Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
De Gemeenschap. Jaargang 6

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre
proza
poëzie

Subgenre
tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

De Gemeenschap. Jaargang 6

(1930)– [tijdschrift] Gemeenschap, De

Vorige Volgende
[p. 17]

[Gedichten]

Korte getijden van den engelbewaarder

Te metten
 
O Gij, die mijn leidsman zijt,
 
die voor mij met den vijand strijd,
 
u zal ik met dit zoet gezang
 
vereeren al mijn leven lang.
Te priemen
 
Steld kloeken Held uw sterken erm,
 
op allen stond tot mijn bescherm,
 
en laat niet toe dat helsch geweld
 
mijn ziel door zonden nederveld.
Te nonen
 
Komt grooten engel Michaël,
 
die alle kwaad tot in de Hel
 
uit 's Hemels hof kloek hebt verjaagd,
 
smijt al uit mij wat God mishaagd.

Korte getijden van het lijden en kruis christi

Te metten
 
Als Jesus naar het Hofjen gong,
 
ook Judas uit de poorte drong,
 
die met een kus voor weinig geld
 
heeft Hem in 's vijands magt gesteld.
Te vesperen
 
De Moeder bleef hier treurig staan
 
als Jesus wierd van 't kruis gedaan
 
en witter als de bleeke dood
 
ontving ze 't Lichaam in haar schoot.
[p. 18]

Korte getijden van de onbevlekte ontvangenisse van de alderheiligste Maget Maria

Te tertien
 
Ik groet u, Salmons troone,
 
o, Arke Gods, excellent,
 
regenboog ydoone,
 
doorne in 't vuur ongeschend,
 
o roeiken 't welk bloeid aardig,
 
deur, die gesloten staat,
 
vlies van Gidion waardig
 
en Samsons honingraat.
 
 
 
't Is niet zonder betamen
 
dat die gij baren zult
 
bewaard u vrij van blamen
 
en van de Erfzonde-schuld.
 
Hij koos u tot zijn Moeder
 
o Jongvrouw, edel Maagd,
 
Hij wou zijn u behoeder
 
van al dat hem mishaagd.
Lofzang tot de heilige engelen
 
o Gij scharen die hierboven
 
binkend in den hemel praald,
 
staag gereed om God te loven,
 
die u met zijn gunst bestraald,
 
elk hoord u eenparig zingen:
 
heilig, heilig is den Heer; -
 
dat wij ook als hemelingen
 
heerlijk zongen de hemelsche eer,
 
o gij geesten van hierboven
 
helpt ons, dat ons hart gelijk
 
d'engelstong word (en Godt loven)
 
zingend hemelsche muziek.
[p. 19]

Korte getijden van de zeven weeën van de h. moeder Gods Maria

Te nonen
 
Gulde zon, laat af van schijnen
 
zilvre maan laat nu verdwijnen
 
all' u glans en klarigheid
 
nu den Grooten Heer der Heeren,
 
wien de hemelen zelven eeren,
 
zig voor ons ter dood bereid.
 
Nu is 't tijd om uit te bersten
 
van de zugten die u persten,
 
o, Maria, vol van druk,
 
als het leven van het leven
 
heeft den droeven geest gegeven
 
aan het kruis tot ons geluk.
 
Weest ons door deez' wee aandachtig
 
bij u Zoone, Godt Almagtig,
 
die den Vader is van al;
 
dat wij mogen door zijn sterven
 
't eeuwig leven doch beërven
 
als ons ziele scheiden zal.

Korte getijden van de heilige Barbara

Te sexten
 
Als men den brand uws mins ziet pralen
 
als sterreligt met schoone vreugd,
 
zoo laat g'op aard u vonk ook dalen
 
door de fontein van uwe deugd:
 
wilt mij die liefde ook verleenen,
 
dat ik Godt min met alle vlijt,
 
laat ik met u mijn ziel vereenen
 
in Godt te dienen t'allen tijd.


Vorige Volgende