Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 44 (1934)

Informatie terzijde

Titelpagina van Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 44
Afbeelding van Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 44Toon afbeelding van titelpagina van Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 44

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (39.52 MB)

ebook (38.29 MB)

XML (2.42 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 44

(1934)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Grafisch werk in kunsthandel Santee Landweer, Amsterdam

Toen in het jaar van 1933 D.G. Santee Landweer stierf en deze zoo bijzondere figuur, meer verzamelaar dan ‘kunsthandelaar’ was heengegaan, zullen velen met weemoed hebben gedacht aan het door dit vroege sterven afgesneden levenswerk, dat van den kunsthandel Santee Landweer een middenpunt had gemaakt van het allerbeste internationale grafische werk, dat men in ons land kan vinden. Het is een geluk, én ter wille van den eerbied, dien men aan de nagedachtenis van D.G. Santee Landweer verschuldigd is, én ter wille van de grafische kunst, dat de mogelijkheid is geschapen, zijn naam te blijven verbinden aan een kunsthandel, welke de traditie voortzet. Zoo is dan, op een ander punt van oud-Amsterdam, nog wat dichter bij het centrum, in een typisch oud-Amsterdamsch grachthuis, aan de Keizersgracht 463, vlak bij de Leidschestraat de nieuwe ‘kunsthandel Santee Landweer’ gevestigd, waarin twee jonge leiders, vrienden van den gestorvene, met piëteit en enthousiasme, zijn werk voortzetten. En nu

[pagina 367]
[p. 367]

bloeien weer de iepen langs de grachten, als elk jaar, en ligt er een goudbruin waas over de boomtoppen; binnen in het huis gaan weer de bladen grafiek van hand tot hand en spreekt deze stille schoonheid tot vele bewonderaars. Zoo gaat het leven door....

In het nieuwe huis is nu ook een plaats ingeruimd aan de schilderkunst en zoo mocht men in Februari aan Nederland de primeur brengen van de hier tot dat oogenblik volslagen onbekende kunst van den Vlaamschen schilder Jaak Schaepherders, waaraan Albert van Hoogenbemt in ons Maartnummer beschouwingen wijdde. Thans ziet men er schilderijen van dien anderen Vlaming, Reimond Kimpe, sinds den oorlog op Walcheren werkende. Maar de hoofdzaak blijft de grafiek.

Twee grafici stellen er thans ten toon, de jonge Hollander H.A. Henriët en de in Frankrijk werkende Oostenrijker Tony Grosz.

Van Henriët zag men zoo hier en daar, o.a. op tentoonstellingen van ‘De Brug’ een teekening, (het bekendst is zijn ‘hardrijderij op schaatsen’), maar het is goed nu eens wat bijeen te zien, want hier is een talent, waarop men moet letten en dat aanmoediging verdient. Het sympathieke, dat dit werk kenmerkt is, dat het vrij is van aanstellerij en mooidoenerij; dat het geen hinderlijke navolging toont en ook niet topzwaar is van vooropgezette stylistische overwegingen, waarvan het bedachte veelal zoo teleurstellend is. Het zijn bijna allemaal geteekende portretten, die wij hier zien; veel van jonge kinderen, eenige ook van ouderen. In zijn manier van teekenen denken we soms even aan Foujita: het zuiver neerschrijven van de omtrekken en daarbinnen het even en delicaat aangeven van schaduwen. Maar dit werk mist het behaagzieke, dat Foujita vaak eigen is. Henriët toont zich een echt graficus; iemand, die ter dege weet, wat hij met het krijt kan bereiken en die de prachtigste tinten weet te vinden in een kwaliteit van wit en zwart, welke op een hoog peil staat. Dit wat de techniek betreft. Innerlijk is er in deze portretten steeds een drang te herkennen naar psychologische verantwoording en naar het expressief tot uiting doen komen van de menschenziel. Vooral in een paar teekeningen van zuigelingen, waarvan wij er hier een reproduceeren, treft dat sterk. Het is aardig, om die teekeningen te vergelijken met de bekende portretten van baby's, die Jan Sluyters maakte en bij die vergelijking tot de conclusie te komen, dat - al moge Sluyters een habieler teekenaar zijn - de psychologische waarde bij Henriët zeker niet minder is dan bij zijn grooten bentgenoot. Met het weergeven van het uiterlijk van het kind stelt Henriët zich niet tevreden; hij tracht den invloed op te sporen van dat ons verborgen innerlijk leven van het heel jonge kind, dat ons kan aankijken met oogen vol van een ondoorgrondelijke wijsheid en dat zoo heel stil kan zitten kijken als een kleine oostersche wijsgeer, die over de reïncarnatie denkt. Wonderlijk kan zoo'n klein kind dan ontzettend oud lijken, oud van dagen en oud van wijsheid.

[pagina 368]
[p. 368]

Dit is iets, dat Henriët bijzonder schijnt te boeien; zijn kinderteekeningen zijn, behalve stalen van mooie grafiek, ook portretten in den besten zin des woords.

De tweede graficus, die hier tentoonstelt is de in Parijs werkende Tony Grosz, wiens werk kennelijk onder Franschen invloed staat, niet wat den geest betreft, maar naar de techniek, welke op goede Fransche tradities steunt. Innerlijk komt hij daar los van door een eigen soort van speelschheid, die op den duur wel eenige dwang en bezinning noodig heeft om niet te verwateren. In de reeks van etsen, welke wij hier van hem zien, landschappen en straatgezichten, schrijft hij wonderlijk allerlei beelden dooreen; over de lijnen van een landschap teekent hij plotseling en zonder eenig verband met de werkelijkheid menschelijke figuren. Ook uit zich zijn fantasie in het plotseling vergrooten van enkele kleine feiten in het landschap. Zoo zien wij b.v. een weg met boomen en op een der bermen etst hij de bladen van één plantje op een hondervoudig grootere schaal. Ergens anders zien we op een weg een kever loopen zoo groot als een hond. Men kan niet zeggen, dat dit alles wordt opgelost in een klare compositie. Het blijft nerveus werk, waarin de emotie van het oogenblik niet altijd is gevolgd door de bezinning, zooals wij die b.v. vinden bij Bresdin. Capricieuse invallen, niet steeds even goed verantwoord, maken m.i. de zwakte van dit werk uit, dat zich overigens door zeer mooie technische hoedanigheden onderscheidt. Sommige etsen zijn rustiger, overwogener; bladen vol woelende menschenmassa's, toch knap bijeengehouden, bladen, die men moet lezen als een boek om er alle mooie details van te ontdekken. Daarin is Grosz dan op zijn best en toont hij zich een kunstenaar, van wien men nog mooie dingen kan verwachten.

J.S.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken