Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 44 (1934)

Informatie terzijde

Titelpagina van Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 44
Afbeelding van Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 44Toon afbeelding van titelpagina van Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 44

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (39.52 MB)

ebook (38.29 MB)

XML (2.42 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 44

(1934)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 439]
[p. 439]

G.C. Haverkamp
(1872-1926)

Men kan de tentoonstelling, door de Leidsche Kunstvereeniging in de Lakenhal ingericht, van het nagelaten grafisch werk van G.C. Haverkamp, schilder en graficus, die in 1926 op 54-jarigen leeftijd overleed, een ‘daad van eenvoudige rechtwaardigheid’ noemen tegenover dezen zoo bescheiden kunstenaar, om wiens figuur nimmer groot rumoer was; die nooit het middelpunt was van heftige debatten en zelfs niet van de belangstelling van het kunstlievend publiek. Haverkamp was een schilder, een teekenaar, van wiens bestaan men wist; die ‘er ook nog was’ bij de anderen, die men beter kende. Enkele kunstbroeders en een paar kunstminnaars droegen hem in hun hart, maar zelfs voor die betrekkelijk kleine schare van menschen, die de beeldende kunst liefhebben, bleef Haverkamp zijn leven lang iemand, over wien men geneigd is heen te kijken. Hij maakte het den menschen daarin gemakkelijk; hij effaceerde zichzelf. Maar ook: hij stelde hen, die hem waardeerden, vaak te leur door werken, die wel van veel studie, maar van weinig spanning getuigden. Zoo leidde dit tot een te haastig eind-oordeel over zijn werk, als zou dit ten slotte in zijn geheel beneden de middelmaat zijn gebleven. Ik geloof niet, dat dit oordeel - gebaseerd op laagte-punten - juist is en word daarin versterkt, nu wij in Leiden ongeveer 100 stuks van zijn grafisch werk bijeen zien.

Haverkamp heeft veel en hard gewerkt en geploeterd met een zeldzame overgave tot zijn roeping. Zijn schilderwerk blijft hier buiten beschouwing; hij was meer grafisch kunstenaar en voelde zich tot de grafiek zeer aangetrokken. Enorm veel heeft hij geteekend en op deze uitgebreide tentoonstelling was slechts een klein deel van zijn oeuvre aanwezig. Blad voor blad bekijkend treft één ding ons dadelijk: deze man heeft het zich niet gemakkelijk gemaakt, noch naar goedkoope successen gezocht en nimmer is hij verstard in een motief of een techniek. De technisch-moeilijke opgaven zocht hij en - merkwaardig genoeg - daarin juist overwon hij vaak het moeilijke detail, dat hem in eenvoudige opgaven dwars zat. Een goed voorbeeld is het met o.i. inkt gepenseelde ‘akkers in het duin te Katwijk’ uit 1909, een magistrale teekening, groot gehouden ondanks de verbijsterend knappe detailleering van de warreling der korenhalmen, die hij in hun blonde beweeglijkheid weergaf, niet materalistisch maar suggestief-samenvattend, zoo, dat wij zoowel het geheel als de deelen als een schoonheid ondergaan. Als Haverkamp niets anders had gemaakt dan dit eene ding, verdiende zijn naam nog bewaard te blijven en deze teekening in een openbare verzameling te worden geplaatst. Maar, zooals ik reeds zeide, Haverkamp stelde zijn vrienden nogal eens te leur, omdat hij zijn liefde voor het detail de teugels vaak vierde zonder de details tenslotte te kunnen samenvatten tot die synthese,

[pagina 440]
[p. 440]

welke het kunstwerk nu eenmaal behoeft. Dan verdronk het werk in de bijzonderheden en werd een droge catalogus. En eigenlijk zijn de hoogtepunten in zijn werk te zeldzaam geweest. De spanning der vervoerende voordracht, de warme adem van den scheppenden kunstenaar, de als in trance schrijvende hand, zooals Rembrandt die had; Rembrandt, die immers elke lijn adelde door iets, dat buiten alle werkelijkheid omging, hoe schaars vinden wij dat alles in het oeuvre van Haverkamp! Zeker; maar tòch, die momenten zijn ook in zijn werk voorgekomen en, alles bijeen, in voldoenden getale om Haverkamp te mogen rekenen tot de goede grafici van dezen tijd.

Het tweede, dat treft in zijn werk, is de afwezigheid van de menschelijke en dierlijke figuur en van het portret. Ook deze beperktheid moeten wij releveeren. Afgezien van enkele stillevens was Haverkamp een schilder, meer nog een teekenaar van het landschap en het kerk-interieur. Wij kunnen veel studie-bladen, die niet verder zijn gebracht dan de opsomming van details terzijde laten, om te wijzen op enkele teekeningen van landschappen, waarin hij over de stof zegevierde en louter met krijt of o.i.-inkt een kleur wist te suggereeren, een wijdheid wist op te roepen, een atmosfeer, een geur van aarde kon doen aanwaaien; zoo enkele met o.i.-inkt gepenseelde teekeningen uit Soest, een boerderij bij Abcoude, een strand te Katwijk. Van de kerk-interieurs zijn er enkele, die niet onder doen voor die van Bosboom, als b.v. uit Katwijk-binnen en de St. Pieterskerk te Leiden.

Onder de etsen zijn zoowel stadsgezichten als landschappen en ook in deze techniek zien wij tusschen veel onbelangrijks enkele sublieme uitingen als b.v. dat prachtig-doorwerkte en toch zoo vol en groot gebleven stoppelveld met schoven.

Zoo wordt dan de eind-indruk, dat wij in Haverkamp niet een groote figuur hebben gehad, veel minder iemand, die de kunst nieuwe wegen toonde, maar een, die in een tijd, waarin het ambachtelijk kunnen in discrediet raakte, zich niet schaamde voor zijn toewijding tot de techniek; die in een tijd, waarin het detail werd verwaarloosd als hebbende geen belang, liefde bleef hebben voor de kleine dingen der aarde en er de schoonheid van begreep; die ten slotte in verschillende stalen van zijn grafisch werk een merkwaardig technisch meesterschap wist te paren aan een omvattend en diep schouwen in de structuur der aardsche dingen. Dit is de grafische nalatenschap van dezen stille-in-den-lande. Toen hij stierf, was het, of hij voor velen niet had geleefd; voor ons, die zijn werk hebben gezien, blijft de fijne, dichterlijke natuur van dezen beschroomde in zijn werk leven.

J.S.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken