Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Geuzenliedboek (1924-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Geuzenliedboek
Afbeelding van GeuzenliedboekToon afbeelding van titelpagina van Geuzenliedboek

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.20 MB)

Scans (29.64 MB)

ebook (4.73 MB)

XML (2.36 MB)

tekstbestand






Editeurs

E.T. Kuiper

P. Leendertz (jr.)



Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Geuzenliedboek

(1924-1925)–Anoniem Geuzenliedboek–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige
[pagina 404]
[p. 404]

F. Alfabetisch register der beginregels.

C = K Z = S. No. Bladz.
Ach Heer hoe moet ick clagen 2 I,6
Aenhoort doch allegare
Al na dees nieuwe mare 210 II,205
Aenhooret doch allegaere
Van dese droeve maere 182 II,132
Aenhoort doch naerstigh nae dit Liet 219 II,238
Aenhoort een liet ghy christen schaer 113 I,257
Aenhoort ghy Heydensche nacie 6 I,11
Aenhoort ghy menschen seer vaillant 57 I,127
Aenhoort ghy Nederlanden 104 I,241
Aenhoort myn broeders alghelijck 207 II,194
Aenhoort mijn broeders te samen 172 II,100
Ay Duc dAlbsche ghiericheyt wat hebdy ghebrouwen 59 I,135
Alle ghy Christenen bekent 152 II,35
Al nae een groot verblijen 130 I,297
Als ick all' mijnen teghenspoet 160 II,61
Als men een duysent vijfhondert Jaer 141 I,322
Alsmen schreef duysent vijfhondert
En dry en tseventich jaer 67 I,156
Als men schreef duysent vijfhondert
In dat achtensestichste Jaer 31 I,62
Alsmen schreef sesthien hondert 228 II,268
Als wy aen die Rivieren Oostwaerts saten 83 I,192
Als Wolf-aert trots, boos ende fier 222 II,246
Alweer geen deegh, de Kuyp is leegh 246 II,302
Antechrist is gheboren 13 I,25
Antwerpen arm 28 I,54
Antwerpen Rijck,, O Keyserlicke Stede 1 I,3
Beroemt Breda, gy hooft stadt vande steden 242 II,298
Beso los manos mijn soete Schelmken 206 II,192
Bisschoppen end Cardinalen 16 I,30
Broeders wilt den Heere loven 184 II,137
D'edel Orangien,, stam 173 II,104
De Geusen zijn In Bomler Weert ghevallen 166 II,81
Den Pays die was voor handen 158 II,53
Den Paus is onsen Vader 4 I,9
De Prins van Orangien is te Velde ghecomen 33 I,69
Den dertichsten Mey op Pinxterdach 96 I,219
Die stercke God eewich end sonder endt 146 II,13
Doen den Spaenschen Senacherib hoort 69 I,163
Doen men schreef sesthien hondert Jaer 221 II,242
Draegt rou der Inlandtsche Spangien 169 II,90

[pagina 405]
[p. 405]

 No. Bladz.
Duckdalve ben ick gheheeten 79 I,185
Een droevich en jammer scheyden 161 II,64
Een kort, dick, vet Paterken, laest sijn Nonnekens ondersochte 20I,37
Een Liedt sal ick u singhen 71 I,169
Een nieu Liet so wil ick singhen 107 I,246
Eylaes wy moghen wel claghen 64 I,147
Eylacen ick mach wel claghen 66 I,153
Fy Babel quaet, met uwen Roomschen Godt 135 I,307
Fy Cain wreet Moordadich 156 II,47
Foey Keulen het is u schande 187 II,147
Ghedankt zy Godt 163 II,74
Gheeft Godt den Heer,, lof prijs end eer 151 II,30
Geluckich zijn de Steden 142 I,324
Ghenadige hoochgheboren Vorst Prince excellent 129 I,295
Georgen van Laleyn ben ick ghenaemt 125 I,288
Geslachte der maechden van Antwerpen vercoren 34 I,71
Ghy Bay-verkoopers hoort myn sprake 211 II,209
Ghy Batavieren nu ter tijdt 214 II,218
Ghy Borghere hoort al na mijn vermaen 39 I,82
Ghy Brusselaers met couragie 114 I,259
Ghy Hoenderen, Enden en Duyven 46 I,101
Ghy Caims gebroetsel, ghy Aderen geslachte 12 I,23
Ghy Christen allegare 24 I,45
Ghy Christenen alle ghelijcken 215 II,221
Ghy Steden stout en koen 191 II,153
Ghy Voesterheeren des lants, wilt doch betoogen 132 I,301
Godt wil haer Ziel gheleye 218 II,232
Godts goetheyt groot 159 II,58
Goet oft heylich niet, boos zijn die Papen haer 5 I,10
Graef Jan heeft onlangs te gast gheweest 240 II,295
Graef Maurits van Nassouwe 190 II,152
Hansken van spangien tsal u rouwen 164 II,76
Hebdy niet ter Missen gheweest 9 I,15
Heft op u hooft, steect op u ooren 3 I,8
Help nu u self so helpt u Godt 45 I,99
sHertoghen-bosch ghy Stadt verheven 229 II,271
Het velt en sal niet langer branden 202 II,177
Hier onder, hier onder Jonckvrouwe, ghy dochter Babel 41 I,90
Hy merckt nu claer,, die heeft verstant 29 I,55
Hoe duyster is die Sonne 36 I,74
Hoe salich sijn die Landen 7 I,12
Hoe seer sietmen nu dalen 18 I,33
Hoe veel volcx O Paus heer,, dat my benijdt so seer 80 I,187
Hollant, Zeelant, ghy edel Prieel 95 I,217
Hollant, Zeelant weest nu verblijt
Laet ons God dancken met jolijt 197 II,167
Hollant Zeelant weest nu verblijt,
Verheucht u nu in desen tijt 106 I,244
Hollant, Zeelant, wilt ghy u nu bekeeren 100 I,227
Hoochgeboren vroom Vorst, het is claer en waerachtich 131I,299

[pagina 406]
[p. 406]

 No. Bladz.
Hoort allegaer,, int openbaer 88 I,201
Hoort al te saem eendrachtig 198 II,169
Hoort al te samen een nieu Liedt 231 II,278
Hoort Mannen ende Vrouwen 70 I,167
Hoort mans en Vrouwen dit verclaren 174 II,105
Hoort, Paus, ghy grooten Antechrist 58 I,130
Hoort toe alleghelijcke 128 I,293
Hoort toe alghemeyne 87 I,199
Hoort toe altesamen int ghemeyne 117 I,265
Hoort toe ghy mannen ende wijven 50 I,111
Hoort toe ghy Mans en Vrouwen 209 II,201
Hoort toe ghy minschen groot en cleyn 21 I,39
Hoort toe met vliet, al na dit Liet 149 II,25
Hoort toe menschen nu ter tijt 62 I,142
Hoort toe wat ick u sal ontfouwen 192 II,155
Ick bid u Bataviers 226 II,263
Ick heb droef heyt vernomen 127 I,292
Ick hope dat den tijt noch comen sal 15 I,28
Ick Jan van Olden Barneveldt 199 II,171
Ick mach wel klaghen met verdriet 225 II,261
Ick neme Adieu, aen mijne Schaepkens al 25 I,48
Ick sal u singhen een goet nieu Liedt 14 I,26
Ick wil te Lande uut rijden 78 I,183
Int jaer t'neghentich sesse 155 II,43
Indien de Penne kost Cartouwe schote geven 244 II,301
Juycht nu vereende Nederlanden 250 II,310
Casper de Robles Heer van Billy 124 I,285
Ke Marvillie, Ke Diablos 81 I,188
Coemt al ghy Geuskens hier ontrent 54 I,117
Comt al hier by en hoort eens aen 216 II,225
Komt en wilt aenhooren hier 185 II,140
Komt Fama nu ter eeren 233 II,283
Comt nu by Mannen en Vrouwen 223 II,252
Com nu ghy Romanisten koen 176 II,112
Christelicke Broeders hier beneven 17 I,32
Laet ons al eendrachtich vrienden eersame 85 I,195
Laet ons nu allen vrolick wesen 122 I,278
Lest was hier een Reyser 220 II,241
Lestent droomde my daer ick lach en sliep 134 I,305
Lestmael viel ic in drome daer ic lagh om slapen 10 I,18
Looft den Heer voor dees victory 251 II,311
Looft Godt den Heer diet alle geeft 234 II,285
Looft God den Heer ghelijckerhant 212 II,211
Looft Godt den Heer ghy Helden trou 247 II,305
Looft God de Heer met harten blijden 224 II,257
Looft Godt den Heer verheven 150 II,28
Looft Godt nu al Man ende Vrou 178 II,121
Luystert toe men sal u singhen 171 II,97
Madam van Parma die is ghelegen 56 I,123
Maer wie wil hooren een Nieu liet 94 I,214

[pagina 407]
[p. 407]

 No. Bladz.
Mayken mijn lief wat sullen wy maken 180 II,126
Maurits ons Prins den vromen helt 204 II,182
Maurits van Nassouwe 194 II,159
Mauritius reyn, Edel Princelijck greyn 144 I,326
Maximilianus de Bossu 72 I,172
Men ziet nu recht 196 II,165
Met recht mach ick wel klagen 193 II,157
Met recht mach ick wel suchten 65 I,149
Met Wilhelmus van Nassouwe 89 I,205
Myn Godt en Heer 217 II,230
Mijn Siel verblijdt haer in den Heer 30 I,58
Nero moordadich 140 I,318
Nu heffen wy een Nieu Liedt aen 11 I,20
Nu looft den Heer al te same,
Met hert en monde verblijt 213 II,215
Nu looft den Heer al t'same
Zijnen heylighen name 170 II,93
Nu Singjoor hoe staet het leven 235 II,288
O Broeders hoort ,,een claechlicke sanghe 51 I,112
O ghy Nederlanden seer fel. 136 I,309
O ghy Spaenschen Coninck, tyrannich befaemt 139 I,316
O God van Hemelrijcke
Siet toch neder int Aertsche dal 61 I,139
O Godt van Hemelrijcke
Wilt u oogen nederwaerts slaen 22 I,40
O Haegh lustigh prieel 38 I,78
O Heere bewaert doch den Nassauschen Helt 189 II,152
O Heere geeft,, soo lange leeft 143 I,325
O Heere God Almachtich 133 I,303
O Heere wilt u erbarmen 35 I,73
O Hoogh Beroemde Nederlanden 252 II,313
O Hollant en Zeelant cloeckmoedich 118 I,268
O lichten onser eeu, wanneer gy hebt bevlogten 245 II,302
O Neroos herte zijt ghy noch niet doot 165 II,79
O Radt van avonturen 73 I,174
O Soldaten van Guylick ghetrouwe 208 II,197
O Tijt verwaent vol van droefheden 201 II,174
O Werelt listich, lieflick int orboren 40 I,85
Och Amsterdam, och Amsterdam 74 I,176
Och God wilt doch vertroosten 110 I,252
Och hoe bedroeft is nu het Nederlant 32 I,66
Och Keyser Edel Heere 181 II,128
Och my jammert met wee 109 I,251
Och Paus heylighe vader groot van weerden 153 II,38
Och wie sal mijn ooghen nu ter tijt 27 I,51
Om dat Babels dienaren (Godts volck) niet stilt te schelden 12I,23
Onsen Vader die te Brussel sijt 239 II,294
Ontwaeckt ghy Batavieren,
Al die u Vaderlant bemindt 162 II,71

[pagina 408]
[p. 408]

 No. Bladz.
Ontwaeckt ghy Batavieren coen
Die strijden met Orangien groen 188 II,148
Ontwaeckt ghy Helden triumphant 179 II,123
Ontwaeckt ghy Christen alle 42 I,93
Ontwaeckt vroom Batavieren 232 II,281
Pater grijpt doch eenen moet 8 I,13
Pharo light versoncken,, door Godes sterke macht 145 II,1
Philippus Coningh van Spangien goet 230 II,275
Prijs, glory, eer en danck 241 II,297
Prijst nu onsen Godt eendrachtigh 203 II,179
Ras ontwaeck Liefhebbers vry 183 II,135
Ras seventhien Provincen 55 I,121
Requiem moghen wy singhen 112 I,256
Roemt nu Vive Orangien 236 II,290
Schaemt u nu Brabant seere 157 II,51
Segt ghy Berghsche Soldaten 147 II,18
Seght nu ghy nieuw' Soldaten 195 II,162
Sijt al verheucht, wilt den Heer loven 103 I,237
Slaet op den Trommele van dirredomdeine 19 I,35
Speelt op den Trommel,, en maeckt gherommel 200 II,173
Staet op, ontwaeckt nu al ghemeyn 26 I,49
Sucht ende treurt vry vlaenderiant 249 II,308
Tfy u ghy Afgodisten 99 I,225
T Gulde Jaer sestienhondert 167 II,83
Tis nu ghevallen dapper op den Bol 227 II,266
Uut Liefden siet,, dicht ick dit Liet 91 I,208
Verblijt u Neerlant met jolijt 121 I,276
Verblijdt u nu ghy Mannen en Vrouwen 175 II,108
Verheucht u boven maten 137 I,311
Verheucht u ghy Nederlanden 123 I,280
Verheucht u nu, van vreucht ontspringt 102 I,233
Vermaledijt is huer ende tijdt 53 I,115
Vervroylijckt u t'saem inden Heer 177 II,115
Waeckt op ghy Nederlanden 120 I,273
Waer blijft ghy nu ghy boos gheslacht 43 I,95
Waer sullen wy nu toch blijven 63 I,144
Waerom rasen die Geusen met hoochmoet? 52 I,114
Wanewijse Romanisten 237 II,292
Wat Heyl, wat Zegeningen 248 II,306
Wat nieus moet ick u verclaren 101 I,229
Wat nieus sal ick u verclaren 119 I,271
Wat zeghen-teyckens of Lourieren 243 II,300
Wat seytmen nu van Duckdalve 84 I,194
Wat sullen wy aenstellen 76 I,180
Weest al verblijt, ende verheucht 154 II,40
Weest nu verheucht ende verblijt 148 II,21
Weetje wie korts is ghestorven 205 II,190
Wel op duyvel ghy die in Westerlande 47 I,104
Wel op ghy Spaengiaerden 115 I,261
Wel op ghy vroome Helden 186 II,144

[pagina 409]
[p. 409]

 No. Bladz.
Wel op, wel op Spangiaerden 116 I,263
Wie wil doch nu beklaghen 105 I,242
Wie wil hooren een droevich Liet 93 I,212
Wie wil hooren een goet nieu Liet,
Al watter op Pinxterdach is gheschiet 97 I,221
Wie wil hooren een goet nieu liedt
Hoort toe ick sal u singhen 68 I,160
Wie wil hooren een nieu ghesanck
Wat nieus sal ick aenheven 49 I,107
Wie wil hooren een Nieuw Liet
Dat sal ick u singhen 126 I,289
Wie wil hooren een nieu Liet,
En dat sal ick u singhen 82 I,190
Wie wil hooren een nieuw liet
Wat daer int Jaer van soevenensestich is geschiet 23 I,43
Wie wil hooren een nieu Liet
Wat in Julius is gheschiet 168 II,85
Wie wil hooren een nieu liet
Wat int Jaer dryentseventich is gheschiet 60 I,136
Wie wil hooren een nieu liet,
Wat int jaer lxxiiij is gheschiet 92 I,210
Wie wil hooren een nieu Liet
Wat nu tAmsterdam is gheschiet 77 I,181
Wie wil hooren een nieu Liet
Wie wil hooren een nieu Liet
Al watter t'Antwerpen is gheschiet 138 I,313
Wy Amsterdammers zijn gheleghen 98 I,223
Wy Banderheeren in ghetale veel 37 I,76
Wy Geuskens willen nu singhen 48 I,106
Wy Monicken ende Papen 75 I,178
Wilhelmus van Nassouwe 44 I,97
Wilt met ons druck oorbooren 111 I,254
Wilt met Processie nu al te samen 86 I,197
Wilt nu ghy Nederlanden 90 I,207
Wilt nu tsaem vreucht bedrijven 108 I,249
Wonderlyck geeft Godt Victory 238 II,293


Vorige

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken