Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 15 (1905)

Informatie terzijde

Titelpagina van Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 15
Afbeelding van Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 15Toon afbeelding van titelpagina van Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 15

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (49.21 MB)

ebook (55.87 MB)

XML (2.77 MB)

tekstbestand






Genre

proza
poëzie
drama
non-fictie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 15

(1905)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Drie nieuwe prentenboeken.
Door H.R.

Er worden tegenwoordig zoozeer diepzinnige verhandelingen geschreven over kinderboeken, over hun paedagogische waarde dan vooral, dat iemand, wien het aan ondervinding op het hobbelig gebied der opvoedkunde ten eenenmale ontbreekt, eenigszins huiverig wordt in een beoordeeling te treden. Maar nu heb ik een paar zoo aardige... (daar is waarachtig al een opinie!) prentenboeken ontvangen ter recensie, dat ik er graag de aandacht op vestigen wou. Een aankondiging dus, meer niet, en eenige leeken-indrukken.

Uzeltje, een prentenboek, geteekend door Cornelis VethGa naar voetnoot*) heeft mij bizonder geboeid. Welke indrukken deze expressieve teekeningen op kinderen maken zullen - ik weet het niet. Me dunkt, ze zijn zoo gewend aan vriendlijk aansprekende lijnen, en kleuren, frisch en hel, aan zoete figuren zonder bizonder karakter, ze zullen, in den beginne tenminste, wat moeite hebben met deze prenten, waar zoovéél en zoo druk op verteld wordt, en niet even vriendelijk steeds, zelfs niet overal onverdeeld vroolijk, zonnig en zacht. En dat in die vale, ernstige tinten. 't Genot ligt hier niet voor de hand. Er moet wat over worden gedacht, en gedroomd.

Uzeltje wou niet naar school toe gaan. Of ze moest gedragen zijn, door den klaren maneschijn. Toen zei de Boer: ‘Dan ga ik naar

[pagina 288]
[p. 288]

den Meester.’ Zoo is 't begin van het grappige nonsens-vertelsel. De Meester, waardig, ziet er van af Uzeltje te slaan, de Knuppel weigert brutaal den Meester af te rossen, het Vuur den Knuppel te branden; het Water het Vuur te blusschen, de Koe het Water te drinken, de Slager de Koe te slachten, de Galg den Slager te hangen, de Muis de Galg te knabbelen, de Poes de Muis te vangen.... En juist als ten slotte de Hond, meer meegaande, de Poes wel wil bijten - kiest Uzeltje eieren voor haar geld, loopt ze naar school, parmant of haar voeten.... Dat is het!

Maar heel wat meer vertelt ons de teekenaar daar nog omheen. Dat die maan ook zoo tooverig zacht kan schijnen, - ja, waarlijk, als je er lang naar kijkt zou je Uzeltje's mal-fantastischen wensch gaan begrijpen! - en dat haar vader, de Boer, die maar subiet naar den Meester wou, om Uzeltje 'n flink pak slaag te bezorgen, dan ook een zorgelijk norsche en lompe vent was, die 't kindje zelf wel geslagen zou hebben, als hij niet liever zijn pijp bleef rooken, zijn handen diep in zijn zakken. Groot-oogend van schrik kijkt zijn vrouw hem na als hij gaat. Maar Uzeltje zet een leuk plagerig lachje, ze bedenkt dat er altijd nog tijd genoeg is als ze haar draai nemen wil. Aangekomen op school, stapte de Boer uit zijn klompen, zette zijn pet af, en was toen al dadelijk veel van zijn nijdige stugheid kwijt; vrindlijk haast deed hij en onderdanig. 's Meesters ernstige blik was ook zóó verontwaardigd-verbaasd. hij schrok met zóó'n heiligen schroom terug van wat hem de Boer daar dorst voor te stellen! En toen... maar ik kan zoo niet doorgaan! Wat vertelt hij al niet op die eene plaat, deze geestig doordenkende teekenaar! En er volgen nóg wel een tiental zoo! Ja, dat is het toch wel, vertellen, met haaltjes en verfjes boeiend vertellen, wat deze kunstenaar doet. Bedenken wij dat hij ook schrijft, en goed ook, dat zijn talent in de eerste plaats karakteriseerend-verhalend, d i. wat men noemt litterair, schijnt te zijn.

Van Kinderversjes door Tante Lize (Mevrouw E. Dopheide Witte), met teekeningen van C. JetsesGa naar voetnoot*) laat ik hier, bij wijze van aankondiging, een prentje afdrukken. C. Jetses heeft er kans toe gezien zonder kleuren een toch aantrekkelijk kinderboekje te maken. Bekijken we zijn werk na dat van Veth, dan is het of we pardoes uit de volle, roezige wereld aangeland zijn in een vriendelijk-rustige, Duitsch gemoedlijke kinderkamer. Ook de versjes van ‘tante Lize’ zijn lief; de kindertjes zullen er waarlijk niets dan de deugd uit leeren, en ik kan me begrijpen, dat daar een musicus-kindervriend snoezige wijsjes bij maken kan.

En zoo geloof ik ook, dat er ‘van paedagogisch standpunt’ niets te zeggen valt tegen J.B. Heukelom's prentenboek: Op en om het krabbelbaantje, met Rijmpjes en Vertelseltjes van Margaretha.Ga naar voetnoot*) Deze bescheiden

illustratie
Uit ‘Kinderversjes’.


teekenaar (‘'t is vallen en opstaan’ schreef hij bij wijze van motto op zijn boek) mist misschien enkel nog tijd en durf om veel betere dingen te doen. Laat ons voorloopig maar dankbaar zijn voor ‘tgeen hij al deed: vlugge figuurtjes teekenen, kleuren, jongens en meisjes op 't ijs. Bevattelijke prentjes, frisch van kleur, aantrekkelijk door losheid van beweging. Intusschen, dat Heukelom niet enkel figuurtjes in actie, dat hij ook stille huizen-steenen wel teekenen kan, zijn werk voor dit Elseviernummer gereproduceerd kan er de overtuiging van geven.

voetnoot*)
Verschenen te Amsterdam bij S.L. van Looij, te Rotterdam bij W.L. Brusse.
voetnoot*)
Uitgegeven door C.A.J. van Dishoeck te Bussum.
voetnoot*)
Amsterdam, S.L. van Looy, Rotterdam, W.L. Brusse.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Uzeltje wou niet naar school toe gaan...

  • over Kleine bengels (onder ps. Tante Lize)


auteurs

  • Herman Robbers

  • over J.B. Heukelom