Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Kroniek van de abdij van Sint-Truiden. Deel 2. 1138-1558 (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Kroniek van de abdij van Sint-Truiden. Deel 2. 1138-1558
Afbeelding van Kroniek van de abdij van Sint-Truiden. Deel 2. 1138-1558Toon afbeelding van titelpagina van Kroniek van de abdij van Sint-Truiden. Deel 2. 1138-1558

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.71 MB)

Scans (16.15 MB)

ebook (3.12 MB)

XML (0.78 MB)

tekstbestand






Editeurs

J.C.G.M. Jansen

W. Jappe Alberts

Vertaler

Émile Lavigne



Genre

non-fictie

Subgenre

kroniek
vertaling: Latijn/Neolatijn / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Kroniek van de abdij van Sint-Truiden. Deel 2. 1138-1558

(1988)–Anoniem Gesta abbatum Trudonensium–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Gesta van abt Willem II

1.

Nadat hij afstand gedaan had van zijn ambt, kwam het convent bijeen en eensgezind werd besloten de keuze over te laten aan de bisschop, erop vertrouwend dat hij hun een geschikte herder zou geven. Te dien tijde verbleef er in het klooster te Affligem een monnik, zekere Willem, letterkundig uitstekend gevormd en van een voorbeeldige levenswandel, een man die de bisschop tijdens zijn studies te Parijs heel goed had leren kennen en waarderen. Hij was te Mechelen als bastaard geboren. Hem wilde de bisschop als een geschikt kandidaat aanwijzen en zonder verwijl stuurde hij gezanten naar de Curie te Rome om dispensatie aan te vragen, die hem werd toegestaan. Nog in hetzelfde jaar liet hij door bemiddeling van geziene personen aan het convent weten welke regeling hij getroffen had om een verdienstelijk man aan hun hoofd te plaatsen; hij stelde ook een dag vast waarop ze hem plechtig, zoals gebruikelijk, als abt zouden ontvangen. Toen het convent evenwel hoorde dat hij een onwettig kind was, verzette het zich met alle mogelijke middelen. Om hen te bedaren, legde de bisschop hun uit dat als wettig diende aanvaard te worden iemand die het hoofd van de Kerk, de paus, daartoe aangewezen had. Op de vastgestelde dag begeleidde de bisschop met een aanzienlijk gevolg de abt voor zijn ontvangst in onze stad; hij drong erop aan dat men hem in processie tegemoet zou treden; maar het convent bleef zich verzetten, bewerend dat het niet paste dat die man aan het hoofd kwam van een zo befaamde abdij. Toen de bisschop hun verzet bemerkte, nam hij zijn bisschopsstaf ter hand en dwong allen witte gewaden aan te trekken; zo werd toch een stoet gevormd en de nieuwe abt werd feestelijk in de kloosterkerk binnengeleid en gewijd.

Over dezelfde persoon.

Deze abt was uitzonderlijk vroom en ijverde voor de godsdienst; hij was nederig, bedachtzaam, graag gezien bij

[pagina 115]
[p. 115]

geestelijken en bij wereldlijke personen, beheerst vriendelijk voor medebroeders en dienaren, zeer vlijtig in de studie van de H. Schrift, op de hoogte van de canonieke voorschriften, een begaafd dichter.

Over dezelfde persoon.

Ten tijde van deze abt ondergingen de aardse goederen van onze abdij nergens enig nadeel.Ga naar eind81 Hij stelde een bekwaam gastenmeester of hofmeester aan, die hem terzijde moest staan en die op de aangewezen uren over het marktplein wandelde; indien er bij toeval voorname vreemdelingen onderdak zochten bij inwoners van de stad, dan trad hij op hen toe en nodigde hen uit aan de tafel van zijn abt; daar werden ze gastvrij ontvangen, maar ze betaalden vaak meer terug dan de ontvangst had gekost.

Inlassing.

In dat jaar viel Willem, graaf van Gulik,Ga naar eind82 met zijn troepen Aken aan met de bedoeling die stad aan zich te onderwerpen; de inwoners van Aken boden evenwel hardnekkig weerstand en de graaf werd, samen met zijn zonen Willem en Roeland, met vele edelen en met 350 weerbare mannen gedood.

1277 Inlassing.

In het volgende jaar overleed paus Johannes,Ga naar eind83 Nicolaas III werd zijn opvolger.Ga naar eind84 Deze stond aan de Broeders van de Derde Orde het voorrecht toe dat zij in tijden van een universeel interdict overal, uitgezonderd in de kerken van de Minderbroeders, de godsdienstige plechtigheden mochten bijwonen.

1281 Inlassing.

In 1281 eiste Hendrik van Gelre, de kort voordien afgezette bisschop, van bisschop Jan een grote geldsom terug, bewerend ze uitgegeven te hebben in het belang van het bisdom. Er werd uiteindelijk afgesproken op een vastgestelde dag de zaak te komen bespreken te Hoegaarden.Ga naar eind85

Toen de bisschop daar kwam, volgens de afspraak ongewapend, werd hij plotseling door trawanten van de afgezette Hendrik overvallen en met geweld weggevoerd. Omdat de man nogal zwaarlijvig was, was hij niet in staat om de vinnige ren van het paard, waarop men hem gezet had, te doorstaan. Hij geraakte buiten adem en bijna gestikt stortte hij van het paard in de armen van zijn ontvoerders; de booswichten lieten hem daar in het veld achter, niet ver van het klooster van HélécinnesGa naar eind86 en namen ontsteld de vlucht. Toevallig kwam er op dat moment een oud vrouwtje voorbij; zij ging zitten en nam het hoofd van de eerbiedwaardige bisschop in haar schoot; na nog een tijdje naar lucht te hebben gehijgd, blies hij daar de laatste adem uit.

[pagina 116]
[p. 116]

Voorts.

Zodra de inwoners van Sint-Truiden, diezelfde dag nog, hoorden van deze misdaad, trokken ze uit in een poging om hun heer te bevrijden en achtervolgden de schuldigen tot over de Demer. Op hun beurt groepeerden zich ook de mannen van de graaf van Loon en braken overal de bruggen af. Toen de Truienaren een afgescheiden groep zagen en meenden met bondgenoten te doen te hebben, werden ze door de mannen van Loon gegrepen, beroofd, enkelen zelfs gedood. Toen dit de graaf ter ore kwam, liet hij de gevangenen onmiddellijk vrij.

Inlassing.

In dat jaar werd er bloedige strijd geleverd tussen Christenvolkeren. De inwoners van Sicilië, die de Franse overheersing niet langer verdroegen, kwamen in opstand tegen de Franse koning, Karel,Ga naar eind87 en doodden, zonder onderscheid van geslacht of leeftijd, alle Fransen die in hun land verbleven; ze sloegen een opening in de zijden van de zwangere Franse vrouwen, haalden de ongeboren vrucht eruit en doodden ze. Ook de heidenen voerden dat jaar onder elkaar oorlogen met ontelbare doden.

1282 Inlassing.

In datzelfde jaar rukte Floris, graaf van Holland, met een talrijk leger Friesland binnen om wraak te nemen op de Friezen die zijn vader Willem, Rooms-koning, hadden gedood. Hij bracht de Friezen een verpletterende nederlaag toe en onderwierp er velen aan zijn gezag. Onder die Friezen was er een die, om aan het doodsgevaar te ontsnappen, aan de graaf het lijk van diens vaderGa naar eind88 teruggaf; dat lijk was, in een boomstam gelegd, begraven achter de stookplaats van zijn huis, waar hij het nu opgegraven had. De graaf nam het met grote eerbewijzen mee naar eigen streek en liet het plechtig begraven.

Inlassing.

In dat jaar trok Jan I, hertog van Brabant, met een machtig leger over de Maas. Reinald, graaf van Gelre, trok hem met vele edelen tegemoet;Ga naar eind89 ze troffen elkaar bij Gulpen. Toen beide legers al in slagorde waren opgesteld en klaar voor de strijd, trad de godsvrede in en beide partijen gingen vreedzaam uiteen.

1282 Inlassing.

In datzelfde jaar, toen de bisschopszetel te Luik na het overlijden van bisschop Jan van Edingen reeds een jaar vacant was, werd Johannes, de bisschop van Metz, zoon van de graaf van Vlaanderen, Gwijde, door paus Martinus IV overgeplaatst naar Luik.Ga naar eind90

2. 25 apr. 1288

Op 25 april 1288, tijdens het achttiende regeringsjaar van de Rooms-koning Rudolf, na herhaalde klachten van de inwoners van Sint-Truiden dat in hun stad voortdurend erge misdaden on-

[pagina 117]
[p. 117]

gestraft werden gepleegd en met het oog op een effectieve beteugeling van de driestheid van de misdadigers, riepen de Luikse bisschop Jan en abt Willem een vergadering bijeen van een aantal wijze en bedachtzame mannen; ze beslisten en stonden toe dat er in de stad een ‘commune’ ingesteld werd, althans voor de duur, dat de beide heren zulks zouden gedogen, zoals in oorkonden die in ons archief bewaard worden, is vastgelegd.Ga naar eind91 Deze ‘commune’ bestond slechts enkele jaren.

Over hetzelfde onderwerp.

In dat jaar werd onze grote graanschuur, gelegen naast de boomgaard van onze abdij, door bandieten in brand gestoken op een moment dat ze gevuld was met de oogst aan koren, rogge en andere vruchten.

5 juni Inlassing.

Op 5 juni van datzelfde jaar trok Jan I, hertog van Brabant, met een talrijk leger over de Maas. Als markgraaf van het Heilige Rijk wilde hij de openbare weg door het hertogdom Lotharingen tussen Maas en Rijn beveiligen en open houden voor het verkeer; hij sloeg het beleg voor de burcht Woeringen,Ga naar eind92 omdat, zo beweerde hij, de aartsbisschop van Keulen, Siegfried, daar struikrovers, die de kooplieden beroofden en gevangen namen, ongestoord liet. Toen de aartsbisschopGa naar eind93 dat vernam, verzamelde hij een uitzonderlijk machtig leger: zijn eigen manschappen, de graven van Gelre en Luxemburg,Ga naar eind94 die hertog Jan ervan beschuldigden dat hij van de graaf van BergGa naar eind95 het hertogdom Limburg had verworven, waar zij beweerden rechtsmacht te bezitten; behalve deze mannen kwamen nog talrijke vorsten de aartsbisschop te hulp; zo kon hij een ontelbaar leger op de been brengen tegen de kleine falanks van de hertog van Brabant. Maar deze rekende op de hulp van God, die de rechtvaardige zaken steunt; hij bracht zijn troepen in het gelid, weigerde de belegering van de burcht op te geven en wachtte in de vlakte vóór de burcht dapper de aanval van zijn vijanden af.

Het werd een verbeten strijd; na een bloedig gevecht ging de overwinning naar de Brabanders. Maar de tegenstander rukte nog manhaftig aan met een tweede linie; zelfs een derde ging ten aanval. Zo hevig werd er gevochten, dat de strijd, die 's morgens aanving, tot de avond voortduurde. Tenslotte, toen de graaf van Luxemburg met zijn broer Walter de la Roche, met twee natuurlijke broers, met zeer veel krijgers ten getale van 900 man, gesneuveld waren en de overigen de vlucht namen, bleef de hertog als overwinnaar op het slagveld;

[pagina 118]
[p. 118]

hij nam de aartsbisschop gevangen, ook Reinald, de graaf van Gelre, Adolf, de graaf van Nassau, die weinig later Rooms-koning werd, en veel andere edelen en aanzienlijken. Waltrandus, de heer van Valkenburg, ontsnapte ternauwernood met veel andere edelen, terwijl anderen sneuvelden. De hertog zette de belegering van de burcht voort; toen deze zich overgaf, verwoestte hij ze en zorgde aldus voor een vrije en veilige doortocht langs de koningsweg.

1289 Inlassing.

In het volgende jaar belegerde Jan I, genoemde hertog, Valkenburg, maar het kwam tot een minnelijke schikking; hij gaf de belegering op, omdat de heer van ValkenburgGa naar eind96 zelf, die in de gunst wilde komen, hem leenhulde bracht en hem beloofde vrije doortocht voor de kooplieden te waarborgen.

Inlassing.

In datzelfde jaar overleed de Rooms-koning Rudolf.

In dat jaar werd de Christenstad Tripolis door de Sarazenen heroverd.

3. 1291

In 1291 herbouwde abt Willem op ons domein te Donk een fraaie kerk met bijgebouwen. Voor de Herk, een riviertje dat aanvankelijk slechts achter de woning voorbij vloeide, liet hij een nieuwe bedding uitgraven, zodat voortaan het hele hof omgeven werd door de Herk, die nog altijd langs een dijk vloeit, waarover men van uit de velden toegang heeft tot de kerk.

Ten tijde van deze abt waren er onder de medebroeders en heren van onze abdij verscheidene bekende personen en geleerde mannen, die vlot Diets, Wals en Latijn spraken.

1292 Inlassing.

In het jaar daarop werd als opvolger van de overleden Rooms-koning Rudolf, Adolf, graaf van Nassau, tot koning verkozen.Ga naar eind97

Inlassing.

In hetzelfde jaar overleed Johannes III,Ga naar eind98 bisschop van Luik; Gwijde, broer van de graaf van Henegouwen, werd door een gedeelte van het kapittel gekozen terwijl Willem Bertoldi van Mechelen, een theoloog, door het andere deel werd verkozen.Ga naar eind99

Inlassing.

In datzelfde jaar werd Acca, een rijke stad die lange tijd in handen was van de Christenen, na een langdurige belegering ingenomen door de sultan van Babilonië, zoals uitvoerig beschreven is aan het einde van het tweede deel van Vincentius'Ga naar eind100 ‘Speculum historiale’.

5 juli 1293 Inlassing.

Op 5 juli 1293 werd Celestinus V tot paus gekozen en gezalfd;Ga naar eind101 hij had voordien gedurende veertig jaar een kluize-

[pagina 119]
[p. 119]

naarsbestaan geleid, zich uitsluitend voedend met brood en water. Listig in moeilijkheden gebracht, deed hij afstand van het pausdom. Bonifatius VIII werd nog datzelfde jaar, daags vóór Kerstmis, tot zijn opvolger gekozen. Deze stelde het zesde boek van de decretalen samen.

3 mei Inlassing.

Omstreeks die tijd werd tijdens een steekspel te Bar Jan van Brabant door een ridder met een lans in de arm getroffen; zwaar gekwetst werd hij op een bed neergelegd; hij liet de ridder die hem met de lans had gewond bij zich brengen en sprak hem vrij van alle schuld in verband met zijn verwonding, ontving de sacramenten van de Kerk en overleed godvruchtig. Zijn zoon volgde hem op als Jan II.Ga naar eind102

1296 Inlassing.

In 1296 werd Hugo van ChalonsGa naar eind103 door paus Bonifatius tot bisschop van Luik aangesteld; de vorige verkiezingen van Willem en van Gwijde waren door de Romeinse Curie onderzocht en vernietigd.

14 apr. 1297 Inlassing.

Op 14 april 1297, tijdens het twintigste jaar van zijn prelatuur, overleed abt Willem, de vroomste onder de vromen en werd begraven in het midden van het schip van de kerk.

Hier eindigt het eerste boek van het vierde en laatste deel van de Gesta der Abten van de Sint-Trudo-abdij

eind81
Cfr. H. Pirenne, Le livre de Guillaume de Ryckel: polyptique et comptes de l'abbaye de Saint-Trond au milieu du XIIIe siècle, Bruxelles 1896.

eind82
Wilhelm IV, graaf van Gulik, geboren 1218, gestorven 1278.

eind83
Johannes XXI, 1276-1277.
eind84
Nicolaas III Orsini, 1277-1281.

eind85
Cfr. Chronique van Jan van Hocsem, ed. Chapeaville, o.c., II, p. 311.
eind86
= Opheylissem.

eind87
De Siciliaanse Vespers van 1276 waren gericht tegen Karel van Anjou, sedert 1266 heer en meester in Sicilië en broer van de Franse koning Lodewijk IX (1226-1270).

eind88
Rooms-koning Willem II, omgekomen op 28 januari 1256.

eind89
Jan I, hertog van Brabant, 1267-1294; Reinoud I, graaf van Gelre, 1271-1326.

eind90
Jan III van Edingen overleed 24 augustus 1281. Sedert de verkiezing op 30 september 1281 werd de bisschopszetel betwist door Burchard van Avesnes en Willem van Auvergne. Paus Martinus IV benoemde in 1282 Jan van Vlaanderen, zoon van Gwijde van Dampierre, graaf van Vlaanderen (1252-1305), tot bisschop van Luik (-1291). Jan was sedert 1280 bisschop van Metz geweest. De pretendent Burchard van Avesnes werd bisschop van Metz (1282-1296), zijn tegenstrever Willem van Auvergne suffragaan te Besançon ter assistentie van Erides de Rougemont (1269-1301).

eind91
Cfr. de oorkonde van 25 april 1288 bij Piot, o.c., p. 383-384.

eind92
Over de consequenties van de slag bij Woeringen (5 juni 1288) zie W. Jappe Alberts, Overzicht van de geschiedenis van de Nederrijnse Territoria tussen Maas en Rijn 1288-±1500, II, Assen 1982, p. 3-17.
eind93
Siegfried van Westerburg, aartsbisschop van Keulen, 1275-1297.
eind94
Respectievelijk Reinoud I, graaf van Gelre (1271-1326) en Hendrik VI, graaf van Luxemburg (1281-1288).
eind95
Adolf IV van Berg, 1259-1296.

eind96
Walram II van Valkenburg en Monschau (1268-1302).

eind97
Adolf van Nassau, gekozen tot Rooms-koning 5 mei 1292, overleden 2 juli 1298.

eind98
Jan IV (niet III) overleed 14 oktober 1291.
eind99
Na de bisschopskeuze op 28 november 1291 werd de Luikse zetel betwist door Gwijde van Henegouwen en Willem Berthout van Mechelen. In 1292 werd de keuze van beide pretendenten verbroken door Paus Bonifatius VIII (1294-1303).

eind100
Vincentius van Beauvais, o.c. Acca, of St.-Jean d'Acre, een Syrische havenstad, werd in 1187 heroverd op de Christenen, die er sedert de eerste kruistocht waren, door sultan Saladin, die ook Jeruzalem heroverde.

eind101
H. Celestinus V, gekozen 5 juli 1294 (niet 1293!), afstand 13 december 1294, overleden 19 mei 1296. Dante verwijst hem naar de hel omdat hij ‘uit zwakheid afstand deed’. Bonifatius VIII, paus van 1294 tot 1303.

eind102
Jan I overleed 3 mei 1294. Zijn zoon Jan II was mederegent sedert 30 juni 1290. Hij bestuurde het hertogdom tot zijn dood op 27 oktober 1312.

eind103
Hugo III van Chalons, door de paus als bisschop van Luik bekrachtigd op 12 december 1295. Op 11 december 1301 overgeplaatst naar Besançon, waar hij als Hugo IV (V) tot zijn dood op 19 februari 1312 zetelde. Cfr. Chronique van Jan van Hocsem, ed. Chapeaville, o.c., II, p. 327.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

titels

  • Gesta abbatum Trudonensium


datums

  • 1277

  • 1281

  • 1282

  • 25 april 1288

  • 5 juni 1288

  • 1291

  • 1292

  • 5 juli 1293

  • 3 mei 1293

  • 1296

  • 14 april 1297