Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 50 (1940)

Informatie terzijde

Titelpagina van Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 50
Afbeelding van Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 50Toon afbeelding van titelpagina van Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 50

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (45.65 MB)

ebook (45.06 MB)

XML (2.44 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 50

(1940)– [tijdschrift] Elsevier's Geïllustreerd Maandschrift–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 533]
[p. 533]

Vasti
door Caroline Bos-Everts

 
Toen zond de koning om de koningin.
 
Want hij was vroolijk van den wijn
 
en een rood floers trok licht voorbij zijn oogen,
 
vlammende voorhang, hel en zonder eind.
 
Een tinteling doorvoer zijn leden
 
die deed de zwaarte van zijn lichaam wijken,
 
deed hem bewegen zonder willenskracht,
 
deed ergernissen, moeite en angsten vlieden
 
die and're dagen aan zijn rijk en zwaar bezit
 
gekluisterd waren. Van Indië tot aan het Moorenland,
 
een fonk'lend sieraad op de aarde,
 
en dichterbij op Susan's burg: goud en porfier,
 
albast en kost'bre steenen, al van hem!
 
En nu: het zonder zwaarte te bezitten,
 
de zorg vervluchtigd door den wijn,
 
genot en vroolijkheid, het lichte leven bevend,
 
een gonzen in zijn ooren en een vurig waas
 
dat zalig schemert voor zijn oog.
 
De volk'ren en de Vorsten, weet hij, en zij allen
 
die vele dagen lang als gast op Susan feesten,
 
hun oogen zijn verblind door pronk en pracht:
 
zijn macht, zijn rijk, zijn goud - zij zullen buigen,
 
opnieuw hem Koning heeten boven al.
 
Maar er is méér. Daar is die koninklijke vrouw,
 
zijn reinste pracht, zijn stilste praal.
 
Een tinteling te meer doorvaart zijn dronken lijf
 
als zijn gedacht' haar nobel beeld omvangt.
[pagina 534]
[p. 534]
 
Háár toonen aan de Vorsten en de volk'ren!
 
Zijn ed'le Vasti als het rijkst,
 
het zuiverst sieraad des festijns,
 
na pronk van gouden vaten déze vrouw,
 
't juweel dat al dien glans verbleeken doet......
 
 
 
Dan zendt de koning om de koningin.
 
De zeven dienaars gaan, en brengen
 
het koninklijk bevel aan haar
 
die aan een maaltijd voor de vrouwen
 
een stiller feest, een schaduw van dat and're, viert.
 
En zij is schoon van aangezicht. -
 
Het woord des konings wordt haar aangezegd,
 
Mehuman wacht, met hem de and're zes.
 
Daar rijst zij op en staat bewegingloos
 
En allen voelen: zij is Koningin.
 
Maar 't koninklijk gelaat, naar 't licht geheven
 
verbergt een korten, scherpen strijd:
 
zij weet den koning vol van zoeten wijn,
 
zij weet hem dwaas en vroolijk op zijn zetel,
 
haar koele denken onderscheidt dit beeld.
 
Hij die in duist'ren nacht haar sponde deelde
 
is verder van haar dan wie ook op aard',
 
een vreemde, door zijn roes nog vreemder.
 
Geen haat en geen verachting leeft in Vasti,
 
maar nooit meer zal zij dezen man behooren.
 
En rustig klinkt haar weigering:
 
De koningin komt niet.
 
Zij kent de wet der Perzen en der Meden,
 
zij kent haar schuld aan 't zwaarst vergrijp,
 
zij ziet zich reeds verbannen en verstooten,
 
de grimmigheid en toorn des konings over haar,
 
het koningschap haar naaste en betere gegeven......
[pagina 535]
[p. 535]
 
maar dezen vreemde zal zij nooit behooren.
 
En rustig klinkt haar weigering:
 
De koningin komt niet.
 
 
 
Dan zit zij neer, - haar oogen luiken -
 
en siddert na dit fel besluit,
 
maar weet dat zij niet anders kon en dat haar trots
 
de laatste wet schrijft in haar leven.
 
Het vonnis is geveld. Een groote leegte,
 
die ook de smart niet toelaat, voelt zij om zich heen.
 
Nu opent zij de oogen, ziet haar gasten
 
verschrikt en zwijgend bij de weelde
 
van vruchten, lekkernijen, gouden schalen:
 
het feest der feesten plotseling verstard.
 
Dan sprakeloos verrijst zij uit haar stille zitten,
 
trekt zich in haar verblijf terug als één
 
die weggaat uit het leven, en zij weet:
 
haar eigen wil heeft haar reeds uitgebannen,
 
een voorhang valt voor goed, haar blijft
 
de bitt're eenzaamheid en 't ongewisse lot. -

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken