Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gemeenschap. Jaargang 9 (1933)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gemeenschap. Jaargang 9
Afbeelding van De Gemeenschap. Jaargang 9Toon afbeelding van titelpagina van De Gemeenschap. Jaargang 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gemeenschap. Jaargang 9

(1933)– [tijdschrift] Gemeenschap, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 2]
[p. 2]

Redactie
Verantwoording

‘Maandblad voor katholieke reconstructie’ heette de jonge ‘Gemeenschap’, toen zij nog pas was opgericht, en de berusting, waarmede wij dezen ondertitel prijsgaven, behoeven wij niet te betreuren, zoolang wij de zaak liever behartigen, dan ons te tooien met het woord, hetwelk haar noemt. Het wekken van verwachtingen valt lichter dan het houden van beloften, en hierom was het, dat wij beter meenden te doen, wanneer wij ons tijdschrift karakteriseerden door zijn inhoud, dan wanneer wij op het schutsblad de toezegging deden van wat wellicht vergeefs in de bijdragen zou worden gezocht. Het katholieke leven te reconstrueeren uit de aanwezige bouwstof, werd vaak onmogelijk gemaakt, zoolang niet een noodwendige sloopersarbeid afdoend verricht was, het werd niet minder vaak verijdeld door den al te snellen revolutiebouw, die geheel nieuwe complexen deed verrijzen, in hoofdzaak ten dienste van onbewoonbaar-verklaarders. De grage roepers van een spoedig Roomsch Hoera, vonden ons zelden bereid tot instemming bij hun feestelijk gejuich, de zelfverzekerde handhavers van een toestand, die mogelijkerwijze houdbaar blijken zou, wanneer het proces der stofwisseling zich niet ook aan doode dingen voltrok, hebben in onze beweging hun vijand erkend, doorgaans met de kleingeestigheid, die over hen een strenger vonnis velde dan de vurigste geestdrift zou vermogen. Ons programma vraagt bij dezen duidelijk afgeteekenden toestand eerder uitbreiding dan toelichting. Op menig gebied wordt vernieuwd, op menig front wordt gestreden, waar tien jaar geleden de invloed van dichters ongewenscht, zoo niet onmogelijk geacht werd. Wij kunnen dit zonder schadelijke zelfvoldoening consta-

[pagina 3]
[p. 3]

teeren, omdat wij ten andere voelen, hoe menig verwacht resultaat minder dan ooit bereikt schijnt.

Het ruimer en schooner katholieke leven, waarop wij allen hopen, woei ons volk niet aan als de zoelte van een nieuwe lente, gekomen in een enkelen nacht, na lange vrieskou, en zichzelf natuurwetmatig verwarmend tot zomer. Langzaam ontlook het nieuwe leven, dat dikwijls tegen de verdrukking groeien moest, en meer dan eens heeft het ontstemd tot spijtige ontgoocheling, wanneer wij vreesden, dat het kwijnen zou in den een, wanneer wij daarentegen zagen, hoe het geforceerd werd in den ander.

Wat tien jaar geleden door weinigen roekeloos maar vurig werd ondernomen, is thans gedeeltelijk gemeengoed, doch in menige publicatie schijnt de bezieling gestorven, de lyriek verarmd tot kunstige machteloosheid, de strijd verschrompeld tot beginselruiterij, het enthousiasme tot vakmanschap verstelseld.

‘De Gemeenschap’ ontveinst zich dezen gang van zaken niet. Zij heeft te critisch gestaan tegenover het onmiddellijk verleden om niet eerlijk te durven zijn tegenover den huidigen toestand. Haar idealen wil zij niet verloochenen, al wil zij even weinig bedelen om hun erkenning door haar vijanden. Brengend, wat zij altijd gebracht heeft, en zoo mogelijk beter dan ooit in het verleden, wil zij ook heden niet uit den weg gaan voor de moeilijkheid van het vraagstuk, voor de schijnbare onbereikbaarheid van het verlangde, noch voor de materieele macht van een inzicht, dat afwijkt van het hare. Zij heeft geleerd, het orgaan eener minderheid te zijn.

De ontwikkeling der kunst zal ze blijven bevorderen ze zal in haar kronieken deze ontwikkeling volgen. Haar hoogste norm is daarbij dat de kunst de schoone uitdrukking zij van een schoon leven, hetzij dit zich uitstort in den jubel van de ziel, hetzij dit zich overtuigd en hartstochtelijk afwendt van al, wat ons verontwaardigt. Hiermee is tevens

[pagina 4]
[p. 4]

haar critisch standpunt bepaald tegenover het hedendaagsche openbare leven. Zij zal in haar ‘Hagel’-rubriek blijven vechten tegen de ontluistering, ook in details, van het leven, en zij zal het concrete geval wraken, zoodra dit typeerend is, of dreigt te worden, voor een algemeenen toestand. Het makkelijk verwijt, dat zij zich bezig houdt met kleinigheden en particularia kan ze rustig aanhooren, zoolang het leven in Nederland nu eenmaal niet bestaat uit groote daden en gestuwd wordt door algemeene bezieling.

De reconstructie-arbeid van de katholieke wetenschap bleef in de laatste jaren te zeer buiten de aandacht. Daarom zullen voortaan besproken worden die uitgaven, wier interesse voor het katholieke bewustzijn breeder belangstelling vraagt dan die van vakgeleerden.

Bij volle aandacht voor den groei der katholieke lyriek, bij hoopvolle verwachting van een nieuwe katholieke dramatische kunst, zal ‘De Gemeenschap’ ook belang blijven stellen in de ontwikkeling van een satyrischen of ironischen dichtvorm, die door zijn pakkend accent stimuleerend kan zijn voor de katholieke reconstructie.

In het politieke zal zij zich blijven verzetten tegen ziellooze verstelseling, in het sociale zal zij blijven strijden voor het recht van den arme en voor de broederschap van allen in Christus die het Hoofd is. Zij zal de suprematie van het economische boven het spiritueele, en van het politieke boven het cultureele blijven ontkennen.

Voor wat de wangunst der tijden betreft, zal zij verstandig doen, zich te houden aan een uitspraak van den wijzen Augustinus: ‘De tijden zijn slecht tegenwoordig, 't zijn zware tijden, dat zeggen de menschen. Laat ons goed leven en de tijden zijn goed. Wij zijn de tijden. Zooals wij zijn, zoo zijn de tijden.’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken