Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 127 (1982)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 127
Afbeelding van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 127Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 127

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 127

(1982)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 717]
[p. 717]

Tijdschriftenrevue

Appel
7de jrg., nr. 3, september 1982

‘In de ban van de taal. Enkele op de spits gedreven miskellanea’ is een intelligent opstel van Jan Flamend over de problematische relatie tussen taal en plastische kunst. In ‘Poëzie, taal als brug en kloof’ schrijft Romain John van de Maele over de wisselwerking tussen herkenning en vervreemding door poëzie. Etienne Bastiaenen heeft het over Charles Maurras en de Action Française. Na een verslag over de 7de poëzieprijs van Sint-Truiden volgen gedichten. De beste zijn, in mijn ogen, die van Bauke Eeuwesz Zijlstra en Dirk van Bastelaere. Hans Vermeer had een kort gesprekje met de Zeeuwse dichteres Neeltje Zoetje Jobse. Dan wat proza van Peter Hautekiet, Hans Inne en Guido Wulms, en een serie boekbesprekingen.

Jufrouw Ida
8ste jrg., nr. 2, aug. 1982

Dit is de nieuwe, ingekorte naam van het voormalige Juffrouw Idastraat 11, huisorgaan van het Letterkundig Museum in Den Haag. In het jongste nummer commentarieert Tom van Deel het sonnet ‘De twee beken’ van Vestdijk. Louis Fessard schrijft over ‘Het doodsmotief bij Slauerhoff’. Harry G.M. Prick stelt Frans Erens voor, zoals hij naar voren komt in zijn brieven aan Andries Bonger, terwijl Jan J. van Herpen enkele radio-optredens van Van Deyssel reconstrueert. ‘Maar 't vliegend vischje heeft zichzelven niet geschapen’ is de titel van een lezing door Anton Korteweg over de dominee-dichter J.P. Hasebroek. Ten slotte wordt het typoscript van het verhaal ‘Wantrouwen’ van J.M.A. Biesheuvel in facsimile opgenomen.

Maatstaf
30ste jrg., nrs. 6 en 7, 1982

In het nr. 6 stelt Rita Loeber de Franse auteur David Boulanger voor. Zij vertaalde van hem ook enkele korte verhalen. Paul van Capelleveen analyseert het gedicht ‘Dodenpark’ van Gerrit Komrij en Nop Maas schrijft over personages in het werk van Marcellus Emants. Rob Schouten recenseert bundels van Rutger Kopland, Kees Winkler, Albert Helman en Dirk Kroon. Naast enkele historische artikels en een ‘Portfolio’-bijdrage over de portretten van Basil King, zijn er gedichten van Wim Brands en A.M.J. de Keyser. In het nr. 7 schrijft Benno Barnard heel boeiend over zijn ervaring van Brussel. ‘De autobiografie als bezinning op het noodlot’ is een opstel van Tomasz Burek over het werk van Czeslaw Milosz. Rob Schouten bepreekt poëzie van Boudewijn Büch en Freddy de Vree. Ver-

[pagina 718]
[p. 718]

der verhalen van Jos Ruting, Taecke J. Botke en René Stoute, gedichten van Eva Gerlach en Ed Leeflang.

Ons Erfdeel
25ste jrg., nr. 4, sept.-okt. 1982

Garmt Stuiveling vertelt over zijn rol in het ontstaan en de groei van het vak taalbeheersing aan de Amsterdamse universiteit. C.J. Stokkermans inventariseert de situatie van ‘Het onderwijs in de Nederlandse taal in Indonesië anno 1982’. Twee bijdragen gaan over plastische kunst: Hans L. Jaffé schrijft over de fantastische wereld van Melle en Ludo Bekkers presenteert de beelden van Hilde van Sumere. Rudolf van de Perre schrijft een overzicht van de poëzie van Hans Warren, ‘Tussen hybris en vergaan’ en Raymond Vervliet gaat na hoe de receptie van Buysse tijdens de jongte 50 jaar evolueerde. In ‘Het biezen mandje. Over veel realisme en een beetje romantiek in onze poëzie’ pleit Hedwig Speliers voor een poëzie die zich bewust is van evoluerende taalinzichten, die de werkelijkheid zo sterk mogelijk in de taal transformeert. Dit is deels ook een reactie op mijn eigen stuk over ‘Open en gesloten poëzie’. Mia van Mechelen portretteert Frans van Cauwelaert. In de ‘Culturele kroniek’ wordt werk besproken van Hella S. Haasse, Daniël Billiet, C.B. Vaandrager, Helma Wolf-Catz, M. D'Haese. Verder over de Multatuli-biografie van Paul van 't Veer en het herdenkingsboek ‘Bernard Kamp van A tot Z’.

De revisor
9 de jrg., nr. 4, aug. 1982

‘Hak me maar in mootjes’ is de titel van een ‘verhaal’ van Gerrit Krol, vol bedenkingen over taal, waarneming, denken: ongehoord scherpzinnig. ‘Bedenkingen’ is een verhaal van Thomas Roosenboom. Heleen ten Holt vertaalde een t.v.-spel van Ian McEwan: ‘Het verjaarsfeestje van Jack Flea’. Lili Ahonen stelt de Zweedstalige Finse schrijver Ralf Nordgren voor, en vertaalde van hem vijf prachtige gedichten. Andere gedichten in dit nummer zijn van Piet Meeuse, Lenze L. Brouwers, H.H. ter Balkt, Robert Anker en Erik Menkveld. Jan Fontijn schrijft over Couperus' ‘Boeken der kleine zielen’ als beeld van de burgerij rond de eeuwwisseling. In ‘Het dubbele gelijk’ interpreteren Maarten van Buuren en Paul Wackers ‘Het daghet inden oosten’. Het boeiende is dat beide auteurs van tegengestelde visies op de interpretatie van oude teksten uitgaan: historiserend vs. actualiserend.

Varia

- Bzzlletin (nr. 97, juni 1982) brengt een nummer over Japanse literatuur, waarin o.m. nogal wat aandacht wordt besteed aan Kawabata Yasunari en Mishima Yukio. Daarnaast opstellen van Koolhaas (G.F.M. Raat) en Karl May (Wilfried F. Fenser).

 

- In Kultuurleven, 49ste jrg., nr. 7, sept. 1982 bespreken Stefaan Evenepoel en Dirk de Geest een serie nieuwe Vlaamse dichtbundels van o.m. D. van Ryssel, F. Pollet, L.M. van den Brande, P. Aerts en L. Vanhie. J.J. Wesselo gaat in zijn prozakroniek uitvoerig in op de roman ‘Glazuur op niets’ van Willy Roggeman.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken