De Gemeenschap. Jaargang 9

[p. 141]

Nieuws van de gemeenschap

Een enkele maal bekruipt een uitgever de lust er het bijltje maar bij neer te leggen. Want terwijl hier de verzen worden gedrukt op blank papier, blijken overal de meest primitieve hartstochten zich in moord en doodslag baan te breken. De cultuur-plant is wel een zeer langzaam groeiende, en van tijd tot tijd schijnt de wasdom zelfs onzichtbaar.

Maar.... een ding staat vast, en daar mogen we dus aan vasthouden, goede boeken moeten tenslotte een veredelende en een versterkende invloed hebben op het zieke bindweefsel van deze ontredderde maatschappij.

En met die waarheid troost zich de uitgever dan, en hij buigt zich weer over het wel en wee van zijn arbeid. En dan ziet hij ook de verblijdende teekenen toch. Nu de eerste band van De Katholieke Poëzie is verschenen, en via de boekhandel zijn weg heeft gevonden en vindt naar de huis- en studeerkamer, nu blijkt eerst recht duidelijk welk een geweldige schat van schoonheid en geloofskracht daarmede ontsloten is. De eerste persstemmen getuigen hoezeer een wezenlijk cultuurbelang is gediend en prijzen de moed van de uitgevers, die in deze tijd een dergelijke uitgave aandorsten en die het boek in alle opzichten tot een mooi en kostbaar bezit maakten. Nu Anton van Duinkerken dit eerste deel aan de critiek en aan de lezers overgaf, moeten toch die allen zich wel huiverig voelen die uit den treure hebben herhaald, dat de jongere auteurs niets konden doen dan destructieve arbeid. Voorzooveu ze niet reeds tot zwijgen waren gebracht door het respectabel aantal boeken dat van de hand van deze auteur reeds was verschenen. U zult goed doen in uw eigen kring nog eens de aandacht op dit grootsche werk te vestigen, en uw vrienden eens het fraaie prospectus te overhandigen. Wij zenden het u gaarne toe.

In ons vorig nummer zijn u natuurlijk de zeer bijzondere illustraties opgevallen welke Charles Eijck teekende voor Streuvels' nieuwe boek ‘De Rampzalige Kaproen’, dat bij ons in dit voorjaar verschijnen gaat. Eijck vernieuwde zich geheel en al in deze teekeningen. Er gaat een visioennaire bekoring van uit, terwijl het technisch raffinement vergeefs zijn weerga zoekt in dit land. Het boek zal er erg prettig en pleizierig uit zien, temeer waar de persen van Lumax het zullen drukken van een mooie letter in een zuivere vorm. Het wordt een echt boek om cadeau te doen aan menschen waarmee men het goed voor heeft. In het komende nummer zullen we er meer bijzonderheden van vertellen.

[p. 142]

De verzen van Jacques Schreurs in ons vorig nummer, waren die ook voor u geen verademing, na zooveel poëzie, waarbij meer geest en schoonheid dan hartelijkheid en belegen geloof in u werd overgeheveld? Het lijkt er wel naar, of Schreurs een wijle met Stalpaert gewandeld heeft, en van hem het wondere geheim van de ‘katholieke poëzie’ heeft geërfd, dat in ‘Nis en Nimbus’ tot uiting komt.

We zullen dit boek in dit voorjaar uitgeven, op een manier die zelfs de meest verwende kooper van onze uitgaven bevredigen zal. En dat is moeilijk voor ons, omdat wij het ons zelf nu eenmaal moeilijk hebben gemaakt, door altijd ons best te doen. Maar ook over dit boek moeten we verder nog even zwijgen.

U leest over Ford's débâcle in de dagbladen? Maar wat weet u eigenlijk precies van Ford, behalve dat hij auto's maakt en verschrikkelijk rijk is? Wij geven voor u een boek uit van Revis de auteur van het wonderlijke boekje ‘Zand’, dat de vreemde titel ‘Gelakte Hersens’ draagt. Het is een geromantiseerde biografie, waarin de figuur van Ford u zeer na komt te staan. De belangstelling voor dit werk is zeer groot, zoodat thans reeds onderhandelingen worden gevoerd met buitenlandsche uitgevers voor vertalingen, te verschijnen direct na het verschijnen van de Nederlandsche en oorspronkelijke uitgave.

Het volgend nummer bevat een kleine verrassing voor onze abonné's. Onze trouwe medewerker Charles Eijck teekende speciaal voor hen een heiligenprentje, dat hij zelf met de hand kleurde, en opzette op een helder passepartout. U weet dat ons abonnementental nog dagelijks groeit, en dat dit werk dus nog al tijdroovend is, en een forsche onderneming.

We weten echter dat het genoegen dat Charles Eijck onze lezers doet ruimschoots zal opwegen tegen de moeite die hij zich voor hen geeft! Wij eindigen met u er aan te herinneren dat wij nog steeds gaarne proefnummers en prospectussen verzenden, en dat we een enkel aanbevelend woord van u ten zeerste op prijs stellen.