Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gemeenschap. Jaargang 4 (1928)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gemeenschap. Jaargang 4
Afbeelding van De Gemeenschap. Jaargang 4Toon afbeelding van titelpagina van De Gemeenschap. Jaargang 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gemeenschap. Jaargang 4

(1928)– [tijdschrift] Gemeenschap, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Boekbespreking

Dostoievsky, door Dirk Vansina. N.V. Leeslust, Antwerpen-Eindhoven.

Rustig en oriënteerend, zonder groote persoonlijke inzichten, maar ook zonder verwarrend hineïninterpretieren heeft Dirk Vansina de persoon en het werk van Dostoïevsky toegelicht. Het is een lijvig essay, waarin veel materiaal geordend, en overzichtelijk samengebracht is, zoodat daardoor elke Dostoïevsky-lezer geriefd en geïnstrueerd is. Alleen het hoofdwerk: de synthese van Dostoïevsky's persoonlijkheid, een voor den Westerling, en misschien zelfs voor den Rus raadselachtig en hoogst ingewikkeld eomplex, is hierin door den schrijver niet tot stand gebracht. Ook aan hem ontsnappen de tegenstellingen, de abnormiteiten, de remmingen, die maken dat Dostoïevsky zich aan ons allerminst als een ‘logische’ figuur voordoet. Trouwen, is het grootste kunstenaarschap niet altijd een sublieme overschrijding van de alledaagsche logica geweest? De zieners waren zij, die ons in zeldzame oogenblikken wisten bij te brengen, dat tweemaal twee

[pagina 232]
[p. 232]

ook nog iets anders dan vier kan zijn. In plaats van zich over te geven aan velerlei speculaties omtrent Dostoïevsky, heeft Dirk Vansina zijn ‘held’ intusschen meestal zelf aan het woord gelaten, zoodat zijn bruikbaar essay het meest lijkt op een misschien onvolledige, maar zeker niet onbelangrijke autobiografie van een der vele meesters die onze tijd reeds begint te vergeten, voordat wij ze geheel ‘dóór’ kregen.

A.H.

Het rijzende licht. Lyrische tafereelen door Hitono Matsu. Firma Kuyl-Otto, Leuven.

Deze ‘lyrische tafereelen’ maken, hoewel van woordkeus veel zuiverder en eenvoudiger dan andere Missiespelen, een weinig-betekenende indruk. De eenheid, die ze bedoelen te geven, is vrijwel alleen 'n eenheid van namen, zodat bij verandering daarvan, deze drie taferelen volkomen los van elkaar zouden staan. Het gebrek aan beweging van 'n innerlik konflikt wordt door de ondertitel getekend, maar is daarom toch even hinderlik, terwijl de liriek toch eigenlik ook zeer spaarzaam aanwezig is. De kern, die in ieder tafereel zit, wordt wel bij lezing duidelik, maar blijft teveel 'n teoretiese kwestie. De enkele, op zich zelf staande, zuivere passages, redden deze uitgave als geheel niet.

H.K.

Kristiaan, door Ernest van der Hallen. N.V. Leeslust, Antwerpen, Lecturis, Eindhoven.

Er is 'n stille, zinnende toon in dit boek, 'n schuchtere zuiverheid, die de doorzichtige teoretiese opzet tot leven weet te wekken. De zeurende, burgerlike praat-roman eenmaal voorbij, ligt de levenloze teorie immers als 'n gevaar gereed. De eindeloze, en door onjuist-begrepen terminologie zo vaak onvruchtbare, polemieken voor en tegen de tendenz-roman zijn gelukkig van de lucht. Maar de begrijpelike afkeer van het kleurloze relaas des dageliksen levens heeft altijd de moeilik te ontkomen nabijheid gekend van de dode, vleesloze idee. Werden niet vaak rondom de gedachte, op zichzelf wellicht belangrijk, de zinnen gedrapeerd als 'n zielloze konfeksie? Hoe zelden werden gedachte en beeld ongescheiden geboren?

 

Maar dit zachte, eenvoudige verhaal behoeft geen zwaarwichtige begeleiding. In 't eerste gedeelte wist de schrijver z'n fluisterende toon te behouden. Verder op steekt het geraamte van 't apostolaat hinderlik naar buiten. Daar klinkt de brochure-ernst, en het broederschaps-manifest, die, nogmaals, edel van strekking mogen zijn, maar niet op hun plaats staan.

H.K.

De gebroken branding. Martin de Mindere. Uitgave van ‘'t Lauwercransken’. Dichtbundelfonds.

Een van die wonderlike boekjes, waar geen kwaad en geen goed van te zeggen valt. Geen kwaad, omdat dat nergens voor noodig is; geen goed, omdat 't liefdadig doel van de uitgave onbekend blijft. De inhoud vermeldt 10 sonnetten van ‘Levende Vlakte; 10 sonnetten van ‘Zuchtende Diepte; 10 sonnetten van ‘Stormende Baren’ en 10 sonnetten van ‘Zingende Deining,’ die alle veertig weer ieder even fraaie namen dragen.

Sonnet 1, ‘Klachtenzee’:

 
‘Ik klauter langs de klippen aan de kusten
 
nabij de wijde levenszee wier lusten
 
nu jagen voort oneindig naar de vert,
 
vlak voor mijn voet, als droevig een concert,
 
 
 
dat nimmer moe, nu neuriet zonder rusten
 
een harmonie om ..............’

Sonnet 40, ‘Minnezang’:

 
‘Mijn dag is dood, mijn dag is niet,
 
mijn dag is gansch verloren
 
wanneer geen zucht, wanneer geen’
 
 
 
Uitgave van ‘'t Lauwercransken’.

Dichtbundelfonds.

H.K.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken