Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 151
(2006)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–
[pagina 922]
| |
[pagina 923]
| |
AfgrijzenEr zijn er veel in mijn stad. Ze bewegen zich in grijze
drommen als wolken die voor het gaat stormen samen
drammen. De stranden zakken eronder vandaan.
Ze vormen files en bezetten de huizen. Rammen
winkelwagens in je hielen, eigenen zich je plaats
toe in de tram en zeiken de straten onder als honden.
Het zijn de kakkerlakken die in je slaap achter je ogen
kruipen. Daar zitten ze met stervende vingers in je haar
zachte morfineziektes in je hoofdhuid wrijvend.
Het geheugen is een stad waarin je gemakkelijk verdwaalt
sussen ze en laten je zonder gedachte achter op een plein.
En bladeren vallen terwijl de bladeren vallen en er een bij je
komt zitten die op je lijkt. Je krant leest. Je brieven opent.
Je ruzies krijst. Stijve bewegingen van je lichaam eist.
|
|