Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Geuzenliedboek (1924-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Geuzenliedboek
Afbeelding van GeuzenliedboekToon afbeelding van titelpagina van Geuzenliedboek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.20 MB)

Scans (29.64 MB)

ebook (4.73 MB)

XML (2.36 MB)

tekstbestand






Editeurs

E.T. Kuiper

P. Leendertz (jr.)



Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Geuzenliedboek

(1924-1925)–Anoniem Geuzenliedboek–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 316]
[p. 316]

139.
Na dat den Hoochgeboren Vorst ende Heere de Prince van Orangien die tyrannye ende tgewelt der Spangiaerden veele Jaren tegengestaen hadde, ende doen de vyanden der waerheyt menichmael versochten hem om te brengen, twaer door verghift, schieten, oft anderssins, ende vanden Spaenschen Coninck tot een prijse ghestelt was van tachtich duysent Croonen wie hem ombrochte, met belofte daer by van Edel te maken, ende boven dien te vergeven de booste misdaet dien hy bedreven mocht hebben (nochtans door Gods gratie haer laghen dickwils ontcomen was:) so is ten laetsten zijn Excellentie (tot Delff in zijn Hof wesende Ga naar voetnoot1)) verradelijcken doorschoten op den 10en. Julij 1585. Ende doen de vyanden des Nederlandts meenden sy haddent nu al ghewonnen, hebben eenighe goede Patriotten dit naevolghende Refereyn laten uutgaen. Ga naar voetnoot+

De Hollantsche Maecht spreect: Teghens den Coninck.

 
O ghy Spaenschen Coninck, tyrannich befaemt,
 
Oock een Moorder genaemt,, hier op ter aerden,
 
Ick wou dat ghy eens selver in mijnen Tuyn quaemt,
 
So ghy ombetaemt,, sendt u Spaengiaerden
5[regelnummer]
Mijn ghetrouwe Regeerders, zouden u met swaerden
 
Vyandelick aenvaerden Ga naar voetnoot6.,, en deurkerven kleen Ga naar voetnoot+,
 
Om dat ghy mijnen Vader naest God van waerden
 
Moordadelijck hebt ghedoot, sonder recht of reen,
 
Maer nu blijft ghy achter, en maeckt u ghemeen
10[regelnummer]
Met den moorders alleen,, om mijn tuyn te bederven,
 
Twelck Godt niet toelaten sal hoop ik met vreen,
 
Want die u vrienden waren willen voor my sterven,
 
Eer ghy moordadelick mijn Tuyn sout verwerven,
 
Dus wilt van hier swerven,, mijn gheen geschil,, biet Ga naar voetnoot14.:
15[regelnummer]
Al ben ic den Prins quijt, ghy crijcht noch so u wil,, niet.
[pagina 317]
[p. 317]
 
Dat ghy voor een moorder wordt geacht
 
Hebt ghy dach ende nacht,, verradelijck bewesen
 
Aen den Prins van Orangien, die met voordacht
 
Door de Goddelijcke cracht,, voor deerste reys was genesen:
20[regelnummer]
Ick swijch noch van ander Heeren gepresen
 
Daer uut dat gheresen,, is dit Oorloch fel,
 
Mach ick dan niet voor u tyranny vreesen,
 
Of daer tegens opstaen moedich en rebel?
 
Ick meen wel van jae, want men siet daghelicx wel
25[regelnummer]
Dat ghy met boos opstel Ga naar voetnoot25.,, soeckt te verslinnen
 
Tgoet, bloet, van man Ga naar voetnoot26., wijf, maecht, en jonck gesel,
 
Om soo moordadelicken mijn Tuyn te verwinnen:
 
Maer doet vry u best, ghy sult weer werk Ga naar voetnoot28. vinnen,
 
Mijn leeu sitter binnen,, die seer fel sonder bril,, siet:
30[regelnummer]
Al ben ic den Prins quijt, ghy crijcht noch so u wil,, niet.
 
 
 
Als ghy verblijt in mijn beschermers doot, Ga naar voetnoot31
 
Ten is daerom geen noot,, voor u gewelt te schromen:
 
Mijn Tuyn wert versterckt met menich Patrioot,
 
So haest den moorder schoot,, den Prins t'uwer vromen Ga naar voetnoot34.,
35[regelnummer]
Want elck heeft nu tcleet van beveynstheyt afgenomen
 
Denckende tzijn dromen Ga naar voetnoot36.,, dat wy vast blijven staen
 
Op u beloften schoon, ghy sout ons toch betoomen
 
Met u Inquisitie om aen een staeck te braen:
 
Dus hebt ghy geen geloof dan by u moorders plaen,
40[regelnummer]
Die ghy my sent ter baen,, om de Tuyn deur te wroeten,
 
Dan elck een is bereyt fel tegens haer te slaen,
 
So lanck als sy moghen met handen ende voeten:
 
Daerom verpijnt u niet met Perdoen my te groeten,
 
U sal wraec gemoeten,, eer dat ghy stil,, vliet Ga naar voetnoot44.,
45[regelnummer]
Al ben ick den Prins quijt, ghy crijcht noch so u wil,, niet.
 
 
 
Prince.
 
Ghy en denct niet eens om Gods Princelicke hant, Ga naar voetnoot46.
 
Die can brengen tot schant,, Rijcken, Steden en Heeren,
 
Dan alleen in te slocken menich Coninck zijn landt,
 
Om boven al ghemant Ga naar voetnoot49.,, de Weerelt te regeeren,
50[regelnummer]
Waer door dat Coninghen, Princen van u keeren,
 
En my assisteren, met ghelt, goet, bloet en raet,
 
Twelck u Rijck noch int endt sal doen verneeren,
 
Oock tot schande brengen al u moordaders quaet,
[pagina 318]
[p. 318]
 
Gelijck is gebleecken aen Pharo metter daet
55[regelnummer]
Doen God hem obstinaet,, int Roo meyr liet verdrencken,
 
Waert ghi dit gedachtich, hoe wel tmijn niet en schaet
 
Met moort, brant noch verraet,, en sout ghy niemant krencken:
 
Maer nu sal ic eewich u tyrannij gedencken,
 
En met lof beschencken,, als my binnen Madril,, schiet: Ga naar voetnoot59:
60[regelnummer]
Al ben ic den Prins quijt, ghy crijcht noch so u wil,, niet.

Twoort sal dueren. Ga naar voetnoot+

voetnoot1)
C. D. F. G. H. K voegen hier bij: ‘,ende van sijn taefel gaende na sijn camer’. In [E.] I en alle lateren, behalve K, ontbreekt dit proza.
voetnoot+
No. 139. Naar B. Verder in C-N. Q. R. T. U. X. Z-BB. Bij V.L. CXXXV; Van Vloten II, 287.
voetnoot6.
aenvaerden: aanvallen;
voetnoot+
— deurkerven kleen: in stukken hakken.
voetnoot14.
geschil bieden moet hier betekenen: tot overleg, onderhandeling uitnodigen; vgl. vs. 43. Misschien geschil = dispuut.
voetnoot25.
opstel: plan, opzet.
voetnoot26.
man. B heeft mijn, drukfout, die alleen in I-M verbeterd is, dus ook in K.
voetnoot28.
weer werk: ‘gij zult nog meer werk vinden, want er zullen steeds nieuwe leiders opstaan.’ De uitdrukking is een beetje vreemd, en daarom hebben C. D. F. G. er weer-werk en I. J. L. M. weerwerck van gemaakt, dat dan ‘tegenweer’ moet betekenen.
voetnoot31
vlgg. De dichter meent, dat de moord op Oranje menig nog in twijfel verkerende Nederlander nu tot openlik tegenstander van het gezag van Philips heeft gemaakt.
voetnoot34.
vromen. I. J. L. M lezen onvromen.
voetnoot36.
tzijn dromen: 't is dwaasheid.
voetnoot44.
stil vliet: in 't geheim vlucht.
voetnoot46.
De laatste strophe ontbreekt in AA. BB.
voetnoot49.
ghemant: van krijgsvolk, of ook van volk in het algemeen, voorzien; machtig.
voetnoot59:
En even zeer prijzen, als ik te Madrid geprezen word.
voetnoot+
Ik weet niet, wie de dichter is, die met de spreuk 't Woord sal dueren ondertekent. Het is het enige gedicht op de dood van Oranje, dat ons in de Geuzenliederen bewaard is. Toch zegt Bor II, 436: ‘Daer zijn te dier tijd verscheiden Eerdichten, Epitaphien en Grafschriften van den selven Heere Prince, so in Franchois als in Duits gemaeckt geweest’; hetzelfde zegt hij ook van Balth. Gerards. Onder al die liederen — Van Vloten geeft er nog een paar in zijn Geschiedzangen — zijn er zeker geweest, die als losse liedjes zijn verbreid geweest en hadden kunnen worden opgenomen in de Geuzenliedboekjes. In de meergenoemde verzameling van de Vlaemsche Bibliophillen II, 7 komt een Refereyn van Louys Heyndrix voor: Screyt noch en sidy niet begraven, waarin de verzen voorkomen:
 
Screyt, Willem Verrare heeft de doodwonde ontfaen
 
Screyt den Xen Jullet heeft God willen zijn kerck laven.
later:
 
Screyt, Pharao es vermoort deur zijn eyghen quaet;
 
Screyt, want Balthasar Gheraerts volbracht dwerck in de Delftsche duwiere.
Ik ben overtuigd, dat een groot aantal Geuzenliederen, na 1576 vervaardigd, is verloren gegaan, doordat de drukkers niet meer stelselmatig liederen verzamelden, maar eenvoudig een bestaande uitgave nadrukten en er bijvoegden, wat hun toevallig in handen kwam. Dat staat ook in verband met de voortgaande onderwerping van het Zuiden. Zo bestaan er van de zo belangrijke jaren 1578 en 1579 bijna geen Geuzenliederen en toch bezitten we van de andere zijde juist uit die tijd een belangrijke verzameling als de bovengenoemde van de Vlaemsche Bibliophilen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken