Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 153 (2008)

Informatie terzijde

Titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 153
Afbeelding van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 153Toon afbeelding van titelpagina van Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 153

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 153

(2008)– [tijdschrift] Dietsche Warande en Belfort–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige
[pagina 898]
[p. 898]

Medewerkers

ARNOUD VAN ADRICHEM (1978) is dichter, hoofdredacteur van Parmentier en lid van de redactieraad van DW B. In 2008 debuteerde hij als dichter met de bundel Vis (nominatie C. Buddingh'-prijs, voorjaarsaanbeveling Poëzieclub). Onlangs verscheen bij uitgeverij DRUKsel zijn tweede poëziebundel, Buiten. Samen met Jan Lauwereyns schrijft hij aan de essaybundel Stemvork, en in coöperatie met Han van der Vegt vertaalt hij het poëzieboek The Age of Huts (compleat) van Ron Silliman.

 

ERIK BINDERVOET & ROBBERT-JAN HENKES (april 1962 en in maart 1982 nog een keer als redacteur van Platforum, filosofisch-maritiem tijdschrift voor persoonlijke essayistiek en Vandersteen-Forschung) vertaalden onder meer Finnegans Wake, Hamlet, Nabokov, The Beatles en Bob Dylan. Schreven onder andere Bloemsdag, Finnegancyclopedie, Waar wij voor zijn en tegen en Wat leuk is en wat niet. Evangeliseerden door middel van De intocht van Christus in Amsterdam (eerste en tweede evangelie). Dit najaar verschijnt in de serie Klassiek Geïllustreerd de vertaling van De laatste dagen der mensheid van Karl Kraus (opgevoerd door 't Barre Land). In voorbereiding: Het Geheim van het Succes, een autobiografictieve roman over Gruppo Sportivo-frontman Hans Vandenburg. Henkes vertaalde solo (met Elena Pereverzeva) onder andere Tarkovski, Mariengof en Charms. Bindervoet dichtte solo onder meer De saaiste jongen ter wereld en Aap. Onlangs verscheen Voor altijd voor het eerst, de 20ste eeuw in 101 gedichten over uitvindingen en andere dingen die voor het eerst gebeurden.

 

HUGO BOUSSET (1942) is hoogleraar moderne Nederlandse literatuur aan de Katholieke Universiteit Brussel en aan de Facultés Universitaires Saint-Louis, eveneens te Brussel. Hij was bijzonder hoogleraar literaire kritiek aan de Vrije Universiteit Amsterdam, in de periode 1997-2000. Bousset is hoofdredacteur van Dietsche Warande & Belfort. In 1993 publieerde hij De Gulden Snede. Over Nederlands proza na 1980. Begin maart 1996 verscheen de essaybundel Geritsel van papier, in 1999 de bundel Bevlogen lichtheid, waarvoor hij de Dirk Martensprijs 2002 kreeg, en in 2004 de bundel De geuren van het verwerpelijke.

 

HANS COTTYN (1972) studeerde geschiedenis (Universiteit Gent) en literatuurwetenschappen (interuniversitair). Sinds 1997 werkt hij als redacteur bij verschillende Vlaamse uitgeverijen. Hij hield een boekenrubriek bij voor Teek en de Clickx-portaalsite, en voor de krant De Tijd schreef hij (literaire) reisreportages. Hij publiceerde in Nieuw Wereldtijdschrift, Deus Ex Machina en De Leeswolf over literatuur en geschiedenis. Sinds februari 2007 is hij medewerker van de literaire nieuwssite De papieren man (http://papierenman.blogspot.com).

 

KOENRAAD DEDOBBELEER (1975) maakt kunst in de plooien van het interval tussen dat wat we kennen en dat wat we vermoeden te herkennen. Koenraad Dedobbeleer vertrekt vanuit beeldhouwkunstig kijken naar de brede omgeving waarin hij leeft en beweegt. De sculpturen, zoals een ontdubbelde tafel, doen denken aan de kunst van Brancusi maar zijn evenzeer een hedendaagse oefening in zwaarte, massa en volume. Het kleine gebaar - zoals het in een hoekje van een ruimte tonen van lichtbeelden van huisgemaakte, bizarre en wankele objecten - wisselt hij af met open constructies die deels verwijzen naar de plaats van de tentoonstelling en soms kunnen worden beschouwd als bijna site-specific. Koenraad Dedobbeleer maakt kunst waarin de realiteit een omslag maakt naar een ‘nutteloze’ status zodat het nieuwe beeld er een wordt van een esthetische orde. Het bedenken van een nieuwe realiteit uitgaande van wat ‘is’ vormt de kern van de authentieke artistieke productie. Koenraad Dedobbeleer behoort vandaag tot de kunstenaars met een consistent oeuvre waartoe hij zich bedient van de media en de materialen die op het moment van zijn creatie voor de hand liggen. Koenraad Dedobbeleer exposeerde onlangs in het FRAC Bourgogne in Dijon een project dat hij samen met de Amerikaanse Rita McBride voortzette in Museum Abteiberg in Mönchengladbach en in de loop van

[pagina 899]
[p. 899]

2009 nog zal continueren in het Museum aan Zee in Oostende. Werk van Koenraad Dedobbeleer is vaak te zien in zijn galerie Micheline Szwajcer in Antwerpen.

 

GASTON FRANSSEN (1977) is universitair docent moderne Nederlandse letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Hij publiceert over hedendaagse poëzie en literatuurkritiek. In 2008 verscheen zijn studie gerrit kouwenaar en de politiek van het lezen.

 

HANS GROENEWEGEN (1956) schrijft essays over hedendaagse poëzie. Een aantal van die o.a. in DW B verschenen essays bewerkte hij voor twee boeken: Schuimen langs de vloedlijn (2002) en Overvloed (2005). Hij publiceerde de dichtbundels grondzee (2000), lichaamswater (2002), en gingen uit sterven (2005) en zuurstofschuld (2008). April 2009 verschijnt Het handschrift van Lucebert, een essay over de relatie tussen Luceberts tekeningen en zijn poëzie. Nadere informatie en een gedichtenlabyrint: www.hansgroenewegen.nl.

 

PETER HOLVOET-HANSSEN (1960) weet oude tegenpolen te overstijgen. Creëerde een eigen niche in de poëziebiotoop met het drieluik Dwangbuis van Houdini (Debuutprijs 1999), Strombolicchio (Dirk Martensprijs 2001) en de vossensprong Santander. Na zijn ‘anti-roman’ De vliegende monnik (2004) verscheen in 2005 de weerom lovend ontvangen bundel Spinalonga (driejaarlijkse Cultuurprijs van de Vlaamse Gemeenschap). De ‘wrakhoutgedichten’ van Navagio (Prometheus, 2008), een waaier van werelden, sloten zijn eerste poëziereis af. ‘De kanteling’ is de overgang naar een tweede reis.

 

JAN LAUWEREYNS (1969) doceert biologische psychologie aan Victoria University of Wellington, Nieuw-Zeeland. Recent publiceerde hij zijn zesde dichtbundel, Vloeistof en welvaart. Op stapel staan een brieven- en verzenboek met Leo Vroman en een essaybundeling met Arnoud van Adrichem.

 

SHIZUKA SAKURAI LAUWEREYNS (1969) promoveerde in 2000 aan Michigan State University op een proefschrift over vaag taalgebruik in Japans gesproken discoursen. In 2005 richtte zij het Language Consulting-bureau FOXp2 op. Zij werkt af en toe, mogelijk niet geheel vrijwillig, als literair vertaler.

 

DIRK LEYMAN (1965) studeerde politicologie en literatuur- en theaterwetenschappen aan de Universiteit Gent. Hij is werkzaam als journalist bij de krant De Morgen, waar hij onder meer Nederlandstalige en Franse literatuur recenseert. Hij was samensteller van de literaire stedenboeken Gent, de dubbelzinnige (Bas Lubberhuizen, 2000) en Nice, muze van azuur (Bas Lubberhuizen, 2004). Hij publiceerde in verschillende literaire tijdschriften en magazines en was tussen 1999 en 2008 redacteur van het tijdschrift Deus Ex Machina. Hij zetelde in diverse letterenjury's en modereert geregeld literaire gesprekken en debatten. In september 2006 startte hij met zijn literaire berichtgevingssite De papieren man (http://papierenman.blogspot.com), die ook samenwerkt met NRC Handelsblad en met DW B.

 

ELS MOORS (1976) woont en werkt in Brussel. In 2006 verscheen haar poëziedebuut, Er hangt een hoge lucht boven ons, bij Nieuw Amsterdam. De bundel werd genomineerd voor de C. Buddingh'-prijs 2006 en de Herman de Coninck Poëzieprijs 2007. In april 2008 verscheen haar eerste roman Het verlangen naar een eiland.

 

KIWAO NOMURA (1951) is de onderkoning van de Japanse poëziewereld. Zijn gedichten zijn waanzinnige bezweringen van de insomnie, erg muzikaal, gedreven door een passioneel (erotisch) verlangen, soms bijna mystiek van toon. In 2007 was hij te gast op Poetry International te Rotterdam.

 

JEROEN OLYSLAEGERS (1967) heeft na een prozaperiode met boeken zoals Il faut manger (1996) en Open gelijk een mond (1999) voornamelijk voor het theater geschreven, met teksten voor onder andere de KVS (Diep in de aarde, dieper in uw gat en In het lot gevallen), NTGent (Uw darmen: een marktonderzoek), Het Toneelhuis (Mood on the go

[pagina 900]
[p. 900]

en Wolfskers) en Theater Artemis (Don Quichot en zijnen ijzeren wil). Ondertussen heeft hij de laatste drie jaar aan een filmscenario gewerkt in samenwerking met Harry Kümel (Eendracht maakt macht of de kunst der voorzichtigheid) dat de lotgevallen van de Belgische regering tijdens de Tweede Wereldoorlog als onderwerp heeft en waarvan de makers hopen dat er ooit veel volk naar zal komen kijken. Momenteel wijdt hij zich weer aan proza en bereidt hij drie volksromans voor die zich in verschillende tijdvakken afspelen en die allemaal draaien rond geheugen en identiteit, actieve slachtoffers en passieve misdadigers, gekoesterd onbehagen en het negeren van de neergang. De titel van elk boek zal beginnen met de letter W. Wij, het eerste deel van het drieluik, verschijnt in het voorjaar van 2009.

 

JEROEN VAN ROOIJ (1979) is schrijver en dichter. Hij is lid van de Avondenredactie van Perdu en van het Nederlands flarfcollectief. Hij publiceerde onder andere in DW B en in Parmentier. Zie ook http://jeroen.damarkus.nl. ‘Het verhaal van een dag in de stad’ is het tweede verhaal uit een reeks verhalen die losjes aan elkaar geweven zijn. Het eerste verhaal uit de reeks, ‘De eerste hond in de ruimte’, stond in DW B 2006 5-6. In de loop van jaargang 2009 zullen de andere verhalen uit deze reeks in DW B verschijnen. Op die manier zal een soort roman in verhalen ontstaan. Deze heeft als werktitel De eerste hond in de ruimte. De verhalen kunnen ook los van elkaar worden gelezen.

 

NARCISSE TORDOIR (1954) is een invloedrijk kunstenaar met wortels in de jaren 1980 toen hij onder andere in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel bakens verzette met kunst gebaseerd op een klare en heldere plastische taal, geënt op een magritteaanse context. Narcisse Tordoir verliet al snel het tweedimensionale beeldvlak en concipieerde als het ware schilderijsculpturen die zelfs toegankelijk werden. De taal speelde altijd een grote rol in zijn oeuvre; getuige daarvan de vele notitieboekjes waarin Narcisse Tordoir voor zichzelf de problematiek probeerde uit te klaren tussen taal en beeld en tussen vorm en betekenis. Het unieke auteurschap ontweek hij door tal van soms zeer monumentale kunstwerken te maken samen met andere kunstenaars zoals eertijds David Neirings, Koen de Decker en James Beckett. Het hart van het artistiek bezig zijn van Narcisse Tordoir blijft het zoeken naar de plaats van de kunstenaar in deze tijd en de bevraging van de mogelijkheid om als kunstenaar en individu überhaupt een relevante stem en mening uit te drukken via een kunstwerk. Recent werk cirkelt rond analyses van het werk van Goya die uitdijen in schilderijen en foto's met een schijnbaar moraliserende ondertoon en waarin de inwisselbaarheid van de afzonderlijke figuren de kijker ontregelt. Narcisse Tordoir stelde recent tentoon in Extra City in Antwerpen en in Kunsthaus Bern; in 2009 volgen exposities in Le Magasin in Grenoble en in zijn geboortestad Mechelen.

 

HAN VAN DER VEGT (1961) is dichter, essayist en vertaler. Na enkele gedichten te hebben geschreven die een hele bundel beslaan (o.a. Exorbitans, 2006), bereidt hij nu een bundel voor met kortere gedichten. Samen met Arnoud van Adrichem vertaalt hij het poëzieboek The Age of Huts (compleat) van Ron Silliman.

 

DANIEL DE VIN (1944) studeerde Germaanse filologie aan de Rijksuniversiteit Gent, waar hij in 1976 op een proefschrift over Max Frisch' Tagebücher (Böhlau, Keulen, 1977) promoveerde. Hij was van oktober 1968 tot januari 1980 werkzaam als lector Nederlands aan de Freie Universität Berlin, vanaf februari 1980 als docent Duitse letterkunde aan de Universitaire Faculteiten Sint-Aloysius (UFSAL) en is nu gewoon hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Brussel / Hogeschool-Universiteit Brussel (HUB). Hij publiceerde bijdragen over Duitse en Nederlandse literatuur, maakte vertalingen (Nederlands-Duits en Duits-Nederlands), hield tal van lezingen en organiseert in het kader van onderzoeks- en onderwijsprojecten rond hedendaagse Duitstalige letterkunde ontmoetingen met Duitstalige auteurs (Literarischer Treffpunkt, www.literarischertreffpunkt.be).

 

SVEN VITSE (1981) studeerde Germaanse talen en promoveerde in 2008 aan de Vrije Universiteit Brussel op een proefschrift getiteld Een woestijn die de stad verpulvert. Marxisme, kritiek en representatie in poststructuralisme, Ander Proza en postmodern proza. Momenteel werkt hij als juniordocent aan de Universiteit Utrecht.


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken