De Franse Nederlanden / Les Pays-Bas Français. Jaargang 2002
(2002)– [tijdschrift] Franse Nederlanden, De / Les Pays-Bas Français–
[pagina 174]
| |
Grensoverschrijdende samenwerking van de WVI met Noord-Frankrijk
| |
Collaboration transfrontalière du WVI avec le nord de la France
| |
[pagina 175]
| |
[Nederlands]werkt. In het midden van de jaren '90 kwam men tot het besef dat de grensoverschrijdende samenwerking niet beperkt kon blijven tot los van elkaar staande projecten. Ze dienden te passen in een globale visie. Zo nam GPCI-COPIT het initiatief om GROOTSTAD (Grensoverschrijdend Ontwikkelings- en Ordeningsschema - via Terra - Schéma transfrontalier d'Aménagement et de Développement) op te starten. Het was de ambitie een duidelijke strategie voor de samenwerking vast te leggen. Vandaag bevindt de grensoverschrijdende samenwerking zich in een nieuwe fase en het ziet er naar uit dat ze in een stroomversnelling zal raken. Zowel bij de Vlaamse, de Waalse en de Franse partners als bij de Federale Belgische en de Europese overheid zijn positieve signalen merkbaar. Een van de stimulansen is de derde generatie structuurfondsen met de communautaire initiatieven Interreg I, die lopen tot 2006. De resultaten van GROOTSTAD en het beleidsplan dat opgemaakt wordt door het bestuur van de provincie West-Vlaanderen geven de richting aan waarin gewerkt moet worden.Ga naar eindnoot1 Concrete voorstellen zullen geformuleerd worden binnen de werkgroepen die door het Vlaamse Gewest en de Région Nord-Pas-de-Calais opgericht werden na het bezoek van minister-president Patrick Dewael aan Rijsel in juni 2001. Uit andere hoeken worden eveneens nuttige voorstellen aangereikt. Het delicate punt blijft de uitwerking van dit alles. De ervaring met GPCI-COPIT en het project GROOTSTAD was leerrijk. Op basis van een studie is een werkwijze ontwikkeld om een aantal obstakels te identificeren die | |
[Frans]trai), IEG (Mouscron), IDETA (Tournai) et LMCU (Lille Métropole Communauté Urbaine). Dans une première phase, on élabora des programmes Interreg séparés. Au milieu des années '90, on prit conscience que la collaboration transfrontalière ne pouvait se limiter à des projets indépendants les uns des autres: il convenait de les inscrire dans une vue d'ensemble. C'est ainsi que le GPCI-COPIT prit l'initiative de lancer GROOTSTAD (Grensoverschrijdend Ontwikkelings- en Ordeningsschema - par le biais de Terra - Schéma Transfrontalier d'Aménagement et de Développement). L'ambition était de définir une stratégie affirmée de collaboration. Aujourd'hui, la collaboration transfrontalière entre dans une nouvelle phase et tout indique qu'elle va s'accélérer. Tant chez les partenaires flamands, wallons et français que chez les autorités fédérales belges et les autorités européennes, on remarque des indices positifs. La troisième génération de fonds structurels, liés aux initiatives communautaires Interreg IIIA et IIIB et courant jusqu'à 2006, en est l'un des stimulants. Les résultats de GROOTSTAD et le plan directeur élaboré par le gouvernement de la Province de Flandre-Occidentale indiquent les directions dans lesquelles il convient d'oeuvrer.Ga naar eindnoot1 On formulera des propositions concrètes au sein des groupes de travail créés par la région flamande et la région Nord-Pas-de-Calais après la visite à Lille du ministre-président Patrick Dewael. D'utiles propositions viendront également d'autres horizons. Le point délicat reste la mise en oeuvre de tout ceci. L'expérience tirée des projets GPCI-COPIT et GROOTSTAD a été instructive. Des études ont | |
[pagina 176]
| |
[Nederlands]weggewerkt moeten worden. De samenwerking zal geconcretiseerd worden in een aantal projecten. Die zullen uitgevoerd worden door meerdere partners, wellicht uit de drie regio's, Vlaanderen, Wallonië en Noord-Frankrijk, vertegenwoordigd door bestuursniveaus die, afhankelijk van de betrokkenheid van de departementen van elke partner, hiërarchisch van elkaar verschillen. Het zal een geïntegreerde en projectgerichte aanpak moeten zijn, die een aangepaste houding vraagt. Een projectgerichte aanpak vergt een nieuwe werkcultuur, waarin begrippen als leadership, partnership, netwerkformule aanvaard moeten worden. In de samenwerking met de Metropool Rijsel dringt Rijsel zich op als een natuurlijke leider. Dit behoeft geen probleem te vormen voorzover men akkoord kan gaan met de betekenis van de term ‘leader’. Leiderschap kan niet opgelegd worden; het wordt aanvaard. Het mag niet domineren en evenmin zich opdringen. Een leider inspireert, overtuigt en verenigt. Het is een orkestleider die voortdurend ervoor zorgt dat het team harmonieus opereert. Grensoverschrijdende samenwerking veronderstelt ook dat onder loyale partners alles bespreekbaar is. De formule ‘avec tous’ (iedereen is uitgenodigd), ‘par tous’ (iedereen draagt zijn steentje bij) en ‘pour tous’ (iedereen heeft er belang bij) moet gehanteerd worden. Er wordt gewerkt van gelijke tot gelijke, met als doel een ‘win-win’ resultaat te behalen. Tenslotte moeten de projecten van die aard zijn dat de klassieke aanpak om de dossiers te behandelen - per bestuursniveau binnen ieder departement - soepel moet kunnen functioneren. Daarom wordt de netwerkformule toe- | |
[Frans]permis de mettre au point une méthode de travail et d'identifier un certain nombre d'obstacles à éliminer. La collaboration va se concrétiser dans un certain nombre de projets, mis en oeuvre par plusieurs partenaires, probablement des trois régions, Flandre, Wallonie et nord de la France, représentés par des niveaux administratifs hiérarchiquement différents les uns des autres en fonction de l'implication des départements de chaque partenaire. L'approche devra être intégrée et axée sur un projet, ce qui réclamera une tournure d'esprit adéquate. Une approche axée sur un projet exige une nouvelle culture de fonctionnement qui suppose l'acceptation de concepts comme le leadership, le partenariat, le travail en réseaux. Dans la collaboration avec la Métropole de Lille, Lille s'impose comme leader naturel, ce qui ne doit pas poser de problèmes dans la mesure où l'on peut s'accorder sur la notion de ‘leader’. On ne peut imposer un leader, il doit être accepté. Il ne peut ni dominer ni s'imposer. Un leader inspire, convainc et réunit. Il est un chef d'orchestre qui se soucie en permanence de faire régner l'harmonie dans l'équipe. La collaboration transfrontalière suppose aussi qu'entre partenaires loyaux, tout soit susceptible de discussion. Il convient de s'en tenir à la formule ‘avec tous’ (chacun est invité), ‘par tous’ (chacun apporte sa pierre) et ‘pour tous’ (chacun y a intérêt). On oeuvre d'égal à égal dans le but d'atteindre un résultat où tous soient gagnants. Enfin les projets doivent être d'une nature telle que la manière classique de traiter les dossiers - par niveau administratif au sein de chaque département - puisse fonctionner souplement. C'est pourquoi la formule des | |
[pagina 177]
| |
[Nederlands]gepast. Een netwerk tussen, maar ook binnen elke partner dringt zich op: de Vlaamse partners met het Vlaamse Gewest, de provincie West-Vlaanderen en de Vlaamse speerpunten; de Waalse partners, de Franse partners en het consulaat-generaal van België in Rijsel. Om projecten te realiseren, dienen beslissingen genomen te worden. Een politiek forum waar de federale, gewestelijke, provinciale en lokale mandatarissen van de regio's met elkaar op een regelmatige manier kunnen samenkomen, is broodnodig. Om dit te coördineren en om technische, administratieve en juridische ondersteuning te geven aan de grensoverschrijdende samenwerking zal het ook noodzakelijk zijn om een instrument te hebben dat gespecialiseerd is in grensoverschrijdende engineering of ‘ingénierie transfrontalière’, om het bij de taal van de partner te houden. Tot slot wijs ik nog op verschillende bestuurlijke mentaliteiten die voortdurend op elkaar afgestemd dienen te worden. Het Franse denken is namelijk nog altijd piramidaal, centralistisch en jakobijns, niettegenstaande de recente regionalisering. Het Vlaamse denken is bepaald door de Hanze. In de Middeleeuwen hadden steden als Brugge, Gent en later Antwerpen voldoende kritische massa, een aangepaste infrastructuur en een economische dynamiek die het mogelijk maakte een Europees commercieel netwerk uit te bouwen, dat bloei en welvaart met zich meebracht. Die ‘hanzeatische’ mentaliteit leeft nog altijd verder. De evenwichtsoefening van de toekomst zal erin bestaan de Frans-Belgische | |
[Frans]réseaux doit être mise en oeuvre. Un réseau entre les partenaires, mais aussi au sein de chaque partenaire, s'impose: le partenaire flamand avec la Région flamande, la province de Flandre-Occidentale et les fers de lance flamands; les partenaires wallons, les partenaires français et le consulat général de Belgique à Lille. La réalisation de projets suppose la prise de décisions. Un forum politique où les mandataires fédéraux, régionaux, provinciaux et locaux des régions se réunissent régulièrement est absolument indispensable. Afin de coordonner ceci et d'assurer un support technique, administratif et juridique à la collaboration transfrontalière, il sera également nécessaire de disposer d'un instrument spécialisé en ‘ingénierie transfrontalière’. Enfin, je signale encore des différences dans les mentalités administratives qui réclament une harmonisation continuelle. Ainsi, la pensée française est toujours pyramidale, centraliste et jacobine, en dépit de la récente régionalisation. La pensée flamande est déterminée par la Hanse. Au Moyen Age, des villes comme Bruges, Gand et plus tard Anvers, disposaient d'une masse critique, d'une infrastructure adaptée et d'un dynamisme économique suffisants, qui rendaient possible l'élaboration d'un réseau commercial européen porteur d'essor et de prospérité. Cette mentalité hanséatique est toujours bien vivante en Flandre. L'exercice d'équilibre de l'avenir consistera à donner à la région francobelge une identité propre - destinée à lui conférer un profil reconnaissable à plus grande échelle - tout en permettant à chacun des partenaires de garder | |
[pagina 178]
| |
[Nederlands]regio een eigen identiteit te geven - nodig om herkenbaar te worden op grotere schaal - en het tegelijk de verschillende partners mogelijk maken hun eigen persoonlijkheid en karakter te behouden. De verscheidenheid van taal blijft in deze kleurrijke regio, ‘région plurielle’, het gevoelige punt. Anders gezegd: het resultaat van de samenwerking tussen Vlamingen, Walen en Fransen mag er niet toe leiden dat ze hun identiteit verliezen. Ze moeten er één bijwinnen: die van Europese metropool. | |
[Frans]sa propre personnalité et son propre caractère. La diversité des langues reste le point sensible dans cette région bigarrée et plurielle. Autrement dit: le résultat de la collaboration entre Flamands, Wallons et Français ne peut pas être la perte de leur identité. Ils doivent au contraire s'enrichir d'une identité supplémentaire: celle de métropole européenne.
(Traduit du néerlandais par Jacques Fermaut) |
|