van literatuur, bouwkunst, beeldhouwkunst, schilderkunst en muziek. Er is boeiende illustratie. Het boek biedt nuttige vulgarisatie, doch bevat ook enkele fouten. Zo wordt de betekenis van de romantiek in de vormontwikkeling na het classicisme onderschat. Van uit het classicisme gezien, kan men van de ontwrichtende rol van de romantiek in de stijl spreken. Ook het aandeel van de Nederlanden in de Europese romantiek wordt te diminuerend besproken: Bilderdijk is, met Europese maat gemeten, een grote figuur, Multatuli en Gezelle zijn grote laat-romantici en mochten wel vernoemd. Enzovoort. Maar laat ons het boek prijzen.

 

In een aangename causeurstrant vervolgt Pierre H. Dubois zijn literair-toeristische

[pagina 392]
[p. 392]

tochten door Frankrijk in Schrijvers in hun landschap II (Nijgh en Van Ditmar, 's-Gravenhage ). Deze tochten zijn gericht naar plaatsen, stadjes en soms landelijke plekjes, waar letterkundigen zijn geboren of hebben geleefd. Het zijn er een veertiental uit de laatste eeuwen. Landschap en milieu worden met sfeerscheppend talent opgeroepen, leven en werk worden daarin geplaatst en aangenaam verteld. Er zijn levendige illustraties. Dubois brengt zijn grote kennis van de Franse letterkunde, die men aan heel wat details merkt, aan de man in een boeiende vertelstijl.

Albert Westerlinck

Partijtje ruw partijtje geslepen

Partijtje ruw partijtje geslepen (Standaard Uitgeverij, Antwerpen-P.N. van Kampen & Zoon, Amsterdam, 1976, 213 p.) is een bundel verhalen van de joods-Nederlandse schrijver S.E. van Praag. De titel zelf duidt misschien op de tweeledigheid in het boek. De onderwerpen van de verhalen lopen enigszins uiteen. De twee eerste zijn eerder volks. Ze spelen zich af in de joodse buurt in Amsterdam, en vooral in het eerste verhaal haalt de auteur er wat erotiek bij. De twee andere zijn filosofischer. Het kader van het gebeuren is Brussel, waar de auteur sinds de jaren dertig verblijft.

In Miena lacht wordt het verhaal van een prostituée verteld die toevallig kennis maakt met een ernstige jongeman, Simon Neeter, journalist van joodse afkomst. Hij wordt getroffen door haar schoonheid en haar vrolijkheid en kan dit gezond, mooi en krachtig lichaam niet meer vergeten. Ze wordt voor hem een ‘eets chagiem’, een boom des levens. Na een aantal ontmoetingen besluit hij Miena te trouwen en haar zo van het oudste beroep ter wereld af te helpen. Wanneer hij blijft zaniken gaat Miena erop in, maar ze kan niet aarden in het doffe huis bij de oude joodse vrouw, Simons moeder. Ze zoekt vriendschappen in de buurt en klampt de bezoekers in huis aan. Wanneer ze ten einde raad weggaat, pleegt Simon zelfmoord. Het verhaal is zeer kunstvol opgebouwd. Ruben, de verteller die ook in andere verhalen van Van Praag optreedt, ontmoet de oud geworden Miena. Hij herkent haar als de vrouw van zijn vroegere kennis Simon Neeter. Zij vertelt haar levensgeschiedenis. Knap is ook de tegenstelling tussen het joodse milieu en de kleinburgerlijke wereld van Miena's ouders. ‘De oude behanger dacht... “'t is zonde dat ik 't denk maar van al m'n dochters lacht die Miena 't meest en ze heeft wat voor een mens over”.’ (24)

In De Meid treden twee boezemvrienden, vrijgezellen uit de betere joodse kringen, op het voorplan. Nol Bles en Ben Furth hebben dezelfde intellectuele en politieke interesse. Nol wordt verliefd op de meid van zijn ouders, een intelligent meisje van het platteland. Ondanks de afkeer van zijn oudjes voor ‘die goye’ gaat hij met haar samenwonen en trouwt hij haar ook. Ook de oude mevrouw Furth, die de vriend van haar zoon steeds gewaardeerd heeft, keurt de relatie af. Wanneer Nol aan een kwaadaardige griep sterft blijft Ben zorgen voor diens vrouw en ten slotte trouwt hij haar. Alleen de oude moeder weet niet dat haar zorgzame en meegaande schoondochter ‘de meid’ van Nol was.

[pagina 393]
[p. 393]

In Het gebedenboek krijgt de verteller in een joodse synagoge in Brussel een machsoor, d.i. een joods gebedenboek voor feestdagen, in handen met de namen Devries-Van Gelder. Omdat hij een zakenrelatie heeft met de naam Devries, is hij geboeid door het boekje en zijn geschiedenis. Hij grasduint in het verleden van de twee families en schetst een aantal bladzijden uit hun geschiedenis voor de energieke dochter van zijn zakenrelatie, Hélène, die zich verzet tegen de leegte en de burgerlijkheid van haar vaders levensstijl. De portretten van de verschillende houders van het gebedenboek zijn bijzonder geslaagd. Het verhaal van de twee families, vier generaties, is zoals de verteller het ergens zelf zegt ‘een familieroman in zakformaat’.

De finale, het laatste verhaal, is de geschiedenis van de oude mijnheer Hertz, die na de dood van zijn vrouw zijn intrek neemt in een pension. Wanneer er na de dood van de eigenares een nieuwe directrice komt, mevrouw Vanarsenade, voelt hij intuïtief aan dat ze hem geen sympathie toedraagt. Hij vermoedt dat ze hem te koket vindt voor zijn leeftijd. Vooral wanneer ze openlijk partij kiest voor de slordige afgetakelde Arsène Rebuffard, weet hij dat hij niet beantwoordt aan het beeld dat ze heeft van de ouderdom. De oude mijnheer Hertz kan niet anders dan zichzelf zijn, zich keurig verzorgen, belangstelling blijven tonen voor de dingen die hem boeien. Hij blijft genieten van de sympathie van juffrouw Vanderkinderen en van de student. Hij onderhoudt zijn vriendschap met mevrouw Bolle, die ook joods is. En toch voelt hij aan dat de komst van de nieuwe directrice zijn langzaam afsterven versnelt. De psychologische tekening van de oude man (waarin ik toch enkele trekken van de nu 78-jarige schrijver herken) is zeer genuanceerd. Zijn gedachten en gevoelens worden nauwkeurig geregistreerd: het verlangen om zichzelf te blijven, de vervreemding van de buur, het typisch joods gevoel van eenzaamheid, het angstvallig verborgen houden van zijn joodse identiteit, de vriendschap voor mevrouw Bolle die een soortgenoot is. De joodse problematiek vinden we in de vier verhalen terug. Van Praag schrijft erover met een positieve instelling: met humor en nostalgie. Telkens worden joodse gebruiken in het gebeuren verwerkt en de eigen woordenschat maakt de teksten erg sfeervol. De verhalen zijn pittig geschreven, vrijmoedig in de erotische passages. Siegfried E. van Praag is een van de weinige joodse schrijvers uit ons taalgebied. Hij verdient - vooral in Vlaanderen - een betere bekendheid.

Rita Bouckaert-Ghesquiere


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Partijtje ruw, partijtje geslepen


auteurs

  • Albert Westerlinck

  • Rita Ghesquiere

  • over Siegfried E. van Praag