Een gheestelijck lust hofken

ALmachtich Heer Jesu goet	13
Al lijd ick druck en swaer gequel	144
Ach! hoe den schoonsten my martiliseert	161
Aenhoort mijn clacht o bloeyende jeucht,	167
Al watmen hier in dese werelt siet,	172
Adoro te devote latens Deitas	177
Comt nu blijlijck te gare	54
Christus is ons verresen	56
Comt Schepper heylich Geest	63
Compt mijn siel by my verheven	95
Christus sprack tot een ziel seer soet	114
Christus o Heer playsant	117
Dat ick de sond' dus langh heb gedaen	121
Doen ick des werelts weeld hantierden	128
Die Jesum heeft wtgelesen	142
Een Zee vol stercke baren	86
Eylaes! ick mach beclagen	92
Een Engel wort gesonden	136
Een vluchtich hert	148
Godt heeft u mensch geschapen.	7
Gegroet soo moet ghy zijn	72
Goede Godt ick moet u clagen	139
Helpt ons schepper Almachtich Heer	77
Hoe hebt ghy Heer in dit groot leyt	88
Hoe ligh ick hier in dees ellende	173
Het reder een Ridder wt jagen	175
Ick groet u vol van graci'	20
Iesu dulcis memoria	30
Ick mach wel clagen, Heer	126
Laet ons al loven	16
Laet ons den Heere danckbaer zijn	18
Laet ons met herten reyne	32
Met droefheyt swaer omvanghen.	21
Mijn lippen opent Heere	58

Mijn ziel maeckt groet den Heer	73
Maria Moeder Jesu Christ	75
Mijn hert is op een lief gesedt	103
Mijn ziel, o schoone creature	132
Mijn hert met lust te singen pooght	145
Mijn Heer, mijn Godt, mijn herte	165
Na dat ons lichaem teer en swack	11
Naer een droevich geklagh	24
Naer den opganck der Sonnen claer	52
Ons Vader Godt gepresen	19
Ons is geboren een kindeken	28
O soete Harmonien	29
O Jesu soet	37
O ghy salicheyt der eerden	39
O bloedige hooft mijns Heeren	45
O schepper fier	81
O Sacrament	64
O Maria fonteyne vol deughden	69
Ontfermt u Heer o eewich goet	79
O Heer wilt ons ontfermen	83
O Heer aensiet toch Sion teer	97
O Jesu goet	101
O eewicheyt, o eewicheyt	111
O mensch hoort mijn vermaen	122
O Heere mijn Godt, mijn schepper pure	134
O eewich Godt wy bidden glijck	157
O Heer rijck en vol genaden	163
O doot, o bitter doot !	170
Parvulus nobis nascitur	28
Seght wat helpt alle welt	124
Stelt noyt wt gedachten.	152
So my ymant quaem te vragen.	159
Van u droefheyt wilt nu ontspringhen	35
Van liefd' wat een groot lijden	49
Verheucht ghy droeve vrouwen	51
Wilt Heer gebenedijden	14
Weest gegroet mijn Heere	41
Wie hanght dan hier mijns herten lief	47
Wacht u ghy Catholijcken wel	99

Wat strijdt de werelt doch	105
Wat is, wilt leeren	107
Wilt u met my bekeeren	118
Wilder als wilt, wie sal my temmen	130
Wat sal ick gaen beginnen	141
Weest ons o Heer genadich	152
Zijt gegroet o Jesu goedich	43

FINIS.