Geuzenliedboek

125.
Een Nieu Liedt tot loff des loffelijcken Heere Georgen van Laleyn, Vry Heer van Ville ende Villeron, etc. Gouverneur in Westvrieslant, op de Letter van zijn Name. ⁺

Na de wyse: Wie in Gods vreuchden steyt.

Georgen van Laleyn ben ick ghenaemt
Om de spaengiaerts te doen wederstant
So wil ick waghen, goet lijf en leven
Ter tijt ick die tyranny heb verdreven.

Ernstelijck is alle mijn opset
Voor mijn Vaderlants Previlegy en Wet
Wil ick vromelick tot den doot gaen strijden
De Coninck naest God eeren t'allen tijden.

Ondersaten wilt my ghetrouwe zijn
U Capiteyn sal als een goet Herder fijn,
Weyden zijn schapen in lieflijcke weghen,
Niet scheerende ghelijck u Harders pleghen.

+ No. 125. Naar I. Verder in J. L. M. S. Bij V.L. CXX; Van Vloten II, 193.
Rennenberg door de Staten Generaal tot stadhouder van Friesland, Groningen en Drenthe benoemd, kwam 22 Desember 1576 te Groningen aan. Uit die tijd is het lied. De naam Rennenberg wordt in dit opschrift nog niet genoemd, omdat hij die eerst later verkeeg door de dood van zijn oom, ‘die een kanonik was’.

[p. 289]

 

Ryckdom noch alle dit aertsche schat

 

En soecke niet ick verganghene ^14. vat

15

Gelt en goet zal my nemmer ghebreken

 

Soo ick in die gherechticheyt blijve steken.

 

 

 

Ghy Adel des Lants zijt hier toe oock bedacht,

 

Dat ghy wederstaet met gantscher macht

 

Die tyrannighe boose Spaengiaerden

20

Die Man, Wijf, noch kint en spaerden.

 

 

 

Een werck laet ons volbringhen altijt

 

Tot Godes eer, en des Conincx proffijt,

 

Het Lant in Peys en vrede te bringhen

 

Twelck God de Heer ons wil ghehinghen.

 

 

 

Prince.

25

Niet vermoghen wy buyten Gods macht

 

Laet ons slechts nu aencleven eendracht ^26.

 

Ick hope dat Vrieslant sal bedancken

 

Haer Capiteyn, als d'Instrument der crancken.

14. verganghene, synoniem van vergankelijk, dat V.L. er eigenmachtig voor in de plaats stelt. vat. L wat, drukfout, door S overgenomen.

26. aencleven eendracht: de eendracht aanhangen, betrachten.