Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Achttiende Eeuw. Jaargang 1996 (1996)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Achttiende Eeuw. Jaargang 1996
Afbeelding van De Achttiende Eeuw. Jaargang 1996Toon afbeelding van titelpagina van De Achttiende Eeuw. Jaargang 1996

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

non-fictie
sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Achttiende Eeuw. Jaargang 1996

(1996)– [tijdschrift] Documentatieblad werkgroep Achttiende eeuw–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 1]
[p. 1]

Het vuur van de revolutie



illustratie
Op de vorige bladzijde is een fragment afgebeeld van het gedrukte briefhoofd van de ambassade van de Bataafse Republiek in Parijs, 1795.


[pagina 2]
[p. 2]


illustratie
J.C. Bendorp, Titelpagina van de eerste jaargang van het Dagverhaal der Nationale Vergadering, 1796. Gravure, Rijksprentenkabinet, Amsterdam.
(foto: Rijksmuseum-stichting, Amsterdam)


[pagina 3]
[p. 3]

Inleiding

Op 15 en 16 september 1995 hield de Werkgroep Achttiende Eeuw te Leuven een symposium getiteld Het Vuur van de Revolutie. De Nederlanden rond 1795. De aanleiding voor dit symposium was dat het 200 jaar of net iets langer geleden was dat de Franse revolutionaire legers de Nederlanden binnenvielen. Sommigen verwelkomden deze inval als een bevrijding, anderen zagen hem als een bedreiging voor hun bezit, macht en geloof. De Zuidelijke Nederlanden werden ingelijfd bij Frankrijk. In het Noorden werd de Bataafse Republiek gesticht en begon een nieuwe fase in de Nederlandse Revolutie. Hoewel de betekenis van deze omwenteling voor de inrichting van een nieuwe samenleving algemeen onderschreven wordt, zorgt de beoordeling ervan nog steeds voor veel controverse. Met de titel Het Vuur van de Revolutie heeft de Werkgroep Achttiende Eeuw de ambivalentie die de omwenteling oproept tot uitdrukking willen brengen: de bezieling van de revolutionairen en het verzengend vuur van het geweld.

Het doel van het tweedaagse symposium was om interdisciplinair en binationaal - conform de doelstelling van de Werkgroep - beide kanten van de Revolutie, vernieuwing en vernietiging, aan bod te laten komen. De sprekers werd daarom gevraagd bijdragen te leveren rond een viertal thema's: de politieke ideeënvorming, de sociale herordening van de maatschappij, de verbeelding van de Revolutie en de ideologische en opvoedkundige vorming. Daarbij werd hen verzocht waar mogelijk liever provocerende, nieuwe inzichten naar voren te brengen dan een ‘stand van zaken’ te geven; liever een bijdrage leveren die nieuwe grond verkende dan een voordracht die bekende zaken presenteerde.

Op grond van de bijdragen werden vier sessies samengesteld. Bij de eerste, ‘De receptie van republikeinse modellen’, kwam allereerst de rol van kerken en religie in het republikeinse denken aan de orde. De kerk kon uiterst afwijzend op het republikeinse gedachtengoed reageren, zoals in bepaalde extreem-conservatieve kringen in de Zuidelijke Nederlanden; maar zij kon ook de republikeinse ideeën ‘vertalen’ in een andere religieuze beleving. Zo ontstond in de Noordelijke Nederlanden rond 1795 een nieuwe voorstelling van het vaderland als een morele gemeenschap van vrome burgers, waarmee de religieuze beleving een meer ‘publiek’ karakter kreeg. In deze sessie werden daarna twee visies op het Nederlandse republikanisme tegenover elkaar gezet, waarbij de ene de Revolutie rond 1795 als een ideologische voortzetting van de patriottenbeweging van 1787 ziet, terwijl de ander verdedigt dat er in 1795 fundamenteel andere ideeën een rol gaan spelen in het politieke denken.

[pagina 4]
[p. 4]

In de tweede sessie, die als titel ‘Herschikking van de verbeelding’ meekreeg, werd aangetoond dat de Revolutie leidde tot allerlei nieuwe rituelen en beelden waarmee mensen proberen betekenis en vorm te geven aan de maatschappelijke veranderingen. Tegelijkertijd werd aan de hand van de geschiedschrijving in de Zuidelijke Nederlanden duidelijk dat de invloed van de politieke gebeurtenissen op de - in dit geval historische - verbeelding niet overschat moet worden: veel geschiedschrijving vond doorgang volgens gevestigde patronen. Ook in het literaire landschap was er sprake van het aanhaken bij politieke gebeurtenissen naast het juist zich daaraan onttrekken. Wel is de onderliggende hypothese dat beide een reactie zijn op het appèl dat een politiek-maatschappelijke ontwikkeling doet op de literatuur.

In de derde sessie, ‘Emancipatie, tolerantie en repressie’, werden kritische kanttekeningen geplaatst bij het gelijkheidsideaal dat onderdeel uitmaakte van het revolutionaire gedachtengoed. Voor het streven naar gelijkberechtiging van niet-gereformeerden in de Noordelijke Nederlanden werd bijvoorbeeld een hoge prijs betaald. Ook voor sodomieten pakte het idee van gelijkheid, dat nadruk legde op individualiteit, aanvankelijk allesbehalve positief uit. Was sodomie voorheen gezien als een uiting van collectieve zondigheid, rond 1795 werd het iets waarvoor het individu zelf verantwoordelijk gehouden kon worden. Dit had belangrijke, voor sodomieten nadelige, gevolgen in de rechtspraak. Ook voor groepen die geassocieerd werden met het ‘verleden’ bracht de Revolutie zeker niet altijd tolerantie. In de Zuidelijke Nederlanden ondervond de adel dit aan den lijve, al is op het symposium gebleken dat oude voorstellingen ook op dit punt een nuancering verdienen.

Onder de noemer ‘Maatschappelijke (her)opvoeding’ werd in de vierde sessie geponeerd dat niet alleen in de voorstellen voor een nieuw, publiek, onderwijsstelsel een poging werd gedaan om vaderlandslievende burgers te vormen die ‘passen’ bij de nieuwe, door de Revolutie veranderde samenleving, maar dat ook de literatuur en de beeldende kunst als instrument konden dienen bij het aanleren van nu belangrijk geachte normen en waarden als ‘huiselijkheid’ en ‘saamhorigheid’.

Tijdens het symposium werd ook een inspanning gedaan om de Revolutie te verbeelden. In de aankleding; in Het Vuur van de Dag, een symposiumkrant waarin een bloemlezing van berichten uit 1795 werd opgenomen, alsmede enige actuele nieuwsgeving rond het symposium; in een opvoering van een gedeelte uit Gerrit Paape's De belegering van 's Hertogenbosch, of Kees is Thuis (1795); en in de tentoonstelling De Revolutie in prent en druk.

Wij denken dat de gekozen invalshoek op het symposium geleid heeft tot meer zicht op de veranderingen in de maatschappij in de Nederlanden rond 1795 en dat hier een vruchtbaar uitgangspunt ligt voor verder onderzoek naar deze periode. In ieder geval is gebleken dat het onvoldoende is de Revolutie te benaderen als een louter politieke kwestie. De kerk, het gezin, de literatuur en de kunsten, de rechtspraak, de steden en andere instituties: alle speelden

[pagina 5]
[p. 5]

ze een essentiële rol in de vertaling van de Revolutie, de vormgeving en dus de beleving ervan. Daarmee hebben ze de aard van de Revolutie en de rol die deze speelde in de geschiedenis van de Nederlanden mede bepaald. Of u, lezer, het eens bent met onze conclusie, kunt u aan de hand van dit dubbelnummer van De Achttiende Eeuw beoordelen: op een enkele uitzondering na zijn de lezingen die tijdens het symposium gehouden zijn, in dit dubbelnummer opgenomen. In ieder geval hopen wij dat de bijdragen aan deze bundel u iets laten voelen van de gloed van ‘Het Vuur van de Revolutie’.

 

De congrescommissie

 

P. Delsaerdt

S.R.E. Klein

L.G. Korpel

E. Koolhaas-Grosfeld

J. Rosendaal

D. Vanysacker


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • Pierre Delsaerdt

  • S.R.E. Klein

  • Luc Korpel

  • Eveline Koolhaas-Grosfeld

  • Joost Rosendaal