Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 44 (1934)

Informatie terzijde

Titelpagina van Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 44
Afbeelding van Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 44Toon afbeelding van titelpagina van Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 44

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (39.52 MB)

ebook (38.29 MB)

XML (2.42 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 44

(1934)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 152]
[p. 152]

Raoul Dufy bij Esher Surrey, Den Haag

Het werk van den Franschman Dufy toont steeds een speelsch experimenteelen inslag. Om zoo te zeggen is het een voortdurende krachtmeting, een virtuoze voorbereiding, een steeds opnieuw zich kwijten van een zelf gestelde, vreugderijk aanvaarde taak. Het is niet diepzinnig - bewust noch onbewust - en het openbaart, in een figuur, geen psychologie of dramatiek, in een landschap ternauwernood een stemming. Het is een gretige proefneming; een lenig en hevig spel; bijna een lachend stoeien in de verf. Nooit iets, dat gelijkt op een biecht, nooit de minste gebondenheid aan het onderwerp als concreet geval. Het laatste toch blijkt voor Dufy niet meer dan een willekeurig gekozen uitgangspunt. Of de schilder een vredig Zuid-Fransch dorpspleintje weergeeft, de blanke woningmuren door zachtkleurige luiken verlevendigd, en met vriendelijk wuivende palmboomen en een dwaze muziektent in den hoek; of een liggend vrouwenaakt, waarover groote vlinders sierlijk vladderen en snelle zwaluwen stijgen en dalen; of dat hij ons de spanning van een paardenwedloop of de ontspanning van een zomersch bootpartijtje wil suggereeren - het gegeven blijft enkel een aanloop en schijnt door de werkzaamheid der fantasie al bijna bij voorbaat opgelost tot een frissche kleurenwemeling en een arabeskachtig lijnenrhythme, waarin niets meer herinnert aan de vermoeiende samengesteldheid der dagelijksche verschijningsvormen. Dufy's wereld is er een van kinderlijke blijmoedigheid en bijna simplistische directheid.

Zijn grootheid lijkt mij hierin gelegen, dat hij bij alle dartele luchtigheid niet oppervlakkig wordt. Hij maakt zich er allerminst zoo gemakkelijk van af, als menige leek kan meenen. Integendeel, in de kleurkeuze en de kleurenmenging voelt men een onvermoeid en onvoorwaardelijk streven naar de grootst mogelijke zuiverheid, en zijn parate, veerkrachtige lijn spreekt van een duidelijke bezieling, een onmiskenbare intensiteit, waaraan een zekere spotlust soms niet vreemd is. Toch blijft de visie te beminnelijk, dan dat deze lijn ooit hekelend, of polemisch agressief, zou mogen heeten.

Technisch bekeken definieert men deze kunst het gemakkelijkst als een decoratief expressionisme, waarin de lijn en de kleur twee min of meer afzonderlijke werelden vormen. Dufy toch lijkt bijna met de olieverven te aquarelleeren: hij bedekt eerst zijn doek met een wonderlijke harmonie van dun neergezette kleurpartijen en gaat vervolgens in deze kleurmassa teekenen met een onnavolgbare spontaneïteit; met dit gevolg echter, dat kleur en lijn elkander vaak niet dekken in den gebruikelijken zin. Zonder twijfel een gevaarlijke werkwijze! Maar Dufy past haar toe met zoo'n onverhoedsch élan en zooveel charmante kunde, dat wij de laatsten zullen zijn er den opgetogen, moedigen schilder een verwijt van te maken.

W. Jos. de Gruyter


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken