Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gemeenschap. Jaargang 7 (1931)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gemeenschap. Jaargang 7
Afbeelding van De Gemeenschap. Jaargang 7Toon afbeelding van titelpagina van De Gemeenschap. Jaargang 7

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gemeenschap. Jaargang 7

(1931)– [tijdschrift] Gemeenschap, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 162]
[p. 162]

Redactie:
Kapitalisme en moraal

Het kapitalisme schijnt gehandhaafd te moeten worden, zoolang het niet voldoende wijsgeerig gedefinieerd is. Alsof Sint Joris den draak eerst had mogen bestrijden, na zich een aanzienlijken doctorsgraad in de zoölogie te hebben verworven!

Telkens opnieuw immers hoort men een soort katholieke verdedigers der openbare zedelijkheid ieder beroep op hun christelijk geweten beantwoorden met de triomfantelijke vraag wat het kapitalisme toch eigenlijk is. Bloed en tranen zijn voor deze lieden geen bewijs-materiaal. Zij vragen een formule. En zoo lang die formule niet volstrekt alle eigenschappen van het huidige productie-stelsel insluit, die ooit door katholieke sociologen werden goedgepraat, zullen de bedoelde moralisten over het wraakroepend maatschappelijk onrecht heen naar den gewijden centimeter grijpen, waarmee ze zoo nauwkeurig kunnen afmeten, of de heldin van een film nog zedig of reeds niet meer zedig gekleed is, en of de laatst verschenen novelle de gestelde perken al te buiten gaat of juist nog niet.

Van zeer vele wantoestanden is het kapitalisme een langzaam gegroeid product, doch wat het meest tot zijn verspreiding en instandhouding bijdroeg, is de betreurenswaardige samentrekking der moraal op de voorschriften van het zesde gebod, met bijna algeheele veronachtzaming van alle andere zedenwetten.

Zedelijk noemt men tegenwoordig al datgene, wat niet den geslachtsdrift opwekt, ongehinderd welke vaak even donkere begeerten het wakker slaat in een menschelijk hart.

Neem een katholiek dagblad van welken datum uit de laatste jaren gij verkiest, en gij zult daarin met gewetensvolle nauwkeurigheid uitgemaakt vinden, of een pas-verschenen

[pagina 163]
[p. 163]

boek behoort tot de A-, B- of C-klasse der onverboden lectuur, of een nieuwe film geschikt is voor elken leeftijd, voor volwassenen of alleen voor personen met een gerijpte levenskennis, of een tooneelstuk al of niet aan de geloofsgenooten dient ontraden.

Juich echter niet te vroeg over die scherpe waakzaamheid! De moraal van de katholieke krant bepaalt zich tot haar kunstrubriek. Zoodra gij de bladzijde omvouwt, vindt gij de beursnoteeringen en het financieel overzicht met de bruikbare aanwijzingen betreffende de belegging uwer overtollige gelden, en daarin zult gij vergeefs naar moreele waardeeringen zoeken. Zoolang het kapitalisme niet gedefinieerd is, beschikt men nog niet over het stelsel van maten en gewichten, waarmee men dit euvel kan schatten! De eenige misdaad die op dit gebied nog wordt erkend in onze plutocratisch geordende maatschappij is het gebrek eener onderneming aan rendabiliteit.

Financieel-onzedelijk is alleen de insolvente, al zou hij Sint Franciscus van Assisië heeten.

Om wille van het algemeen belang wordt door de hedendaagsche moralisten niet geschroomd, een geschrift onzedelijk te noemen en daardoor den schrijver aan te wijzen als een openbaar zondaar, doch iemand, die in de middeleeuwen als woekeraar zwaar zou zijn gestraft, wordt vandaag eerbiedig voorgesteld als een wilskrachtig werker, die zich door noesten arbeid - grootendeels van anderen! - heeft opgeworpen tot een leider der productie en beïnvloeder der wereldmarkt.

Men fotografeert en interviewt hem ten opwekkend voorbeeld voor de arme stakkers, die het niet verder brengen in de gouddorst dan tot de zonde van begeerte.

De mentaliteit, waaruit deze eerbied voor het geld-verdienen voortkomt, is het voornaamste bestanddeel van het grootste kwaad onzer dagen, dat dubbel tergend is, omdat het aangediend wordt als een stelsel. Het kapitalisme is niet

[pagina 164]
[p. 164]

alleen ‘het stelsel, dat berust op den privaat-eigendom van de productie-middelen’; - het is de stelselmatig geworden immoraliteit van den getolereerden gouddorst.

Zulk een euvel behandelt men niet als een neutraal oeconomisch verschijnsel, dat wetenschappelijke opheldering over zijn wezen behoeft. En zulk een kwaad ontveinst men allerminst door wijdloopig te betoogen, dat het historisch gegroeid is en dus niet op stel en sprong door iets beters vervangen kan worden. De lessen der geschiedenis leeren geen eerbied voor de evolutie van het kwaad.

Ook de kloosterrijkdommen der zestiende eeuw waren historisch gegroeid en werden op grond van het eigendomsrecht verdedigd, maar de evenzeer historische ontucht der kloosterbewoners, waartoe ze aanleiding werden, hebben een wraak afgeroepen, die duidelijk genoeg waarneembaar was en is, om nog voor heden waarschuwend te zijn. Ook voor de Kerkhervorming en het Concilie van Trente waren er prelaten, die even doelbewust als thans Monseigneur Kordac betoogden wat ze zagen, maar ook toen werd hun stem in de sleur der behoudzucht gesmoord. Dat de geschiedenis zich tragisch kan herhalen dankt zij voor driekwart aan het verkeerde rtspect voor den historischen groei.

Ook is het op zichzelf niet voldoende, de kapitalistische ordening van het huidige productiestelsel zoodanig te willen omvormen, dat ieder producent van gebruiksgoederen, hetzij hij kapitaal inbrengt of arbeid, rechtvaardigheidshalve gewordt wat zijn recht is. Zelfs niet, wanneer daarbij het recht, door den arbeid verworven, erkend zou worden als primair. Want zelfs het best bedoelde streven naar noodzakelijke rechtvaardigheid moet onvruchtbaar blijven, wanneer niet de noodlottige kapitalistische geestesgesteltenis van den hedendaagschen mensch bestreden wordt. Zonder dat beteekent een rechtvaardiger verdeeling van de aardsche goederen niet meer dan een gelijkmatiger verbreiding van de kansen eener zondige hebzucht op bevrediging.

[pagina 165]
[p. 165]

Door een wedijver in zedelijke gestrengheid, eeuwen lang met puriteinsch-dwalende broeders onderhouden, hebben de Nederlandsche katholieken zeer scherpe oogen gekregen voor het beperkte gezichtsveld, waarop de kuischheid door gevaren wordt bedreigd. Doch zulk een waakzaamheid is zeker geen gewin, wanneer men daarbij verleerde te beseffen, welke de naaste gelegenheden zijn tot andere dan geslachtelijke zonden.

Dit besef helder te houden en te verbreiden, is een voorname plicht van den hedendaagschen katholiek. Hij zal te waarschuwen hebben tegen den gouddorst en haar gevestigde instellingen met even grooten aandrang als waarmede hij zelf gewaarschuwd werd tegen de huizen van ontucht, de slechte lectuur, de schaamtelooze films en de onzedige tooneelvertooningen. Eerst wie gewetensvol genoeg geworden is om alle kwaad te schuwen, mag hopen op den opbloei van het goede.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken