Skiplinks

  • Hoofdcontent
  • Subnavigatie
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Forum der Letteren. Jaargang 1975 (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van Forum der Letteren. Jaargang 1975
Afbeelding van Forum der Letteren. Jaargang 1975Toon afbeelding van titelpagina van Forum der Letteren. Jaargang 1975

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Forum der Letteren. Jaargang 1975

(1975)– [tijdschrift] Forum der Letteren–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Forum der Letteren. Jaargang 1975


auteur: [tijdschrift] Forum der Letteren


bron: Forum der Letteren. Jaargang 1975. A.W. Sijthoff, Leiden 1975


verantwoording

inhoudsopgave

doorzoek de hele tekst


downloads

© 2010 dbnl


DBNL vignet

Nawoord

Had ik mij een overzicht van de ‘receptie’ van Maatje's boek ten doel gesteld, zoals Maatje veronderstelt, dan zou hij met zijn aanvulling van mijn leeslijstje een tekort hebben aangewezen. Ik ben echter aan de andere kant, bij Maatje's boek, begonnen en stelde vast dat het in de derde druk in wezen onveranderd is gebleven. Die conclusie bestrijdt Maatje niet. Ik hoefde vervolgens niet zo héél veel kritieken na te gaan om te mogen besluiten tot een opvallende tegenstelling tussen Maatje's woorden dat hij de kritiek zeer ernstig heeft opgevat en getracht er consequenties aan te verbinden en zijn praktijk. Immers op ernstige kritiek van het soort ‘Maatje's boek deugt niet omdat zijn uitgangspunten verkeerd zijn’ reageert hij niet. De toch zo simpele reden die hij aanvoert voor het feit dat hij géén consequenties heeft getrokken

[p. 248]

is al heel zwak: hij verwijt zijn critici dat ze geen alternatief bieden. Wat moeten we daar nu uit begrijpen. Toch niet dat Maatje vindt dat de critici gelijk hebben en dat, om maar wat te noemen, de basis van zijn boek ontbreekt, maar dat hij bij gebrek aan iets anders toch maar doorgaat? Juist de student-gebruiker (voor hem schreef Maatje dit boek in de allereerste plaats) zou veel hebben aan een duidelijker verklaring en ook de goede verstaander krijgt hier wel erg veel minder dan een half woord. Dat de wens naar een werkboek bij de dèrde druk opkomt is dus niet hoewel, maar juist omdat Maatje de felste kritiek naast zich neer blijkt te leggen. Een tweedelig boekwerk zou alleen nodig zijn wanneer Maatje zich concentreert op de kwantiteit van de ‘receptie’ en niet op de hoofdzaken. De hoeveelheid valt trouwens wel mee: de meeste besprekingen die hij en ik samen noemen zijn per stuk niet meer dan een paar bladzijden.

Dat de TGG en de linguïstiek als hulpwetenschap voor literatuurwetenschap belangrijk kunnen worden ben ik bereid te geloven. Daarbij wist ik dat Maatje zich in het onderwerp verdiept heeft en er ook in het duits over heeft geschreven. Maar ik vraag me nog steeds af hoe TGG en linguïstiek passen in een boek dat uitgaande van waardevolheid en fictionaliteit, grondslagen wil geven voor één theorie van het literaire werk, en niet voor een compilatie van theorieën. Vindt hij dat je het onderwerp tegenwoordig moeilijk kan weglaten, ook al past het niet in de lijn van zijn Literatuurwetenschap?

Toen ik het had over de man van wetenschap die een dik boek schrijft over literatuur zonder enig contact met concrete teksten, bedoelde ik een uiterste en dacht daarbij niet meteen aan een bestaand iemand. Als ik dan toch een naam zou moeten noemen komt niet Maatje maar eerder T.A. van Dijk met zijn proefschrift in aanmerking: 375 bladzijden, één keer een zeer onvolledig behandeld gedichtje. Maatje gaat echter met -b.v.- zijn tijdgrafieken die kant op. In Levende Talen 1971 noemde ik zo'n grafiek als een voorbeeld van een ‘concrete mogelijkheid’ die een leraar kan aangrijpen om de theorie de praktijk te laten steunen, evenwel alleen als hij zélf de zin van zijn onderneming wil nagaan. Maatje beperkt zich tot een uiteenzetting, zeker, aan de hand van o.m. een verhaal van Nescio. Daarmee toest hij echter alleen de hypothese dat men van elk verhaal een grafiek kan tekenen. Belangrijker lijkt me te weten wanneer en waarom een grafiek nuttig kan zijn, en dat kan alleen op basis van een interpretatie. Dat vond Schmitz 1971, en Schmitz 1975 vindt dat nog.

P.F. Schmitz


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken