Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 123
Toon afbeeldingen van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 123zoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 123

(1978)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 551]
[p. 551]

Boekbesprekingen

Afkeer van Faulkner

Afkeer van Faulkner van Greta Seghers (Gottmer, Nijmegen & Orion Brugge, 1977, 376 blz.) is een lijvig en bewonderenswaardig romandebuut, iets te uitvoerig en te vaag evenwel, om van eerstaf de indruk van een beslissende gebeurtenis voor de toekomst van de schrijfster te wekken. Twee hoofdpersonages staan tegenover elkaar: een knappe en begaafde jongen die de eindperiode van zijn humaniora doormaakt, en een intellectuele en zelfgenoegzame vrouw, die er haar voldoening in vindt hem geestelijk ten onder te richten. Aangetast door de gedachten en de sfeer van deze tijd zoekt ‘de schone Griekse jongen’, zoals Emily hem heet, bij haar om een filosofisch houvast, dat hem op vroegere godsdienstige waarden doet steunen of nieuwe zekerheden biedt.

Langs de omweg van de literatuur, Baudelaire, Gide, Lawrence, Wilde en Faulkner, leidt zij hem in de verwarring en ten slotte naar de principiële ontkenning van een zingeving voor het menselijk bestaan. Hij weerstaat evenwel nog aan het wanhoopsbesef dat daarmede gepaard kon gaan en tracht in een hooghartige onverschilligheid zijn studies aan de universiteit en het volwassen leven tegemoet te treden.

Het is zeldzaam dat in onze literatuur, die dikwijls alleen bij het anekdotische blijft of door het napraten van een modestroming onbelangrijk wordt, zo'n persoonlijk doordachte en verwoorde eersteling verschijnt.

André Demedts

In vrije val

In vrije val van Paul Koeck (Walter Soethoudt, Antwerpen, 1977, 142 blz.) is een bundel met vier verhalen, waarvan het derde zijn titel aan de verzameling schonk. Daarin gaat het over een officier van de valschermtroepen, die reeds met pensioen kon aftreden, maar het blijft uitstellen omdat springen voor hem een ongewone sexuele beleving meebrengt. Zijn laatste sprong is een val naar de dood. In dezelfde sfeer van een mannelijke prestatiezucht met een ongelukkige uitval ligt Het lied is uit, de beschrijving van een voetbalmatch die aan het optreden van een doelwachter voorgoed een einde maakt, omdat hij aan de eisen van zijn werkgevers niet meer voldoet. Het zal voor hen financieel voordeliger uitkomen hem door een nieuwe kracht te vervangen.

Naast die verhalen waarin Koeck over de eindigheid van al onze vermogens en mogelijkheden handelt, heeft hij het in De begrafenis van Constant Marnef,

[pagina 552]
[p. 552]

het zwakste stuk uit de bundel, over een oud-jeugdkameraad van die Marnef, die tracht zijn schuldgevoel tegenover die dode van zich af te zetten, al heeft hij de man nooit iets misdaan, en in Ons flatje uit de zeventiende eeuw beproeft eveneens op een begrafenis een overgebleven echtgenoot hetzelfde tegenover zijn vrouw. Hij doet dat door zijn herinneringen nogeens op te roepen aan de ongeluksbeslissing van hun huwelijk: de aankoop van een oude woning, die hun niets dan moeilijkheden en ruzies opgeleverd heeft, met het gevolg dat zij daardoor de kans op een eenvoudig geluk gemist hebben. Laatstgenoemde novelle is om haar bondige vorm en meer afwisselende inhoud waarbij humor verdriet verhult de waardevolste van de vier. ‘Eindelijk weer een verteller aan het woord’, zegt Koecks uitgever. Wij beamen het gaarne en voegen eraan toe: met talent.

André Demedts

De lange geboorte

Lut Ureel, van wie in 1977 bij Gottmer te Nijmegen en Orion te Brugge het verhaal De lange geboorte (217 blz.) verscheen, was nog een kind toen de Tweede Wereldoorlog begon, een meisje aan de puberteitsgrens toen hij ten einde liep. Ruim vier jaar lang beleefde zij te Alveringem, het dorp van Verschaeve, haar overgang tot de wereld van de volwassenen als ‘een lange geboorte’. Een dorp als een ander, met mensen als overal? Niettemin met een eigen karakter, als overgangsgebied tussen het polder- en houtland en ongetwijfeld getekend door de aanwezigheid van een betwiste figuur als zijn oud-kapelaan. De schrijfster heeft voor dat uitzicht van haar omgeving een bijzondere aandacht betoond en de bladzijden waarin zij over Verschaeves handel en wandel uitweidt - ze zijn vroeger ten dele in ons tijdschrift verschenen - hebben ook buiten de literatuur hun belang.

Een tweede hoofdgegeven van haar verhaal zijn de herinneringen aan de ontwaking van haar persoonlijkheid en vooral haar verhouding tot haar familie, haar speelgenoten en de natuur. De natuur buiten en evenzeer in haar, waar beide elementen door hun mysterieuze verbanden op elkaar inwerkten. Die groeitijd van de kinderdroom naar de werkelijkheid van de volwassenen toe, werd door de afwikkeling van de oorlog versneld en versomberd, maar heeft haar in tegenstelling met veel jongeren van haar leeftijd niet tragisch ontredderd. Zij zal nooit meer aan ‘de angst voor de oorlog en voor geweld ontgroeien’, maar meteen ook weten ‘dat leven een matte, droeve zaak’ was, zonder ‘het ideaal van de schoonheid en de ware goedheid’, waarin zij en haar broer ‘elkaar hadden bevestigd’.

Volgens sommigen kunnen boeken met zo'n inhoud geen literatuur zijn, omdat ze niet het soort engagement inhouden dat die propagandisten met literatuur vereenzelvigen. Maar de manier waarop Lut Ureel haar wereldbeeld en levensinzicht verwoordt, is om haar beheerste innerlijkheid niet minder waard dan de schrijftrant van de moderne heilsoldaten. Niet de strekking van een roman, wel zijn waarachtigheid en eenheid zijn voor zijn artistieke betekenis van doorslaggevend belang.

André Demedts

[pagina 553]
[p. 553]

Het stille bederf

Door Het stille bederf uit de titel van zijn jongste roman (Davidsfonds, Leuven, 1978, 228 blz.) verstaat Julien van Remoortere de politiek en wat daar feitelijk achter ligt, het verlangen naar macht en gezag. Eerst zoals door Marjan Demeter uit deze roman met de beste bedoelingen nagestreefd en ten slotte toch leidend tot allerlei toegevingen en minder edele bedoelingen en compromissen. De schrijver oordeelt dat het anders zou moeten en kunnen, maar stelt tegelijk vast dat het doorgaans daarop uitloopt. De maatschappij dringt het op en zelfs de mens die het beste wil stelt zich met het betere tevreden, al sluit het ergens een fout uit zwakheid in. Daarachter rijst de vraag of een principieel radicalisme in de praktijk houdbaar blijkt en niet meer kwaad dan goed tot gevolg heeft. Van Remoortere heeft oog voor beide standpunten. Aan de ene kant raadt hij jonge idealisten aan in de politiek te treden om de daar heersende misstanden aan te zuiveren en anderzijds sluit hij zijn verhaal af met een ontroerend gebed van zijn heldin, die het nochtans zo slecht niet gedaan heeft en toch vraagt om Gods erbarmen.

Drieëentwintig jaar oud, gehuwd en in verwachting van haar eerste kind, laat Marjan Demeter zich overhalen om op de katholieke lijst voor de gemeenteverkiezingen te staan. Zij wordt gekozen en dat wordt het begin van een schitterende loopbaan, die via de provincieraad, het centrale partijbestuur, een ministerportefeuille en het eerste-ministerschap tot de hoogste waardigheid brengt: zij wordt de presidente van haar land. Intussen is zij ook vrouw, en moeder van verschillende kinderen, inbegrepen een verloren zoon geweest, maar heeft zij, schaarse ogenblikken voor zelfonderzoek daargelaten, nooit de tijd gehad om zich dieper te bezinnen. Zij heeft getracht te blijven wie zij was, maar ziet ook wel in, dat er tekortkomingen, fouten en liefdeloosheden geweest zijn.

De roman is zoals de realisten van formaat het steeds deden rechtaan rechtuit geschreven, zonder uitweidingen of stylistische versiersels, van de eerste tot de laatste zinsnede een relaas van gebeurtenissen met hun innerlijke terugslag en uiterlijke gevolgen op het leven van het hoofdpersonage. Zoals het behoort bij die manier van vertellen zijn de onderscheiden karakters met hun grote trekken als in arduin gekapt en ligt de waarde van de taal in haar epische dienstbaarheid. Er wordt in onze kritiek te weinig aandacht aan Van Remoortere geschonken.

André Demedts


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Afkeer van Faulkner

  • over In vrije val

  • over De lange geboorte

  • over Het stille bederf


auteurs

  • André Demedts

  • over Greta Seghers

  • over Paul Koeck

  • over Lut Ureel

  • over Julien van Remoortere