Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De Gemeenschap. Jaargang 17 (1941)

Informatie terzijde

Titelpagina van De Gemeenschap. Jaargang 17
Afbeelding van De Gemeenschap. Jaargang 17Toon afbeelding van titelpagina van De Gemeenschap. Jaargang 17

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave



Genre

proza
poëzie

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De Gemeenschap. Jaargang 17

(1941)– [tijdschrift] Gemeenschap, De–rechtenstatus Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 386]
[p. 386]

C.A. Durang
De weigering

Karel Broersma bewoonde al jaren met zijn vrouw Elva en zijn twee jongens een flat, toebehoorende aan monsieur Delprat en de verhouding met den eigenaar van hun woning, wiens appartementen een verdieping lager gelegen waren, was uitstekend. Zoo buitengewoon goed zelfs, dat het voorval, dat hieronder verhaald zal worden, absoluut geen onaangename consequenties met zich meesleepte. Hoe Broersma eigenlijk met zijn gezin in het nietige plaatsje in de Midi terechtgekomen was, zal wel eeuwig een raadsel blijven. Wellicht had hij er eens, jaren geleden, op een tournée met zijn operagezelschap een paar dagen heerlijk uitgerust en had de omgeving, die inderdaad schitterend is, zoo'n indruk op hem gemaakt, dat hij besloten had om zich er later te vestigen. Wellicht!

In ieder geval had hij het er best naar zijn zin en zijn vrouw en kinderen wisten welhaast niet anders, of zij hadden er altijd gewoond. De kinderen waren in Holland geboren en spraken met hem en zijn vrouw steeds Hollandsch. Broersma was er trotsch op, dat hij in het hartje van Frankrijk een soort Hollandsche oase had kunnen vormen. Niettegenstaande hij door zijn steeds heen en weer reizen - vroeger was hij een befaamd opera-zanger geweest - in schier alle hoofdsteden der Europeesche landen behoorlijk den weg wist te vinden, was hij in zijn hart een Nederlander gebleven. Ongeveer vijftien jaren geleden had hij afscheid van het tooneel genomen en sindsdien leefde hij van het geld, dat hij in de jaren van groote triomfen had kunnen oversparen. Een enkelen keer, als hij wist er iemand een vriendendienst mee te bewijzen en wanneer hij het tevens zijn artistiek gevoel kon verantwoorden, gaf hij wel eens

[pagina 387]
[p. 387]

zangonderricht en dan verlangde hij nooit eenig honorarium; alles wat hij nu deed, was uit liefde voor de Kunst.Misschien gevoelde hij een beetje wroeging over de groote bedragen, die hij vroeger getoucheerd had; misschien stelde hij zich daarom belangeloos ter beschikking van hen, die de capaciteiten bezaten om in de toekomst de zangkunst te dienen.

Monsieur Delprat was een allervoorkomendste man; zijn eenigszins gezette gestalte schonk hem bovendien nog een tikje gemoedelijkheid, dat wonderwel bij zijn manier van doen paste. Hij had echter één vervelende gewoonte: eenige keeren per week drong er in de appartementen van de familie Broersma gedurende een kwartier à twintig minuten een gezang door van allerdroevigste kwaliteit. Monsieur Delprat zong.

Aanvankelijk, toen Broersma pas boven hem woonde, had deze hem wel eens hooren neuriën; maar och, daar had hij niet veel aandacht aan geschonken, want neuriën doet ieder mensch op zijn tijd. Langzamerhand was dit neuriën luider geworden, Al duurde het zingen maar korten tijd, af en toe werd Broersma er wrevelig onder. Soms had hij gereed gestaan om monsieur Delprat eens in te lichten over de hoedanigheden van zijn zangprestaties. Dan had zijn vrouw hem gekalmeerd, hem gewezen op den zoo kameraadschappelijken omgang met monsieur Delprat, op het gerief van hun woning, die zij zouden moeten verlaten als zij in onmin kwamen te leven met hun huisheer. Elken keer had hij zijn voornemens laten schieten, totdat ... op een keer monsieur Delprat eenigszins geagiteerd bij hen op bezoek was geweest. Tijdens deze visite had hij Broersma na eenigen omhaal gevraagd of deze hem zangles wilde geven. Monsieur Broersmà zou wel gemerkt hebben, dat hij óók zong en nu zou hij gaarne nog mooier willen zingen en bij wien zou hij beter in de leer kunnen gaan dan bij monsieur Broersmà?

Met een vergenoegd gezicht keek hij Broersma aan.

[pagina 388]
[p. 388]

Hij was overtuigd, dat deze hem behulpzaam zou zijn de zangkunst beter te leeren beheerschen.

Maar Broersma zei hem kort - zoo kortaangebonden zelfs, dat zijn vrouw hem hoofdschuddend aankeek - dat hij hem geen les wilde geven. Monsieur Delprat herhaalde zijn verzoek, alsof hij vermoedde, dat Broersma hem verkeerd verstaan had en hij voegde er nog aan toe, dat hij zijn leermeester - zooals vanzelf sprak - zou honoreeren.

Broersma hield echter voet bij stuk en verklaarde nogmaals, dat hij hem geen zangonderricht wilde geven; dat monsieur Delprat hem ervoor wilde betalen, deed niets terzake.

Schouderophalend stond de bezoeker op, maar voor hij afscheid nam, vroeg hij Broersma hem mede te deelen, waarop zijn weigering gegrond was. Hoewel Elva haar man met een vinger op de lippen beduidde, dat hij op zijn woorden moest letten, gooide Broersma er zonder eenige consideratie uit, dat monsieur Delprat het toch nooit zou leeren; hij had nu te langen tijd naar zijn zangpogingen moeten luisteren om daaraan te twijfelen.

Zwijgend was monsieur Delprat heengegaan, Broersma moest dien dag heel wat verwijten van zijn vrouw aanhooren: dat het zijn schuld was, als zij na afloop van het contract hun huis zouden moeten verlaten, dat zij de resteerende maanden vast wel op een zeer groot aantal zangoefeningen van monsieur Delprat mochten rekenen enzoovoort, enzoovoort.

Achteraf vond hij zelf ook, dat hij een beetje te crû tegen den goeden man was uitgevallen en hij was een beetje ongerust over de wraakoefening, die monsieur Delprat ongetwijfeld zou houden.

Hoe groot was echter den volgenden morgen hun verrassing, toen er voor Madame Broersmà een enorme bos anjers, van allerlei kleuren, werd gebracht. Er was een briefje bijgevoegd, waarin monsieur Delprat - van

[pagina 389]
[p. 389]

hem waren de bloemen afkomstig - haar zijn verontschuldigingen aanbood voor de tallooze keeren, dat hij in den loop der jaren ongetwijfeld haar rust had verstoord.

‘Had jij dat nu verwacht?’ vroeg Elva verwonderd aan haar man. ‘Hm’, bromde deze, ‘da's typisch Fransch’, en hij bedacht, dat een kistje Hollandsche sigaren heel goed in staat zou zijn om de wreede woorden van den vorigen dag uit des heeren Delprat's geheugen te laten verdwijnen.

Nooit meer werd in de appartementen van de familie Broersma een wangeluid van den benedenbuur vernomen. En zooals reeds in het begin gezegd werd, onderging de verstandhouding met monsieur Delprat geenerlei verandering ten kwade.



illustratie
(Lambert Simon)



Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken