Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gemeenschap. Jaargang 1 (1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gemeenschap. Jaargang 1
Afbeelding van De Gemeenschap. Jaargang 1Toon afbeelding van titelpagina van De Gemeenschap. Jaargang 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gemeenschap. Jaargang 1

(1925)– [tijdschrift] Gemeenschap, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Boekbespreking

Annuarium der R.K. studenten in Nederland. 1925.

Voor de buitenstaanders behoren de afdelingsoverzichten en klubverslagen tot 't meest belangwekkende uit dit forse jaarboek. Die moeten hem 'n kijk geven op het leven in de studentenkringen. Daarin kan hij de aktiviteit vinden en het élan en de stormende jeugd, of niet natuurlik.

In dit Annuarium vindt de buitenstaander deze levenskracht niet. De verslagen, de overzichten wijzen niet op 'n intens leven, dat de ‘leek’ toch zou verwachten onder 'n grote groep jonge mensen, die zich gereed maken, om de voorposten te betrekken. Hij ziet tot z'n spijt, dat de problemen dezer rumoerige jaren veel studenten tamelik onberoerd laten. Ook al zijn 'n brede studie èn 'n sterk innerlik leven de vereisten méér dan 'n aksie naar buiten, 't is ondenkbaar, dat in deze tijd die studie en dat innerlik leven zich niet zichtbaar zouden aftekenen en niet uiteraard - in deze samenleving - voeren tot 'n aktieve beweging.

't Meest verheugende in dit Annuarium zijn de Vlaamse bijdragen. Pater Callewaert schrijft over Cyriel Verschaeve. Dat is geen geschikt onderwerp voor hem. 't Gedeelte van 't artikel, waarin hij praat over 't Vlaamse volk is veel beter dan dat, waarin pater Callewaert z'n geestdrift oratories loslaat over Verschaeve's werk. Daar is hij te kritiekloos voor. Adhé van Loy schrijft over Vlaanderen en Noord-Nederland. Al is 't jammer, dat dit artikel wat vluchtig in elkaar is gezet, toch doet 't verheugend aan: in dit Annuarium geestdrift te zien voor de Vlaamse zaak, die zulke zware, maar tevens historiese momenten doormaakt.

Van de verdere bijdragen behoren die van M. Oomen en Stans Küller tot de

[pagina 191]
[p. 191]

beste. Klaar en scherp gesteld bewijzen deze beide lezingen, dat tenminste in 'n kern 'n krachtig ideaal leeft en werkt. J. Thomeer geeft z'n duistere inzichten weer onder de tietel: ‘Het wordt avond’ Voor onze smaak profeteert hij te veel en te beslist. Na 't vele, dat de laatste jaren over Gezelle werd geschreven, is 't 'n hachelike taak geworden nog iets nieuws in deze stof bij te brengen. 't Artikel over Gezelle is dan ook 'n tamme herhaling van bekende dingen. Frans Perquin en Panhuysen dragen verzen bij, die uitsteken boven de andere poëzie, al te vrijgevig door studenten-dichters afgedragen.

't Valt op, dat er zo weinig wetenschappelike bijdragen in dit Annuarium staan. Meer dan verzen en verhaaltjes, die tóch door de meeste makers nà hun studententijd worden afgezworen, moesten zulke artikelen de kracht van dit jaarboek uitmaken.

H.K.

Aug. van Cauwelaert. Liederen voor Maria. S.V. De Vlaamsche Boekenhalle, te Leuven, Gent, Mechelen (België), en N.V. Uitgevers-Maatschappij v.h.P. Brand, Hilversum (Nederland).

Dit boekje van deze zeer tedere dichter is 't zuiverst in de verzen-reeks ‘Maria's Kindje’. Daar wordt het taalgebruik van de leerling uit de school van Karel van de Woestijne (ge hoort de zwaarmoedigslepende klank) verhelderd tot 'n open toon:

 
In lieve schemering verloren
 
van onbewuste lach en leed,
 
maar door uw dood opeens herboren
 
tot vreugde die geen grenzen weet,
 
 
 
en tot de kennis opgeheven
 
die voor ons denken blijft verhuld,
 
hoe heeft, mijn kleine doode, uw leven
 
mijn dagen en mijn droom gevuld!

Toch ook is hierin nog iets van die vage klank, die de meeste dezer verzen zo wee maakt. Achter de voorhang zingt de donkere, gonzende muziek. Mèt de welluidende woorden verbleken de begrippen: we zien niet in die schemering. Hoe ver daar af de klare, scherpe toon van Gijsen's vers!

Aan 't klinkende woord wordt de zin ten offer gebracht:

 
Ik heb geen schoonren dank gevonden,
 
geen rijkre hulde voor uw voet,
 
dan de'armen bloei van de eigen wonden,
 
nog lauw van 't eigen droppend bloed.

En dàn die wonden; wònden in 't vléés:

 
De gave van twee roode rozen,
 
ter zinderende schouderplaat,
 
en één die, broos, maar uitverkozen,
 
ter borst alleen te bloeien staat -

Zo zijn er meerdere verzen. - In die alle: de krachteloze, mijmerende woordenwellust. 't Werkt niet meer op ons in. De intieme lispelingen liggen al vèr weg. Maar de tijd van 't gefluister bracht niet veel zó innige verzen voort als ‘Maria Maagd’, dat van 'n diepe ontroering gespannen staat.

H.K.

Geestelijke peilingen door Karel van den Oever. J.J. Romen en Zonen Roermond.

Van den Oever, de veel-omstreden, strijdbare figuur heeft in dit boek verschillende opstellen verzameld, geschreven in de jaren 1915-1923. Iets valt al heel gauw op: er zijn hier boekbesprekingen en korte artikeltjes afgedrukt, die alléén op hun plaats waren in 'n tijdschrift. Al zijn zij geschreven met dat prikkelend aksent, waarmee 't meeste proza van Van den Oever doortinteld is, ze maken 'n vreemde indruk in 'n bundel ‘Geestelijke Peilingen’. Ze zijn van aktuele waarde geweest, ze spreken over nu vergeten zaken. Dat valt te meer op, doordat ze onveranderd zijn afgedrukt. (Zie: blz. 131, 139-145, 150-180). Aan dezelfde kwaal leed ‘Het rood paard’ (1922) in veel erger mate. Van den Oever keurt z'n opstellen tè gauw de boekvorm waard. Dat komt meer voor, maar

[pagina 192]
[p. 192]

bij hem valt 't zozeer op, daar die minder-waardevolle gedeelten sterk afsteken bij 't meeste verzamelde werk.

 

Van den Oever peilt scherp. Z'n intuïtie vindt tastend 't juiste woord. Wat de alléén-intellektueel formuleert na lange redenering, zet hij, plotseling, in 'n felle zin. Soms krijg je de indruk, dat hij, ingenomen met z'n dogmaties zuiveringszout, te driftig aanpakt. Dan ziet hij z'n opmerkingen te gauw als geestelike peiling. Vandaar de tientallen ‘aforismen’ in ‘Nieuw Nederland’, waarvan 'n goed deel larie was. Maar toch brandt 't kombattant katolisisme zó door 't krities werk van Van den Oever, dat misschien daarom de krachteloze aanbidders van de twijfel, de wankele humanisten, alle gelegenheid aangrijpen om deze ‘overloper’ neer te halen. 't Is altijd nog 'n grote vraag, of 'n aanprijzing uit de ‘stem’ hebbende hoek der glibberige zoetwaterethici niet eerder tot gewetensonderzoek dan tot jubel verplicht. Hiermee is niet gezegd, dat Van den Oever onaantastbaar is. 't Tegenovergestelde blijkt wel uit de onnodige hardnekkigheid, waarmee hij aanvallen op z'n werk, blijft afslaan en daardoor levend houden.

 

Van den Oever, die gedurig z'n dogmaties peillood hanteert, (en dat met 'n zuiver inzicht), die geen bladzij schrijft zonder de sombere ‘erfzondelike verscheurdheid’ naar voren te halen, vecht, in z'n studies van ander werk, zichzelf los van z'n eigen renaissance-bloed. Daardoor z'n heilige drift om de kristelike normen te herstellen, door 'n vorige beweging beschouwd als levenloze historie. Zoals in ‘Het inwendig leven van Paul’ allerlei renaissance-krulletjes door de woorden kronkelen, zo komen er in z'n verzen soms plotseling goden en godinnen opduiken. ‘De zilveren flambouw’ laat z'n hatelik schijnsel nu en dan nog even flakkeren.

 

't Is ondoenlik 'n overzicht van dit boek te geven. De waarde ligt niet vooral in de behandelde onderwerpen, maar in de manier, waaròp ze aangepakt werden. Tot de beste stukken behoren wel: de Toorop-artikelen, (blz. 7-47), al zijt ge 't hier en daar niet met 'm eens, en al staat er soms 'n vinnig zinnetje, dat toch meer 'n persoonlik inzicht als 'n objektieve ‘geestelike peiling’ is; ‘De Zinnelijkheid in Pol de Mont's Zomervlammen’ (blz. 87-91) 'n vlijmende ontleding; ‘Het moreel Tekort van het Van Nu en Straks-geslacht en het nieuw Roomsch Inzicht’ (blz. 100-116), dat echter 'n uiteenzetting geeft van ‘het katholiek vers’, waarover (maar waarom dat doen?) nog lang, heel lang te praten zou zijn.

Over 't geheel 'n zeer interessant boek, dat gelezen dient te worden.

H.K.

Een boecxken gemaket van Suster Bertken. Opnieuw uitgegeven met aantekeningen en een inleiding door Dr. Joha. Snellen. - Utrecht, A. Oosthoek.

Dr. Joha. Snellen, die reeds vroeger de liederen van Hadewych uitgaf, schrijft in dit boekje bij 'n herdruk van Zuster Bertken's proza en poëzie 'n interessante inleiding over de woelige tijd, waarin Zuster Bertken leefde, over ‘De Beslotenen’ in de middeleeuwen, over de Buurkerk en Utrecht in de vijftiende eeuw. Al is dat allemaal droog-histories en voorzichtig neergeschreven, 't is beter zó: te voelen, dat er niet geliriekt wordt over de weinige feiten heen, maar dat deze zo zuiver mogelik worden onderzocht en weergegeven.

Over 't werk zelf van Zuster Bertken wordt in de inleiding niet gesproken. ‘Haar zieleleven blijve besloten binnen de bladzijden waarin het is vervat.’

De tekst is voorzien van veel verklarende noten, zodat voor 'n groot aantal mensen hier de eenvoudige, mistieke ‘kunst’ van Zuster Bertken bereikbaar is gemaakt. De oude houtsneden en facsimile's maken dit mooi-uitgevoerde en goedkope boekje tot 'n aardig bezit.

H.K.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • over Liederen voor Maria

  • over Geestelijke peilingen


auteurs

  • Henk Kuitenbrouwer

  • over Johanna Snellen

  • over Karel van den Oever

  • over Suster Bertken van Utrecht

  • over August van Cauwelaert