Het Evangelische visnet, bevattende sommige veranderde liedjes uit het zelve, andere uit de Evangelische triumph-wagen, Zingende zwaan, en anderen

Register. Vervolgens van alle de Lofzangen dezes boeks.

Morgen en Avond-gezang, w'Erkennen u ô God voor meester, &c.	Fol. 7
Het Vader Ons. Ons Vader, eeuwig God wild onze stem aanhoren.	9
Het Weest gegroet. Maria weest gegroet want gy zyt vol van gratie.	12
Het Weest gegroet. Maria weest gegroet.	13
Opwekking voor den H. Dienst der Misse. Laat ons in Gods Kerk vergaren.	14

[p. 304]

Opwekking voor de H. Dienst der Misse. Bereid u hart, opent u oor.	17
Samenspraak over de H. Dienst der Misse. Wy hebben volle verzoening.	19
Samenspraak over de H. Dienst der Misse. Vergeefs in Godes Huys.	22
Op de Altyd Zigtbaarh. van Gods Kerk. Bidders looft, Zangers wild paren.	24
Na de Goddelyke Dienst en Predicat. Dewyl de Mensch alleen niet leeft.	26
Zinne Stryd. Hoe leeft men hier in dees ellende.	28
Van de Schepping des Werelds, o God u werken zyn zo groot.	30
Adams Val. Grooten God hier nooit volprezen.	31
Begin van den Advent. Komt, komt dog eenig Zoon.	33
Den Lofzang Alma Redemtoris Mater. Maria gy hebt voortgebragt.	34
Op den 1 Zondag in den Advent. Daar zullen tekens komen.	35
Op den 2 Zondag in den Advent. Ioannes gehoord hadde, bevonden.	37
Van den H. Bisschop S. Nicolaas. Sint Nicolaas, eerwaardige Prelaat.	39
Op de onvl. Ontfang. van de H. Maget Maria. Hoe word verciert een woning.	41
Op den 3 Zondag in den Advent. Bereid des Heere weg.	43
Op den 4 Zondag in den Advent. Sints Lucas beschryft ons klaar.	45

[p. 305]

Op S. Thomasdag. Thomas geboren in Galileen.	46
1. 5 Kers Liedekens op het Hoogtyd van de Geboorte Christi, de eerste: Een Kindeken is ons geboren.	48
2. o Kersnagt, een der langste nagten.	51
3. o Kersnagt schoonder dan den, &c.	52
4. Verblyd u mensch, wie gy zyt.	53
5. Laat ons den Heere loven.	55
6. Vrolyk gemein, gy Christenen rein.	57
7. Op Christen zielen.	59
8. Ons is een Kind, ons is een Zoon, &c.	61
9. Gy Menschen wild u verblyden.	63
10. Wat ligt komt hier in duisternis, &c.	65
11. Wel wat een vreugd' brengt ons &c.	66
12. Laat ons verheugt zyn in den geest.	69
13. Die mint, die 't minnen mint.	71
14. Soeten Iesu uitverkoren.	73
15. Wie maakt geen vreugde.	75
Op de Feestdag van de H. Stephanus o Heil'ge Martelaar Stephanus.	77
Op de Feestdag van de H. Evangelist Iohannes. Iohannes jong.	79
Op de Zond. onder 't octaaf van Kersmis Een Kind dat word gedragen.	81
Op Nieuwjaarsdag 't oude jaar is voorby.	83
Nieuwjaars Lied. In deze nieuwe Iaare.	87
Nieuwjaars Lied. 't oude Iaar is geweken.	89
Op de Feestdag van de H. 3 Koningen. Als Iesus nu geboren was.	90
Op dezelve Feestdag. De wysheid word geprezen,	92

[p. 306]

Op de 1 Zondag na drie Koninge. Iesus oud twaalf Iaar.	94
Op de 2 Zondag na drie Koningen. Gelukkig is den Egt.	95
Op de 3 Zondag na drie Koningen. Iesus in 't wederkeren.	97
Op de 4 Zondag na drie Koningen. Iesus die is over Zee.	99
Op de 5 Zondag na drie Koningen. Het Ryk der Hemelen is geworden.	100
Op de 6 Zondag na drie Koningen. In dien tyde ging Iesus spreken.	102
Op de Feestdag van O.L.V. Ligtmis. Een zuiver Maagd.	103
Op dezelve Feestdag. Zo wie met 's harten gronde.	105
De Lofzang Ave Regina Caelorum. Wy groeten u o Koningin.	109
Op de Zondag Septuagesima. Iesus sprak met klaare woorden.	111
Op Sexagesima. Een Zajer ging uit &c.	112
Op de Zondag Quinquagesima. De twaalf roept de Heer te gader.	114
Op de Feestdag van de H. Matthys. Ay menschen! menschen treurt.	115
Op Aschdag. Gedenkt o Mensch &c.	118
Op de 1 Zondag in de Vasten. God vaste veertig dagen.	120
Op de 2 Zondag in de Vasten. Ses dagen naar.	121
Op de 3 Zondag in de Vasten. Onzen Heere hoog verheven.	123

[p. 307]

Liedeke van 't Mirakel van Amsterdam. Aanziet o mensch wat wonderheden.	125
Van de H. Lutgerus Patr. tot Slootdyk. Lutgerus geboren uit edel geslagt.	128
Op de 4 in de Vaste. Iesus is overvaren.	130
Op de 5 Zondag in de Vasten, God sprak is ooit mensch gevonden.	132
Op de Feestdag van O.L.V. Boodschap. Een Maget heeft ontfangen.	134
Op dezelve Feestdag. Maria puur.	136
Op dezelve Feestdag. Adams zond'.	137
Op Palmzond. Als Christus is gekomen.	140
Op dezelve Zondag. Als Iesus ons Heer was gekomen.	142
De Passie onzes Heere. Hoe wee! zoo word my heden.	143
Op de goede Vrydag. Van liefden lyden komt veel pyn, droefheid en smerte.	150
Op het Hoogtyd van Paasschen, Christus is opgestanden.	155
Op de H. Paasdag, Christus opgestanden.	157
Op den H. Paasdag. o Paasnagt, verdwynt na onzen wenschen.	159
Maandag na Paasschen. Verblyd u Christenen in 't gemeen.	160
Dingsdag na Paasschen. De Discipelen spreken.	162
Lofz. Regina coellilaetare. Weest verblyd.	163
Op dezelve tyd. o Hemels Koninginne.	165
De 1 Zondag na Paasschen. Christus komt met gesloten deuren.	166

[p. 308]

De 2 Zondag na Paasschen. Ik ben een zeer goede Herder.	168
De 3 na Paass. Christus gesproken had.	169
Op de Feestdag van S. Philippus en Iacobus. Philippus Bethesda.	171
Op de vindinge van het H. Kruys. o Constantyn o gy Romeinsche held.	172
De 4 Zondag na Paassche. Christus die spreekt ik ga.	174
De 5 na Paas. Voorwaardelyk het is waar.	175
Op de Feestdag van O.H. Helemvaart. Christus komt by zijn Discip'len zelve.	177
Op dezelve Feestdag. Als Iesus leering had gegeven.	179
De 6 na Paas. Christus in 't afscheiden.	180
Van de H. Urbanus Paus. Dewyl men heden viert de Feestdag, &c.	182
Op 't Hoogt. van Pinxteren. Doen de tyd.	184
Op het Hoogtyd van Pinxteren. God sprak, die in my steld zyn zinnen.	186
Op de zeven Gaven van de H. Geest. Komt Schepper, myn God, &c.	187
Des Maandags na Pinxteren. Zo lief heeft God Vader verheven.	189
Des Dinsdag na Pinxter. Voorwaardelyk wild dit bezinnen.	191
De Lofzang Salve Regina. Wy groeten u o Koninginne.	192
Op de Feestdasg van de H. Drievuldigheid. De elleve by een.	193
Ter eeren van de H. Drievuldigheid. Eeruwig en God'lyk wezen.	195

[p. 309]

Op de Feestdag van het H. Sacrament, Als Christus had,	196
Aanmerk op 't H. Sacram. des Autaars, o Groot geheim van het nieuwe, &c.	198
Op de 2 Zondag na Pinxteren, Een mensch sprak overluid,	200
Op de 3 Zondag na Pinxteren, Ziet hoe de Iooden waanen,	202
Op de 4 Zondag na Pinxteren, Christus trad langs den oever wat,	204
Op de Geboorte van de H. Johannes, Heilig Man,	206
Op de 5 Zondag na Pinxteren, Door Galileen ons Heer ging treden,	208
Op de Feestd. van de H.H. Apostelen Petrus en Paulus, Petrus Galileen en Paulus Hebreen,	211
Op dezelve Feestdag, Heer Iesus op een reis alleen,	212
Op de 6 Zondag na Pinxteren, Christus ging door Sidon.	213
Op de 7 Zondag na Pinxteren, Den Heere doet ons weeten,	215
Op de Feestdag van de H. Apostel Jacobus, Iacob een regt Galileus,	216
Op de 8 Zondag na Pinxteren, Christus verhaald zyn vrienden,	218
Op de 9 Zondag na Pinxteren, Als Christus kwam,	220
Op de 10 Zondag na Pinxteren, Heer Iesus spreekt de schare aan,	222

[p. 310]

Op den Feestdag van S. Petrus Banden, Herodes die ontroerde zeer,	223
Op den Feestd. van den H. Laurentius, Wy vieren heden Sint Laurens Feest,	226
Op den Feestdag van onze Lieve Vrouwe Hemelvaart, Wy vieren heden Feestelyk,	230
De Heilige Maget Maria word gekroond. Hemel en Aard,	232
Op den 11 Zondag na Pinxteren, Uit Tyrus door Sidon,	234
Op den 12 Zondag na Pinxteren, Zalig de oogen zyn,	236
Op de Feestd van de H. Batholomeus, Daar was in Galileen, een	237
Op den 13 Zondag na Pinxteren, Iesus reist na Ierusalem,	239
Op de Feestdag van de H. Augustinus, Heden is nu ons oogmerk,	240
Geestelyk Liedeken op het volmaakt en onvolmaakt Berouw, Augustinus, die de Kerk,	242
Op den 14 Zondag na Pinxteren, Niemand kan zyn met maten,	245
Op de Feestdag van ons Lieve Vrouwe Geboorte, Een Maget is geboren,	246
Op den 15 Zondag na Pinxteren, Treurt nu in grooten rouw,	248
Op den Feestdag van den H. Mattheus, Mattheus Apostel,	250

[p. 311]

Op den 16 Zondag na Pinxteren, Iesus ging met gezag,	251
Op den 17 Zondag na Pinxteren, De Saduceen,	253
Op den Feestdag van den H. Engel Nmichaël, Hoe wel zo moet men lusten,	255
Op den 18 Zondag na Pinxteren, Iesu is in een Schip geklommen,	256
Op den 19 Zondag na Pinxteren, Iesu in Parabel zeide,	258
Op den Feestdag van de Kerkwyding, Heer Iesus passeert.	260
Op den 20 Zondag na Pinxteren, Een Man zeer ryk en vroome,	262
Op den 21 Zondag na Pinxteren, Het Ryk der Hemelen is geworden,	264
Op den Feestdag van de H.H. Apostelen Simon en Judas, Sint Simon Cananee,	265
Op den 22 Zondag na Pinxteren, De geleerde Pharizeenen,	267
Op den Feestdag van Gods lieve Heiligen, Iesus spreekt tot de Schaar aldaar,	269
Op den zelven Feest.Litanie van alle Heiligen, O zalige stad Ierusalem,	270
Het Vagevuur, op Allerzielendag, Hoe leg ik hier in dees ellende,	272
Op den 23 Zondag na Pinxteren, Op eenen tyd zo is 't geschied,	275

[p. 312]

Op den Feestdag van den H. Bisschop Willebrordus, Myn ziel wild lof zingen den Heer,	277
Op den Feestdag van den H. Bisschop Martinus, Marte Soldaat,	280
Op den Feestd. van Maria Presentatie in den Tempel, Viert nu den dag,	283
Op den 24 Zondag na Pinxteren, Heer Iesus spreekt zyn Propheeten,	284
Op den Feestd. van den H. Apostel Andreas, Den Heil'ge Andreas,	286
Gelukwenzing aan een Dogter die de Wereld verlaat, en haar begeeft tot de Geestelyke Staat, Bruyd Christi! ik wensch u,	288
Gelukwens. aan de Gehoude ofte Getrouwde, Ik kom u gelyk aanbieden,	291
Lofzang na den Eeten, Nu laat ons allegaar dankbaar zyn,	293
Op een Uitvaart, By Martha en Mary veel Ioden zyn gekomen,	294
Ten tyde der Beproeving, Regtvaardig zyt gy, Heer,	298
Op het laatste Einde, Hoe woeld des menschen hart en zinnen,	300

Einde.