Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 151

[p. 979]

Medewerkers

brigitte adriaensen (1975) doceert Spaanse en Spaans-Amerikaanse Letterkunde en Cultuur aan de Radboud Universiteit (Nijmegen). Haar boek over de ironie in het werk van de Spaanse auteur Juan Goytisolo is ter perse (Verbum). Daarnaast heeft ze ook gepubliceerd over ironie in het werk van de Argentijnse schrijver Martín Kohan en over de ironische representatie van de auteur in postmoderne literatuur.

arnoud van adrichem (1978) is dichter, hoofdredacteur van literair tijdschrift Parmentier en lid van de redactieraad van DWB. Zijn poëziedebuut zal eind 2007 bij uitgeverij Contact verschijnen. Voorts schrijft hij samen met Jan Lauwereyns aan de essaybundel Stemvork (werktitel).

jan-willem anker (1978) studeerde Literatuurwetenschap in Utrecht en debuteerde in 2005 met de bundel Inzinkingen (De Bezige Bij), waarvoor hij de Jo Peters Poëzieprijs 2006 ontving. Momenteel werkt hij bij Stichting Poetry International in Rotterdam. Zijn tweede bundel, Donkere arena, verscheen afgelopen zomer.

maria barnas (1973) is schrijver, dichter en beeldend kunstenaar. Ze schrijft stukken voor De Groene Amsterdammer en de Volkskrant. Ze publiceerde twee romans: Engelen van ijs (1997) en De baadster (2000). In 2003 verscheen haar debuutbundel, Twee zonnen, waarvoor ze de C. Buddingh'-prijs 2004 ontving.

neeltje van beveren (1977) publiceerde eerder gedichten en verhalen in onder meer DWB, Yang, NYMPH, De Gids en De Brakke Hond. In 2003 verscheen van haar bij Meulenhoff | Manteau de bundel Alles voor de vorm.

mark boog (1970) publiceerde diverse dichtbundels en romans. Hij debuteerde in 2000 als dichter met de bundel Alsof er iets gebeurt, die met de C. Buddingh' prijs 2001 werd bekroond. Zijn laatste dichtbundel, De encyclopedie van de grote woorden (Cossee, 2005), werd bekroond met de VSB Poëzieprijs 2006.

hugo bousset (1942) is hoogleraar Moderne Nederlandse Literatuur aan de Katholieke Universiteit Brussel en aan de Facultés Universitaires Saint-Louis, eveneens te Brussel. Hij was bijzonder hoogleraar Literaire Kritiek aan de Vrije Universiteit Amsterdam, in de periode 1997-2000. Bousset is hoofdredacteur van DWB. In 1993 publiceerde hij De Gulden Snede. Over Nederlands proza na 1980. Begin maart 1996 verscheen de essaybundel Geritsel van papier, in 1999 de bundel Bevlogen lichtheid, waarvoor hij de Dirk Martensprijs 2002 kreeg, en in 2004 de bundel De geuren van het verwerpelijke. Al zijn boeken verschijnen bij Meulenhoff.

paul de bruyne (1955) is docent Regie aan de Academie voor Drama van de Fontys Hogescholen en docent Cultuurwetenschappen aan de Universiteit Maastricht.

maurice buehler (1978) is dichter. Zijn werk verscheen onder andere in NYMPH, Pa§ionate en het eenmalige literaire tijdschrift De Wasknijper. Met de bundel Grasaap te water debuteerde hij begin 2004 bij Uitgeverij Contact.

saskia de coster (1976) is auteur van Vrije Val (2002), Jeuk (2004) en Eeuwige Roem (2006). Naast romanschrijver is ze ook theaterschrijver (‘U_razende stilstand’ - CREW), oratoriumschrijver, columnschrijver (in De Standaard en De Morgen), videomaker, kernredacteur van DWB en beeldmachine. Ze werkt in het grootste geheim aan Het Boek dat geen Boek zal zijn. Voor fABULEUS zal ze een stuk schrijven en regisseren. Ze schrijft nu de voice-over voor de film met werktitel Edimmu, en maakt met Ief Spincemaille een bibliofiele uitgave, een rubberen boek dat men moet slaan vooraleer het zijn woorden oraal loslaat.

[p. 980]

anne decelle (1979) studeerde Germaanse Talen aan de K.U.Leuven. Ze werkt aan een proefschrift over Stefan Hertmans en schrijft vooral over hedendaagse poëzie.

serge delbruyère (1975) houdt zich voornamelijk en met wisselend succes bezig met puur object worden. Publiceerde desalniettemin poëzie en essays (o.a. over Giorgio Agamben) in verschillende Vlaamse en Nederlandse tijdschriften. Hij werkt momenteel aan een pornofilm.

hans groenewegen (1956) schrijft essays over hedendaagse poëzie. Een aantal van die o.a. in DWB verschenen essays bewerkte hij voor twee boeken: Schuimen langs de vloedlijn (2002) en Overvloed (2005). Uit de recente poëzie stelde hij een thematische bloemlezing samen: Vrede is eten met muziek. Als redacteur is hij verantwoordelijk voor essaybundels over het werk van Hans Faverey, Lucebert en Kees Ouwens. Hij publiceerde de dichtbundels grondzee (2000), lichaamswater (2002), en gingen uit sterven (2005). Nadere informatie en een gedichtenlabyrint: www.hansgroenewegen.nl.

erik jan harmens (1970) debuteerde in 2003 als dichter met de bundel In menigten (Nijgh & Van Ditmar), waarvan onlangs een tweede druk verscheen. In maart 2005 verscheen de opvolger, Underperformer, die werd genomineerd voor de Jo Peters Poezieprijs 2006. Een gedicht uit de bundel werd bekroond met de Gedichtendagprijs. Harmens schrijft poëziebesprekingen voor Awater, De Groene Amsterdammer en Het Parool. Voor de VPRO Radio interviewt hij iedere dinsdagavond bekende en onbekende dichters. In 2007 verschijnt zijn romandebuut: Kleine doorschijnende man.

martijn hendriks (1973) is onderzoeker en kunstenaar. Aan de Universiteit Maastricht werkt hij momenteel aan een promotieonderzoek naar de esthetische en ethische dimensies van nieuwe representaties van stedelijke ruimte in de Grand Theft Auto-videogameseries.

stefan hertmans (1951) is docent aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten / Hogeschool Gent, romancier, dichter en essayist. Zijn meest recente publicaties zijn: Harder dan sneeuw (roman, 2004) en Kaneelvingers (gedichten, 2005). In 2006 werd zijn poëzie verzameld uitgebracht in Muziek voor de overtocht. Gedichten 1975-2005. In maart 2007 verschijnt bij De Bezige Bij Het zwijgen van de tragedie, essays over onder meer Friedrich Hölderlin, Paul Celan, Medea, Antigone, en een afsluitende tekst betreffende ironie en tragedie.

lucas hirsch (1975) rondde in 2002 zijn studie Geschiedenis/Amerikanistiek af aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is werkzaam als analist. Zijn werk werd reeds gepubliceerd in de literaire tijdschriften De Revisor, Revolver, DWB, Parmentier, De Tweede Ronde en Deus Ex Machina. Zijn debuutbundel familie gebiedt verscheen eind september 2006 bij uitgeverij De Arbeiderspers.

leen huet (1966) is van opleiding kunsthistorica. Ze schreef onder meer (met Jan Grieten) Belgisch Museumboek (1996), over onze minder bekende musea, en Oude meesteressen, over vrouwelijke kunstenaars in de Nederlanden (1998). Haar essays vind je in Oud papier en Mijn België, ze publiceerde de bloemlezing Venetië. Een literaire reis (2005) en vertaalde de brieven van Rubens in het Nederlands (De brieven van Rubens, 2006). In 2005 verscheen haar roman Almanak.

maaike lauwaert (1978) schrijft haar proefschrift over computerspellen aan de Universiteit Maastricht. Daarnaast werkt ze als freelancejournalist en schrijft ze over hedendaagse kunst, comics, en computerspellen.

jan lauwereyns (1969) is dichter en wetenschapper. Hij doceert Biologische Psychologie aan de Victoria University of Wellington in Nieuw-Zeeland. In 2007

[p. 981]

verschijnt zijn vijfde dichtbundel, Anophelia! De mug leeft. Voorts essayeert hij met Arnoud van Adrichem in het Nederlands (projecttitel: Stemvork) en solo in het Engels (projecttitel: The Object of Attention).

erik lindner (1968) publiceerde drie dichtbundels: Tramontane (Perdu, 1996), Tong en trede (De Bezige Bij, 2000) en Tafel (De Bezige Bij, 2004). Daarnaast stelde hij de eerste bloemlezing samen van Nederlandse poëzie die in Frankrijk verscheen: Le verre est un liquide lent (Farrago, Tours, 2003). Hij werkt momenteel aan zijn vierde dichtbundel (werktitel: Terrein) en aan reisverhalen over het hedendaagse poëzieklimaat in verschillende landen.

sjoerd-jeroen moenandar (1976) heeft Literatuurwetenschap en Scandinavische Talen en Culturen gestudeerd in Groningen en Lund (Zweden). Hij is momenteel werkzaam bij de vakgroep Kunsten, Cultuur en Media van de Rijksuniversiteit Groningen als toegevoegd docent Kunstfilosofie en assistent in opleiding. In die laatste functie werkt hij aan een proefschrift over beleid en strategie rond de representatie van moslims en de islam in de Nederlandse literatuur (1990-2005).

thomas möhlmann (1975) is dichter, poëziemedewerker van het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds (NLPVF), hoofdredacteur van poëzietijdschrift Awater en redacteur van literatuursite www.literairnederland.nl. Zijn debuutbundel, De vloeibare jongen, verscheen in september 2005 bij Uitgeverij Prometheus (tweede druk: januari 2006) en werd in 2006 genomineerd voor de C. Buddingh'-prijs voor het beste Nederlandstalige poëziedebuut.

koen peeters (1959) is schrijver en kernredacteur van DWB. Hij werkt op dit moment aan zijn Grote Europese Roman: groots en episch, de geschiedenis van de Europese mensheid samenvattend, maar dan vanuit het perspectief van mensen die werken of leven in Brussel. Dus tegelijk een klein Brussels boekske. De roman verschijnt voorjaar 2007 bij Meulenhoff | Manteau.

helena de preester (1977) is filosoof. Ze is als postdoctoraal onderzoeker verbonden aan de Universiteit Gent (Wijsbegeerte) en als gastdocent aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Gent.

matthijs de ridder (1979) is verbonden aan het Louis Paul Boon-documentatiecentrum van de Universiteit Antwerpen en bereidt een proefschrift voor over de activistische tegentraditie in de Vlaamse letteren in het kader van de GOA: Literatuur, Vlaamse Beweging en maatschappij (1914-1950). Hij publiceerde onder meer over Gaston Burssens, Louis Paul Boon, Raymond Brulez en Kurt Köhler, bezorgde daarnaast de verzamelde gedichten van Gaston Burssens (Alles is mogelijk in een gedicht: verzamelde verzen 1914-1965) en is co-editeur van het Verzameld werk van Louis Paul Boon.

jeroen van rooij (1979) volgt een research master-opleiding Nederlandse Letterkunde aan de Universiteit Utrecht. In 2004 won hij de schrijfwedstrijd van popfestival Lowlands. Hij publiceerde in DWB, Geestdrift en Transvormer. Daarnaast is hij actief bij VPRO's 3VOOR12/Utrecht, een website over popmuziek.

daniël rovers (1975) is redacteur van yang en verbonden aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB). In 2005 verscheen van hem de essaybundel Bunzing (Vantilt).

alfred schaffer (1973) was jarenlang werkzaam aan de universiteit van Kaapstad, Zuid-Afrika. Sinds een jaar is hij woonachtig in Amsterdam, en redacteur bij uitgeverij Cossee. Zijn laatste dichtbundels zijn Geen hand voor ogen (2004), de bibliofiele uitgave De muziek die ons toekomt (2005) en Schuim (2006).

[p. 982]

pierre schoentjes (1963) doceert Franse Letterkunde aan de Universiteit Gent. Als specialist van ironie heeft hij over het onderwerp verschillende studies gepubliceerd; in het bijzonder Poétique de l'ironie (Seuil, Paris, 2001). Zijn aandacht gaat uit naar theoretische en/of tekstgerichte literatuurstudie in Europese context met bijzondere belangstelling enerzijds voor de werken geïnspireerd door de Eerste Wereldoorlog en anderzijds voor de hedendaagse Franse literatuur. Hij publiceerde in het verleden een boek over Marcel Proust, Recherche de l'ironie et ironie de la recherche (RUG, Gent, 1993), en een studie rond het werk van de recentste Franse Nobelprijswinnaar, Claude Simon: Claude Simon par correspondance: Les Géorgiques et le regard des livres (Droz, Genève, 1995).

tom sintobin (1974) is als postdoctoraal onderzoeker voor het FWO-Vlaanderen verbonden aan de K.U.Leuven (onderzoekseenheid Literatuur en Cultuur). Hij publiceerde een boek over de categorie van het beschrijvende in het oeuvre van Stijn Streuvels (‘Wie schaft er op de woorden?’ Vijf keer Streuvels lezen. KANTL, Gent, 2005), artikels over poëticaonderzoek, literatuurkritiek en genres en diverse lezingen over Nederlandstalig proza vanaf 1890.

patrick de spiegelaere (1961) was tussen 1983 en 1993 fotograaf voor De Morgen. Sindsdien werkt hij als persfotograaf voor verschillende dag- en weekbladen, en is hij actief in de theater- en muziekwereld. Voor Vredeseilanden reist hij jaarlijks naar een land in Afrika of Zuid-Amerika om de mensen achter hun campagne in beeld te brengen. Hij verzorgde de fotografie in verscheidene boeken, zoals Benno Barnards Door God bij Europa verwekt, de bundel literaire wandelingen Bloem in Brussel en de catalogus van Koenraad Tinel. Zijn werk was onder meer te zien in Gent, Tongeren, Deinze, Brussel en Amsterdam. Begin 2006 stelde hij tentoon in het Brusselse deBuren met een reeks over de Europese hoofdsteden: STRAAT.

maarten steenmeijer (1954) is hoogleraar Spaanse Letterkunde en Cultuur (Radboud Universiteit Nijmegen), literair vertaler, criticus (Vrij Nederland; Quimera) en schreef onder meer Dit is niet Amerika (gedichten: Wereldbibliotheek, 2001), Je sterft maar twee keer. Over literair denken en herinnering (2002) en Golden Earring. Rock die niet roest (Wereldbibliotheek, 2004). In 2006 verscheen de door hem samengestelde bundel Pop in literatuur (IJzer).

jeroen theunissen (1977) is geboren in Gent. Hij schrijft romans, poëzie en essays. In het voorjaar van 2006 verscheen zijn tweede roman het einde.

piet vaesen (1976) is van opleiding bodemkundig filosoof en publiceerde (onder het pseudoniem Nargilah V.H.) gedichten, verhalen en essays in DWB, Deus ex Machina en Writers Block. Twee van zijn gedichten werden opgenomen in de bloemlezing Op het oog. 21 dichters voor de 21ste eeuw (Uitgeverij P).

stéphanie vanasten (1977) studeerde Germaanse Taal- en Letterkunde aan de Université catholique de Louvain (Louvain-la-Neuve) en aan de Humboldt-Universität (Berlijn). Ze specialiseerde zich in de literatuurwetenschap en promoveerde in 2005 aan de UCL met een vergelijkende studie over het groteske in de romans Het verdriet van België van Hugo Claus en Ein weites Feld van Günter Grass. Sinds 2005 is ze gastdocente aan de UCL en aan de Facultés Universitaires Saint-Louis te Brussel. In oktober 2006 startte ze als postdoctoraal onderzoeker van het Fonds National de la Recherche Scientifique (FNRS, België) aan de UCL aan een project over Hugo Claus en de francofonie.

sven vitse (1981) studeerde Germaanse Talen aan de Vrije Universiteit Brussel en werkt momenteel aan een proefschrift over experimenteel en postmodern Nederlandstalig proza.